Plan: | Heino |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20080018-0003 |
Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven, is er een aantal rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten aanwezig in het plangebied. Via de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening wordt voldoende bescherming geboden tot instandhouding van de monumenten. Het is daarom niet noodzakelijk om in onderhavig bestemmingsplan nog een extra specifieke regeling voor de monumenten op te nemen.
Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Raalte is te zien dat vrijwel de gehele bebouwde kom van Heino aan te merken is als een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. De gronden in het centrum van de kern en de gronden in het noorden van het plangebied behoren tot gebieden met een hoge en middelhoge verwachtingswaarde.
Het beleid van de rijksoverheid (Wet op archeologische monumentenzorg) is gericht op behoud van het archeologisch erfgoed. Door het verdrag van Malta (Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed) is het beleid steeds meer gericht op het tijdig betrekken van archeologische belangen bij het ruimtelijk ordeningsbeleid.
Bij de gemeentelijke verwachtingskaart hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten voor terrein binnen de bebouwde kom:
Bovenstaande is alleen geldig wanneer binnen een straal van 50 meter geen archeologische waarnemingen/vondstmeldingen bekend zijn.
In onderhavig bestemmingsplan is een dubbelbestemming 'Waarde - archeologische verwachtingswaarde' opgenomen. Deze dubbelbestemming is opgenomen voor die gronden die op de archeologische verwachtingskaart (abeelding 5) een hoge of middelhoge verwachtingswaarde hebben. Op deze gronden mag niet worden gebouwd. Uitzondering daarop vormen bouwprojecten met een grondbeslag van niet meer dan 100 m², activiteiten waarvoor geen bouwvergunning vereist is en bouwprojecten waarvoor een bouwvergunning verleend is en waarbij een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld. Daarnaast is er aan deze dubbelbestemming een aanlegvergunningenstelsel verbonden waarin is opgenomen dat voor gebieden groter dan 100 m² en bij een verstoring dieper dan 40 cm een onderzoeksplicht geldt.
Omdat onderhavig bestemmingsplan een beheerplan is en geen grootschalige nieuwbouw rechtstreeks wordt mogelijk gemaakt, is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.
Mochten er tijdens het uitvoeren van civiele werkzaamheden archeologische resten aangetroffen worden, geldt een meldingsplicht volgens de WAMZ 2007, art, 53, lid 1 en 2.