direct naar inhoud van 4.3 Natuur, landschap en archeologie
Plan: Heesweg 63
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110011-0002

4.3 Natuur, landschap en archeologie

Natuurwaarden

De Flora- en faunawet (2002) richt zich op de bescherming van in het wild levende planten en dieren. Op basis van deze wet is het onder meer verplicht om bij het opstellen van bestemmingsplannen na te gaan of er mogelijk nadelige consequenties zijn voor beschermde inheemse soorten. In dit kader en in het kader van geldende regelgeving op basis van de Natuurbeschermingswet 1998, is door Bureau Veldkamp een quickscan natuurtoets uitgevoerd, neergelegd in een brief met als onderwerp "Flora- en Faunatoetsing in verband met de afbraak van een complex varkensstallen en een schuur aan de Heesweg 63 te Raalte en de nieuwbouw van een woning op die locatie" (brief met datum 31 augustus 2011, aangepast 24 oktober 2011). Deze brief is opgenomen als Bijlage 11 Quickscan natuurtoets. Hierna wordt volstaan met de conclusies.

Aangetroffen en te verwachten soorten

Uit de natuurtoets wordt het volgende geconcludeerd.

  • Het grasland (weiland) ter plekke van de compensatiewoning blijkt vegetatiekundig weinig bijzonder. Er werden geen bijzondere plantensoorten gevonden en in ieder geval geen soorten die genoemd worden in de Flora- en faunawet. Er werden alleen algemene soorten gevonden als vogelmuur, akkerdistel, grote weegbree en ridderzuring.
  • Het weiland ligt in een besloten landschap. Daarmee is het niet geschikt als broedgebied voor weidevogels. Er werden geen sporen gevonden van zoogdieren als veldmuis en mol.
  • Direct in noordelijke richting van de plek van de compensatiewoning is sprake van een maïsakker. Maïsakkers herbergen per definitie geen plantensoorten die genoemd worden in de Flora- en faunawet.
  • In de af te breken stallen en schuur bleek een aantal vogels te broeden. In de schuur was een flink aantal nesten van huismussen aanwezig. Ook huisde hier een paartje holenduiven. In een varkensstal zaten twee nesten van boerenzwaluwen, waarvan er nog één actief door de oudervogels werd bezocht. Aan de buitenkant van een andere schuur bleken drie nesten van huiszwaluwen aanwezig te zijn.
  • Aanwijzingen dat er in de schuur en stallen vleermuizen huizen werden niet verkregen.
  • De vegetatie rond de af te breken stallen bleek weinig waardevol. Er is sprake van verruiging, waarbij brandnetel plaatselijk dominant bleek.

Compenserende maatregelen

Het feit dat er vogels broeden in de af te breken stallen en schuren vraagt om een tweetal maatregelen:

  • 1. De afbraak van de stallen en schuren dient te gebeuren buiten het broedseizoen;
  • 2. Geprobeerd dient te worden het teniet gaan van de broedplaatsen van de onder de Flora- en faunawet vallende soorten te compenseren.

Mitigatie (compensatie) is mogelijk door aan de nieuw te bouwen schuur (opslag/berging) nestkasten te plaatsen voor soorten als huismus en holenduif. Daarnaast kan het woonhuis weer op een eenvoudige manier geschikt gemaakt worden als broedplaats voor huiszwaluwen. Voor boerenzwaluwen blijft er waarschijnlijk voldoende broedgelegenheid over, omdat de nieuwe opslag/berging toegankelijk blijft dan wel wordt voor boerenzwaluwen (houdt een open karakter).

Ecologische winst

Het initiatief kan op de volgende manier ecologische winst met zich mee brengen.

  • Plaatsing van een steenuilenkast, bedoeld als compensatie voor het verloren gaan van een broedgelegenheid van de holenduif, zou op termijn kunnen resulteren in de vestiging van de steenuil.
  • Bij de realisatie van de nieuwe woning wordt een tuin aangelegd. Als deze tuin enigszins vogelvriendelijk wordt ingericht, kunnen zich allerlei vogels vestigen.
  • In de nieuwe situatie wordt een afscheiding gemaakt tussen beide woningen. Er zou een aanzienlijke winst geboekt kunnen worden als deze afscheiding gestalte krijgt in de vorm van een te snoeien meidoornhaag. Meidoornhagen bieden namelijk een aantrekkelijk broedbiotoop voor diverse vogelsoorten.

Natura 2000

Het perceel Heesweg 63 ligt op een afstand van 900 meter van het Natura 2000-gebied Boetelerveld. Het feit dat het varkenshouderijbedrijf aan de Heesweg 63 is beëindigd, is gunstig voor dit gebied omdat de ammoniakemissie is komen te vervallen.

Conclusie

Worden de hiervoor genoemde maatregelen getroffen en wordt de geplande sloop van de stallen en schuur buiten het broedseizoen uitgevoerd, dan zijn er volgens Bureau Veldkamp geen bezwaren op te werpen tegen de sloopplannen, temeer omdat er ook enige ecologische winst kan worden geboekt. Ook tegen de nieuwbouw van de compensatiewoning bestaat geen bezwaar vanuit de Flora- en faunawet.

De genoemde maatregelen zullen als zodanig worden uitgevoerd bij de sloop en nieuwbouw.

Landschapswaarden

In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Deventer, Olst-Wijhe en Raalte, zie ook paragraaf 3.3, wordt uitgebreid ingegaan op de bijzondere waarden die in het landschap aanwezig zijn. Uit de analyse in het kader van het LOP kan geconcludeerd worden dat het plangebied op de flank van een es (de Boetelerenk) ligt. De essen zijn open en kennen een bolle ligging. Erven, houtwallen, singels, hagen en wegbeplantingen markeren de rand van de essen. Daartussen is sprake van zichtlijnen in de richting van de es. Op dit moment belemmeren de varkensstallen op het perceel Heesweg 63 het zicht op de es. Sloop van de varkensstallen betekent een aanzienlijke winst uit landschappelijk oogpunt. Bij de situering van de compensatiekavel en de woonbestemming is rekening gehouden met de landschappelijke karakteristiek ter plaatse (zie ook Bijlage 2 Advies landschappelijke inpassing nieuwe locatie compensatiewoning).

Archeologische waarden

Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Het plangebied en de directe omgeving maakt geen deel uit van een bekend archeologisch waardevol terrein.

De gemeente Raalte heeft een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. Hieruit is op te maken dat het plangebied deels een hoge en deels een lage archeologische verwachtingswaarde kent. De locatie van de nieuwe woning heeft een lage archeologische verwachtingswaarde. Een nader archeologisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk. Het advies van de regio archeoloog is opgenomen als Bijlage 12 Advies regio archeoloog.