direct naar inhoud van 4.1 Milieuaspecten
Plan: Heesweg 63
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110011-0002

4.1 Milieuaspecten

Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang te onderzoeken in hoeverre milieuhygiënische factoren belemmeringen opleveren voor de voorgestane ontwikkeling. In deze paragraaf wordt daarom ingegaan op (in willekeurige volgorde): geur, ammoniak, bodem, geluid (vanwege het bedrijventerrein Zegge VII en vanwege het wegverkeer), luchtkwaliteit en externe veiligheid.

Geur

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is sinds 1 januari 2007 het landsdekkend beoordelingskader voor geurhinder vanuit veehouderijen. De Wgv schrijft voor op welke wijze de geurhinder vanwege dierenverblijven beoordeeld moet worden indien een veehouderij een milieuvergunning aanvraagt. Indirect heeft de Wgv ook consequenties voor de totstandkoming van geurgevoelige objecten en dus voor de ruimtelijke ordening. Dit wordt ook wel de "omgekeerde werking" genoemd. De reden hiervoor is duidelijk: een geurnorm is bedoeld om mensen te beschermen tegen overmatige geurhinder, omgekeerd moet een bevoegd gezag dan ook niet toestaan dat mensen zichzelf blootstellen aan die overmatige hinder.

Op basis van de Wgv gelden (dus) geurnormen. Voor Ruimte-voor-ruimte woningen, waar in dit geval sprake van is, geldt een afwijkend toetsingskader. De artikelen 3 tot en met 6 van de Wgv zijn niet van toepassing op deze woningen. Voor deze woningen geldt een minimumafstand tussen het emissiepunt van een dierenverblijf en de gevel van een geurgevoelig object:

  • binnen de bebouwde kom 100 meter;
  • buiten de bebouwde kom geldt een afstand van 50 meter.

Aan de afstandseis van, in dit geval, 50 meter (ten opzichte van het dichtstbijzijnde dierenverblijf van Heesweg 65-67), kan in deze situatie worden voldaan. Ergo, de Wet geurhinder en veehouderij, staat de bouw van de compensatiewoning op de voorgestelde locatie, niet in de weg.

Omdat de gemeente Raalte voor de compensatiewoning een goed woon- en leefklimaat nastreeft, is toch nagegaan hoe hoog de geurbelasting is voor de compensatiewoning.

De te bouwen compensatiewoning ligt in de nabijheid van andere veehouderijen. Op het adres Heesweg 65-67 is sprake van een varkenshouderijbedrijf. Voor het adres Heesweg 54 geldt een melding op basis van het Besluit landbouw milieubeheer (voor 27 melk- en kalfkoeien en 29 vrouwelijk jongvee tot 2 jaar).

Voor melkvee en (bijbehorend) jongvee is in de Regeling geurhinder en veehouderij geen geuremissiefactor bepaald. Dit betekent dat de afstand tussen het veehouderijbedrijf en de te bouwen compensatiewoning tenminste 50 meter moet bedragen. Aan deze afstandseis wordt voldaan. De tussenliggende afstand bedraagt namelijk circa 80 meter.

De geurbelasting op de te bouwen woning vanwege het varkenshouderijbedrijf aan de Heesweg 65-67, is met behulp van het programma V stacks vergunning berekend. In eerste instantie zijn twee berekeningen uitgevoerd: een berekening op basis van de huidige vergunde situatie (zie Bijlage 4 V stacks berekening vergunde situatie Heesweg 65-67) en een berekening op basis van de maximale geurbelasting (zie Bijlage 5 V stacks berekening maximale geurbelasting Heesweg 65-67). Bij beide berekeningen is de geurbelasting op de gevel van de compensatiewoning bepaald. De geurbelasting is berekend op drie "gevelpunten" van de te bouwen compensatiewoning. De punten zijn allen gelegen aan de oostkant van de te bouwen woning. De schets "nieuwe situatie" zoals opgenomen in Bijlage 2 heeft als basis gediend voor het bepalen van de drie punten.

Uit de berekening op basis van de huidige, vergunde situatie blijkt dat de geurbelasting op alle drie de punten van de nieuwe woning onder de geurnorm van 14,0 Oue/m3 blijft. De bestaande woning Heesweg 61 kent in deze situatie de hoogste geurbelasting.

De tweede berekening is uitgevoerd op basis van de maximale geurbelasting, dat wil zeggen de maximale uitbreiding die het bedrijf Heesweg 65-67 zou kunnen doorvoeren (zonder dat de geurnorm wordt overschreden). Hierbij is ervan uitgegaan dat de uitbreiding in geureenheden in de grote stal, die het dichtstbij is gelegen, plaatsvindt. Er is gerekend met hetzelfde emissiepunt. In werkelijkheid is dit niet waarschijnlijk, omdat er al 2.592 vleesvarkens via dit emissiepunt geventileerd worden. Een uitbreiding zou logischerwijs verder noordwaarts plaatsvinden. Er is dus uitgegaan van een worstcase scenario. De geureenheden mogen toenemen met 6.760 odeurunits (totaal 15.832 odeurunits). Wanneer voor hetzelfde stalsysteem wordt gekozen als nu vergund is, komt dit overeen met een uitbreiding van 1.931 vleesvarkens ten opzichte van de huidige vergunde situatie. Wanneer het emissiepunt verder richting het noorden wordt gesitueerd, kunnen er nog meer dieren worden gehouden zonder de normen voor geurbelasting op de omliggende woningen te overschrijden. Uit de berekening kan worden geconcludeerd dat bij uitbreiding van het bedrijf Heesweg 65-67, Heesweg 61 de meest beperkende factor blijft. De nieuw te bouwen compensatiewoning belemmert daarmee de bedrijfsvoering van het varkenshouderijbedrijf aan de Heesweg 65-67 niet.

Omdat binnen dit bestemmingsplan geen bouwvlak voor de compensatiewoning wordt opgenomen (zie ook 5.2 Planopzet), zijn ook twee berekeningen uitgevoerd, waarbij de geurbelasting bepaald is voor de rand van het (nieuwe) bestemmingsvlak "Wonen". Daarbij zijn op de oostrand van het bestemmingsvlak twee punten bepaald: hoekpunt op 32 meter uit de Heesweg en punt halverwege de bestemmingsgrens aan de oostrand. Deze punten zijn bepaald omdat de compensatiewoning "aan de Heesweg" wordt gebouwd. Achter de compensatiewoning is ruimte voor een bijgebouw. De geurberekeningen zijn opgenomen als Bijlage 6 V stacks berekening vergunde situatie en rand bestemmingsvlak en Bijlage 7 V stacks berekening maximale geurbelasting en rand bestemmingsvlak. Beide berekeningen (voor zowel de vergunde situatie als de maximale geurbelasting) laten zien dat de geurbelasting onder de geldende geurnorm blijft.

Ammoniak

Varkenshouderijbedrijven veroorzaken uitstoot van ammoniak. De ammoniak die vrijkomt uit de stallen slaat elders neer. Deze zogenaamde depositie kan een negatief effect hebben op de kwaliteit van natuur die gevoelig is voor verzuring en vermesting.

Dit initiatief heeft uitsluitend positieve gevolgen als het gaat om ammoniak. Op de locatie Heesweg 63 zijn immers geen varkens meer gehuisvest en is dus ook geen sprake meer van ammoniakuitstoot.

Bodem

In het kader van de bestemmingsplanherziening is door Terra Agribusiness BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is neergelegd in het rapport "Verkennend bodemonderzoek Heesweg 63 te Mariënheem" (project 2011-116 en datum 6 december 2011). Het rapport is opgenomen als Bijlage 8 Verkennend bodemonderzoek bij deze toelichting. Hierna wordt volstaan met de conclusies uit het onderzoek. Ter plekke van de bovengrondse dieseltank zijn in de grond zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen. Analytisch zijn er in de grond en in het ondiepe grondwater ook geen verhogingen ten opzichte van de streefwaarde AW2000 aangetroffen. Voor het overig terrein kan geconcludeerd worden dat:

  • in de grond geen van onderzochte componenten is aangetoond in een concentratie boven de achtergrondwaarde en/of detectiegrens;
  • het grondwater licht verontreinigd is met Cadmium, Koper en Zink; en
  • het grondwater matig verontreinigd is met Barium.

De aangetroffen concentratie barium in het grondwater is waarschijnlijk van natuurlijke oorsprong. Er zijn geen milieuhygiënische bezwaren tegen de voorgenomen bestemmingswijziging met de daarbij behorende bouwplannen, aldus Terra Agribusiness BV.

Geluid vanwege het bedrijventerrein Zegge VII

De compensatiewoning ligt buiten de huidige geluidzone van bedrijventerrein De Zegge, maar binnen de nieuwe geluidzone vanwege De Zegge VII en de Thematische herziening ten behoeve van de geluidzone. In dit kader is een akoestisch onderzoek uitgevoerd neergelegd in de "Akoestische Memo bestemmingsplan Heesweg 63 te Raalte". De akoestische memo is opgenomen als Bijlage 9 Akoestisch onderzoek geluidzone bedrijventerrein bij deze toelichting. De conclusie is dat de invloed van het bedrijventerrein De Zegge, inclusief De Zegge VII, ter plaatse van de te realiseren nieuwe woning maximaal 52 dB(A) etmaalwaarde zal bedragen. De gemeente Raalte is voornemens voor deze situatie een hogere grenswaarde te verlenen. Daarmee wordt voldaan aan de Wet geluidhinder.

Geluid vanwege wegverkeer

Bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan dat (deels) is gelegen binnen een geluidzone op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder (Wgh), dient voldaan te worden aan het gestelde in de Wgh. De compensatiewoning ligt binnen de geluidzone van de Heesweg. Er is daarom een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd. Het onderzoek is neergelegd in het rapport "Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai voor een op te richten woning aan de Heesweg 63 te Mariënheem" (datum 1 november 2011). Het rapport is opgenomen als Bijlage 10 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de voorgevel van de te bouwen compensatiewoning voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 opgenomen grenswaarde1, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof danwel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is per 1 augustus 2009 in werking getreden.

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: 100.000 m² brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 200.000 m² brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Voorliggend bestemmingsplan maakt een ontwikkeling mogelijk, die van geringere omvang is dan de ontwikkelingen die hiervoor zijn aangegeven. Het gaat immers om de bouw van slechts één woning. Er kan daarom geconcludeerd worden dat de luchtkwaliteit "niet in betekende mate" zal verslechteren. Derhalve hoeft niet nader op het aspect luchtkwaliteit te worden ingegaan.

Aangenomen mag worden dat de ontwikkeling positieve gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit, omdat het varkenshouderijbedrijf op het perceel Heesweg 63 reeds is beëindigd. Op het perceel kan eveneens geen agrarisch bedrijf meer worden gevestigd, omdat het agrarisch bouwblok met dit bestemmingsplan ook wijzigt in een woonbestemming.

Externe veiligheid

Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Hierin zijn regels gesteld teneinde de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Bedrijven die onder het besluit vallen zijn onder meer grote chemische bedrijven, lpg- tankstations en bedrijven die 10.000 kilo of meer chemicaliën opslaan. Het besluit verplicht gemeenten en provincies voortaan met veiligheidsnormen rekening te houden. Op basis van de Risicokaart van de provincie Overijssel blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle bedrijven zijn gevestigd die vallen onder het Bevi.

De basis voor de risicobenadering bij het vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg, water en spoor) ligt in "Omgaan met risico's". De algemene uitgangspunten zijn uitgewerkt in de "Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" (RNVGS). Sinds augustus 2004 is er sprake van een "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen". Met deze circulaire wordt het beleid als vervat in de RNVGS verder geoperationaliseerd en verduidelijkt. Als verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen rijks-, provinciale en gemeentewegen worden aangewezen. In de directe omgeving van het plangebied komen geen routes gevaarlijke stoffen voor.

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de daarbijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. In of in de directe omgeving van het plangebied is geen sprake van aardgastransportleidingen.

Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de voorgestane ontwikkeling voor het perceel Heesweg 63 te Mariënheem.