direct naar inhoud van 5.6 Flora en fauna
Plan: Beaphar te Raalte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20100012-0003

5.6 Flora en fauna

De huidige natuurbeschermingswetgeving kan worden onderverdeeld in gebiedsbescherming en soortbescherming. Op het voornemen is alleen de soortbescherming door de Flora- en faunawet van toepassing omdat beschermde natuurgebieden (Natura2000-gebieden en de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur) niet aanwezig zijn in de nabijheid van de locatie. Het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied (PEHS Overijssel) ligt op ongeveer 1,2 km afstand van de inrichting. Ten behoeve van de nieuwbouw is een natuurtoets conform de Flora- en faunawet uitgevoerd (kenmerk R001-4591059NKG-rvb-V01-NL, 22 oktober 2008.

Op 22 mei 2008 is de locatie door een ecoloog geïnspecteerd op de aanwezigheid van onder andere beschermde planten, vaste verblijfplaatsen van vogels en de geschiktheid van de locatie voor vleermuizen (hiernaar is een aanvullend onderzoek verricht in de periode juni tot en met oktober 2008). De volgende conclusies kunnen worden getrokken:

  • Beschermde plantensoorten, dagvlinders, libellen en overige ongewervelden worden niet verwacht op de locatie. Reptielen worden evenmin verwacht en vissen komen niet voor op de locatie. Van 'overige zoogdieren' en amfibieën worden mogelijk alleen algemeen voorkomende tabel 4.1-soorten verwacht op de locatie. Hiervoor geldt een vrijstellingsregeling, hetgeen betekent dat geen ontheffing van de Flora- en faunawet hoeft te worden aangevraagd. Wel geldt de zorgplicht
  • Foerageergebied voor vleermuizen is aanwezig in het plangebied. De aantallen vleermuizen op het terrein zijn gemiddeld. Door de aantasting van de groenstructuren verdwijnt het foerageergebied, echter in de omgeving is voldoende alternatief leefgebied aanwezig, waardoor de gunstige staat van instandhouding van de lokale populatie vleermuizen niet wordt geschaad. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is derhalve niet noodzakelijk
  • Vaste verblijfplaatsen van vogels (bijvoorbeeld nesten van steenuilen of kerkuilen) komen niet voor op de locatie. Het voornemen heeft evenmin tot gevolg dat de functionele omgeving van vaste verblijfplaatsen wordt aangetast. Er hoeft daarom geen ontheffing voor vaste verblijfplaatsen van vogels te worden aangevraagd

Omdat LNV geen ontheffing verleent voor het verstoren van broedende vogels, dienen verstorende werkzaamheden zoals uitbreiding en nieuwbouw buiten het broedseizoen van vogels te worden uitgevoerd. Dit broedseizoen loopt globaal van medio maart tot medio juli. Ten behoeve van de bouwwerkzaamheden zal de aanwezige groensingel moeten worden gekapt. Wanneer dit is gebeurd voor de aanvang van het broedseizoen, zijn er geen beperkingen meer ten aanzien van vogels en kunnen de bouwwerkzaamheden ook binnen het broedseizoen worden uitgevoerd. Bij de planning zal hiermee rekening worden gehouden.

Het bedrijf Beaphar (en de uitbreiding van het bedrijf) is bovendien niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur of in de nabijheid van een Natura 2000 gebied.

Ecologie vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van het plan.