Plan: | Koe in de Kost, verblijfsrecreatie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20100002-0003 |
De LOP visie schetst de landschappelijke karakteristiek en het toekomstbeeld voor het plangebied. Vanuit de visie wordt duidelijk welke ontwikkelingen op welke wijze passen in het Sallandse landschap en hoe het karakter van dit landschap versterkt kan worden. Van belang in de visie is dat de dynamiek in het gebied wordt aangegrepen om het landschap te versterken en te ontwikkelen. De ontwikkelingen die in het gebied spelen en op het gebied afkomen worden ingezet als 'motoren' voor landschapsontwikkeling.
De geschetste karakteristiek en de motoren voor de verschillende opgaven zoals beschreven in het LOP, zijn uitgangspunt geweest voor het landschapsplan, dat is opgenomen in de bijlage.
Dekzandruggen
Het grootste deelgebied van het plangebied van Koe in de Kost is onderdeel van het landschap 'dekzandruggen' (zie figuur 3.1). De visueel-ruimtelijke kwaliteiten van deze gebieden zijn voor een belangrijk deel gelegen in de sterke verwevenheid van diverse ruimtelijke elementen zoals bosjes, bebouwing, houtwallen en singels. Samen met reliëfverschillen (essen) en open ruimtes ontstaat hierdoor een gevarieerd landschapsbeeld van besloten tot half open landschap, ook wel kampen- of hoevenlandschap genoemd.
Het landschapsbeleid hier spitst zich toe op het versterken van de karakteristiek door de hoger gelegen ruggen ruimtelijk te verdichten. Nieuwe rode functies in het buitengebied (passend binnen bestaand beleid) zijn landschappelijk gezien het meest wenselijk op de ruggen onder de voorwaarde dat landschapselementen worden aangelegd. De wegen op de ruggen zijn beplant. Doorgaande structuren zoals het Overijssels Kanaal en de doorgaande wegen passen zich aan deze karakteristiek aan en zijn ter hoogte van de ruggen beplant. Het recreatieve beleid voor deze gebieden staat de ontwikkeling van recreatieve voorzieningen op ruggen toe. Karakteristieke landschapselementen spelen hierbij een belangrijke rol.
Enkele zaken uit het LOP die van invloed zijn geweest op het ontwerp zijn:
Weteringenlandschap
Het oostelijk deel van het plangebied is gelegen in het 'Weteringenlandschap'. De weteringen zijn de dragers van de landschapsstructuur. De waterlopen worden ontwikkeld tot brede moeras- en broeklandschappen met ruimte voor water en natte natuur. De laagtes dienen zoveel mogelijk open te blijven, opgaande beplanting en andere ruimtelijke verdichting worden in de laagtes niet gestimuleerd. Natte zones en het versterken van openheid door het vasthouden van water op het maaiveld zijn hierbij van belang.
Enkele zaken uit het LOP die van invloed zijn geweest op het ontwerp zijn:
Figuur 3.1 Visiekaart LOP (bron: www.sallandbuiten.nl, 2010)