Plan: | Raalte Kern, omgeving Koekoek 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20090033-0003 |
In de maanden maart en april 2009 is door Hunneman Milieu-Advies een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Koekoek 1 te Raalte. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de voorgenomen aankoop van en nieuwbouw op de locatie. Het onderzoek heeft tot doel aan te geven of op de locatie redelijkerwijs wel/geen sprake is van bodemverontreiniging.
Het veldwerk, de grond- en grondwaterbemonstering en het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek" BRL SIKB 2000.
Tijdens het veldwerk zijn lokaal puinsporen waargenomen. Zintuiglijk is geen asbestverdacht materiaal in of op de bodem aangetroffen. In het mengmonster van de bovengrond (MM-01) zijn, van de geanalyseerde parameters, geen gehalten aangetroffen boven de achtergrondwaarden.
In het mengmonster van de ondergrond (MM-02) zijn, met uitzondering van een licht verhoogd gehalte aan kobalt, geen gehalten aangetoond boven de achtergrondwaarden. Het verhoogd aangetoonde gehalte aan kobalt overschrijdt de achtergrondwaarde, maar blijft beneden de toetsingswaarde voor nader onderzoek.
In het grondwater (peilbuis 1) is licht verhoogde gehalten aan arseen, chroom en een matig verhoogd gehalte aan barium aangetoond. Het aangetoonde gehalte aan barium overschrijdt de toetsingswaarde voor nader onderzoek, maar blijft beneden de interventiewaarde. Naar aanleiding van het verhoogd aangetoonde gehalte aan barium is het grondwater herbemonsterd. Na herbemonstering is een licht verhoogd gehalte aan barium aangetoond. De verhoogd aangetoonde gehalten aan arseen, barium en chroom overschrijden de streefwaarden, maar blijven beneden de toetsingswaarden voor nader onderzoek.
Voor de wijziging van de bestemming van de bestaande woning is een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd.
Dit onderzoek is in januari 2010 door Hunneman Milieu Advies uit Raalte uitgevoerd.
Zintuiglijk zijn in de vaste bodem geen noemenswaardige bijmengingen aan bodemvreemde materialen waargenomen. Zintuiglijk is geen asbestverdacht materiaal in de bodem aangetroffen. In de vaste bodem zijn, van de geanalyseerde parameters, geen gehalten aangetoond boven de achtergrondwaarden. in het grondwater zijn geen gehalten aangetoond boven de streefwaarden.
Op basis van de onderzoeksresultaten bestaan vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaren voor de voorgenomen bestemmingsplanwijziging.
De verkennende bodemonderzoeken zijn als Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek bij dit plan gevoegd.