direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20080018-0003

2.4 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Heino 2006-2020

De Structuurvisie Heino 2006-20202 geeft een analyse van het dorp Heino, om vervolgens in te gaan op de gewenste ontwikkelingen voor de kern.

Centraal in de gewenste ontwikkeling staat het behoud van voorzieningen. Uit de analyse van de kern is duidelijk geworden dat als de huidige ontwikkeling van het dorp Heino zich voortzet, er een situatie dreigt waarin het draagvlak voor deze commerciële voorzieningen en voorzieningen voor jongeren afneemt. Voor het behoud van voorzieningen is het gewenst deze trend te doorbreken. Hiervoor is een aantal instrumenten beschikbaar. Ten eerste is het gewenst dat de bevolkingsontwikkeling van het dorp sterker dan nu toeneemt en het voorzieningendraagvlak blijft ondersteunen. Dit kan bewerkstelligd worden door een toename van de woningbouw. Het is daarbij van belang een extra impuls te bieden aan huisvesting van mensen met een sociale of economische binding met Heino. Daarnaast is extra aandacht nodig voor de huisvesting van starters en senioren.

Naast het inwoneraantal is ook de bevolkingssamenstelling een belangrijk item. Er zal sprake moeten zijn van een evenwichtige bevolkingsopbouw. Om deze samenstelling te bereiken is het van belang dat er voldoende kansen zijn voor starters op de woningmarkt en voor gezinnen met kinderen.

Er wordt veel belang gehecht aan de omgeving van het dorp en de groene plekken in het dorp. Bij uitbreiding van het dorp moet gekozen worden voor een bouwwijze die aansluit bij het dorpse karakter van Heino.

Verjonging van het dorp kan ook bereikt worden door een kwalitatief goed aanbod van voorzieningen. Door middel van clustering en vergroten van de samenwerking tussen voorzieningen zou verhoging van de kwaliteit van het bestaande aanbod nagestreefd moeten worden.

Daar waar het gaat om de mogelijkheden voor het lokale bedrijfsleven, is het van belang dat de capaciteit van het huidige bedrijventerrein wordt uitgebreid. Daarnaast is het gewenst dat er een pand wordt gerealiseerd waarin startende ondernemers een plek kunnen vinden. Tevens is behoud van de middenstand in Heino van belang.

Kortom, de gewenste ontwikkeling van Heino in de komende 15 jaar is gericht op het voorzien in de woningbehoefte, ook van mensen met wortels in Heino die naar het dorp willen terugkeren; op ondersteuning van het voorzieningendraagvlak, op verjonging van de bevolkingssamenstelling en op kwalitatieve verbetering van de bestaande voorzieningen. Op die manier blijft Heino een vitaal en aantrekkelijk dorp voor alle bevolkingsgroepen.

Op basis van bovenstaande ambities is er een integrale afweging gemaakt. Er is gekozen voor een beheerste groei van het dorp. Heino gaat niet op slot, maar de gemeente is ook geen voorstander van een explosieve groei van het dorp. Heino zal zich zo moeten ontwikkelen dat de centrale positie van het centrum zoveel mogelijk wordt gehandhaafd en versterkt. Idealiter wordt er dus gestreefd naar het model van een 'rond dorp'. Hoewel inbreiding belangrijk is, zowel uit het het oogpunt van zuinig ruimtegebruik als vanuit de woningbehoefte, kan het niet zo zijn dat elk groen plekje wordt bebouwd. Open zones binnen het dorp en de verbindingen met het landschap rond Heino moeten zoveel mogelijk gehandhaafd blijven.

Heino kent veel potentiële mogelijkheden voor woningbouw, meer dan voor een beheerste groei noodzakelijk is. Voor de periode 2006-2020 is dan ook een afweging uitgevoerd, die er toe leidt dat in de structuurvisieperiode aan een diversiteit van woonmilieus gewerkt gaat worden:

  • dorpse uitbreiding: vooral appartementenbouw voor starters en senioren;
  • wonen met zorg;
  • uitbreidingsnieuwbouw in laagliggende gebieden, waarin wadi's worden aangelegd;
  • luxere bouw in bos-/parkachtige setting.

De woonvisie Raalte geeft een indicatie van de noodzakelijke woningvoorraaduitbreiding van Heino tot 2015. Hier wordt uitgegaan van 250 tot 280 woningen voor Heino. In dit aantal is niet begrepen de vraag van economisch en/of sociaal gebondenen die thans niet in Heino wonen. Uit ervaringen blijkt dat deze vraag de behoefte van de eigen inwoners met 10 tot 15% verhoogt. Op basis van deze gegevens wordt uitgegaan van een te bouwen aantal woningen van 400 in de periode 2006-2020. Het uitgangspunt is dat van de 400 woningen er 200 door inbreiding en 200 door uitbreiding worden gerealiseerd. Inbreidingslocaties kunnen goed gebruikt worden voor het realiseren van appartementenbouw voor starters en senioren waaronder woningen met zorg (woonzorgzone).

Eén van de uitgangspunten van de gemeente voor de ontwikkeling van Heino is dat het centrum ook daadwerkelijk zoveel mogelijk centraal blijft liggen. Dat betekent dat de zoekrichting voor potentiële woningbouwlocaties een cirkel rondom het huidige centrum beslaat. Dit uitgangspunt van "het ronde dorp" heeft zowel potentiële inbreidings- als uitbreidingslocaties opgeleverd. De conclusie luidt dat Heino ruim voldoende locaties heeft om de woningbouw voor de eigen bevolking inclusief economisch en/of sociaal gebonden in de periode t/m 2020 te realiseren. Het gaat erom de potentiële locaties ook daadwerkelijk bebouwbaar te maken. Overigens is een zekere overmaat aan locaties strikt noodzakelijk om de beoogde aantallen ook daadwerkelijk te realiseren. En die overmaat is dus aanwezig.

Het centrum van Heino heeft een belangrijke betekenis als voorzieningencentrum; dit moet behouden blijven. Het winkelapparaat verdient ondersteuning door woningbouw, goede toegankelijkheid en gratis parkeren. Verder juicht de gemeente de totstandkoming van een dorpshuis in het voormalige gemeentehuis van harte toe.

Het bedrijventerrein Blankenfoort krijgt een uitbreidingsreservering van ca. 8 ha. voor uitbreiding van gevestigde bedrijven en het accommoderen van (door)startende bedrijven.

De belangrijkste maatregel op het gebied van sport is de mogelijke verplaatsing (op termijn) van de voetbalvelden en het handbalveld naar de overzijde van de Brinkweg of de locatie Heino Noordoost.

Binnen de onderwijswereld is een concentratie-tendens en de ontwikkeling van Brede Scholen gaande. Hieraan wenst men ook in Heino vorm te geven.

De verkeers- en vervoersstructuur in Heino is in beginsel goed en ook in staat de toekomstige groei op te vangen. Wel is aandacht nodig ten aanzien van de handhaving in 30 km-gebieden, doorgaand verkeer door het centrum en langparkeren in het centrum.

Behoud van cultuurhistorisch erfgoed en de waardevolle landschappen rond Heino is een uitgemaakte zaak. Voor nieuwe in- en uitbreidingsgebieden moet goed worden nagedacht over de waterbeheersing en voorkoming van wateroverlast. In principe moet bij (nieuwe) bebouwing in bestaand stedelijk gebied worden gezocht naar aanvullende waterberging. De gemeente Raalte is voorstander van de aanleg van wadi's.

Onderhavig bestemmingsplan betreft een beheerplan en bovenstaande geschetste ontwikkelingen worden dan ook grotendeels niet meegenomen in dit bestemmingsplan. Voor wat betreft de mogelijke woningbouwlocaties geldt het volgende:

De uitbreidingsgebieden vallen buiten het plangebied van dit bestemmingsplan. Voor de locatie 'Kamphof' is een bouwvergunning verleend waardoor deze ontwikkeling meegenomen wordt in dit bestemmingsplan en de locatie direct bestemd wordt conform het toekomstig gebruik. Voor de overige locaties worden de ontwikkelingen niet meegenomen in dit bestemmingsplan, deze locaties worden bestemd conform huidig gebruik. Wanneer de plannen zijn uitgekristalliseerd zullen hiervoor aparte (bestemmingsplan)procedures worden doorlopen.

Waterplan Raalte

Het waterplan Raalte "een helder verhaal" is een gezamenlijk plan van de gemeente en het Waterschap. Hierin wordt een kader geschapen voor het maken van beleidsmatige en procesmatige afspraken over de wijze waarop ruimtelijke ordening en water op elkaar afgestemd moeten worden. Het is een beleidsdocument waarin al het water binnen de gemeentegrenzen van Raalte integraal benaderd wordt. Daarmee vormt het een basis voor het streven naar een duurzaam, toekomstgericht watersysteem en biedt daarnaast een waterkader voor alle beleidsvelden die raken aan het waterbeheer.

In het rapport is een visie op de toekomst van het watersysteem uiteengezet. Deze visie heeft een vertaling gekregen in een concrete set van maatregelen voor de thema's:

  • te veel en te weinig water (wateroverlast);
  • waterkwaliteit en ecologie;
  • waterbeleving;
  • communiceren.

In paragraaf 5.6 'Water' wordt nader ingegaan op de waterhuishouding binnen de kern.

Evenementennota

De grote hoeveelheid aan evenementen binnen de gemeente heeft gevolgen voor de inwoners (zowel versterking van sociale cohesie als ook overlast), voor de gemeente (veel aanvragen voor vergunningen) en voor andere partijen zoals de politie (beheersbaarheid).


Het doel van het evenementenbeleid3 is het creëren van duidelijkheid. Uitgangspunt van deze nota is het behouden van de huidige vorm van de evenementen. Er treden slechts kleine veranderingen op. Momenteel zijn enkele randvoorwaarden aan evenementen, zoals het sluitingstijdstip, al bepaald. De overige zaken zoals een verkeersplan of calamiteitenplan worden nu per evenement bepaald. Door middel van deze nota worden aan alle grootschalige of kleinschalige evenementen dezelfde voorwaarden gesteld. Het begrip 'grootschalig evenement' is in deze nota nader bepaald.

De grootste verandering voor organisatoren van een evenement is vooral terug te vinden in de vereenvoudiging van de procedure van vergunningverlening. Veel kan namelijk aan de verantwoordelijkheid van organisatoren en burgers worden overgelaten. Een terugtredende overheid is wenselijk. Op basis van de tweedeling in type evenement waren in 2007 24 evenementen grootschalig. Alle overige evenementen en activiteiten zijn kleinschalig. Voor deze evenementen geldt dat zoveel mogelijk met standaardvoorschriften wordt gewerkt.


Voor de grootschalige evenementen blijft overleg met onder andere de gemeente noodzakelijk. De evenementen blijven vergunningplichtig met de bijbehorende specifieke voorschriften. Voor sommige evenementen kunnen veranderingen optreden, omdat wordt voorgesteld om een terrein/gebied gedurende een evenement aan een organisatie uit te geven. Indien derden activiteiten in dit gebied willen ontplooien dan dienen zij met de betreffende organisatie (van het totale evenement) te overleggen. Denk aan het evenement Pompdagen dat het gehele centrumgebied beslaat. Ook kunnen veranderingen ontstaan door het sanctiebeleid. Het niet naleven van voorschriften uit de vergunning zal gevolgen hebben voor voortzetting van het evenement in de jaren daarop.


Tot slot is het aantal evenementen per dorp en per terrein begrensd, namelijk maximaal zeven grootschalige evenementen per dorp waarvan de grootschalige evenementen per terrein tezamen niet langer duren dan 12 evenementendagen per jaar.

In onderhavig bestemmingsplan worden de locaties waar het houden van evenementen acceptabel is (openbare ruimte) daarvoor positief bestemd. Dit betreft de gronden met de bestemming 'Agrarisch', 'Centrum', 'Gemengd', 'Groen', 'Sport' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Een nadere afweging ten aanzien van een evenement zal, zoals in de evenementennota beschreven, gebeuren in het kader van de verlening van de vergunning voor dat evenement. De aanvraag zal getoetst worden aan de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de gemeentelijke evenementennota. Er wordt dan ook gekeken naar de gevolgen voor de omgeving. Eventueel worden nadere regels gesteld.

Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP)

In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP)4 is het beleid op het gebied van verkeer en vervoer in de gemeente Raalte aangegeven met als planhorizon 2010.

De hoofddoelstelling luidt:

Het bevorderen van een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer dat noodzakelijk is voor het verrichten van de wenselijke maatschappelijke activiteiten, waarbij alle vormen van verkeershinder zoveel mogelijk beperkt worden. Deze hoofddoelstelling is uitgewerkt in een aantal subdoelstellingen, hieronder worden enkel de doelstellingen die voor dit bestemmingsplan van belang zijn, genoemd:

  • bevordering van de verkeersveiligheid. Dit zit grotendeels in het concept 'Duurzaam Veilig'. Er dient een samenhangend verkeerssysteem te worden opgezet zodat de verkeersveiligheid verbeterd wordt;
  • terugdringen hinder door doorgaand verkeer. Het vermijden van doorgaand verkeer over straten en wegen waar dit ongewenst is een belangrijke doelstelling;
  • het op elkaar afstemmen van functie (conform categorisering), vorm en gebruik van de wegen. De uitwerkingsdoelstelling van het categoriseren is het (op termijn) in overeenstemming brengen van de weginrichting met de functie die de weg in het wensbeeld heeft gekregen. Als uitwerking van de categorisering zullen de 30- en 60 km/uur-gebieden worden uitgebreid.

Bovenstaande beleidsdoelstellingen zijn uitgewerkt in een maatregelenpakket. In de eerste fase van Duurzaam Veilig heeft het creëren van verblijfsgebieden (30 km/uur-gebieden) binnen de bebouwde kom prioriteit. Om een snelheidsregime in te kunnen te stellen van 30 km/uur dienen op netwerk-, kruispunt- en wegvakniveau maatregelen te worden getroffen. De gemeente heeft reeds diverse 30 km/uur-gebieden gerealiseerd, waaronder de kern Heino. Op afbeelding 2 is het principemaatregelenpakket voor de situatie binnen de bebouwde kom van Heino weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20080018-0003_0002.gif"  
Afbeelding 2. Maatregelenpakket 30 km/uur-gebied kern Heino (tot 2010)
 

Voor het onderhavige bestemmingsplan is bovenstaande kaart met 30 km/uur-gebieden het uitgangspunt geweest voor het bestemmen van de wegen. De wegen met een 30 km/uur regime hebben de bestemming 'Verkeer – Verblijfsgebied' gekregen terwijl de wegen behorende tot gebieden met een hogere maximumsnelheid de bestemming 'Verkeer' hebben gekregen.

Beleidskader Functies op bedrijventerreinen

Raalte is een woon- én een werkgemeente. Zowel voor lokale als voor regionale bedrijven biedt Raalte ruimte om te ondernemen. Een belangrijk deel is op een van de Raaltese bedrijventerreinen gevestigd. De gemeente wil bedrijven die ruimte ook blijven bieden.

Het beleidskader5 brengt alle belangen op de bedrijventerreinen binnen de gemeente met elkaar in verband en weegt ze vervolgens tegen elkaar af. Zo wordt voor elk bedrijventerrein een doelgroep bepaald. Dat wordt op basis van criteria en normen gedaan. De criteria (bijvoorbeeld de milieucategorie) zijn op alle terreinen van toepassing. De normen (bijvoorbeeld dat bedrijven tot en met milieucategorie 3 worden toegelaten) die daarbij horen, kunnen echter per terrein verschillen.

Criteria voor voorzieningen op bedrijventerreinen elders in Raalte

Het beleidskader functies op bedrijventerreinen is vooral toegespitst op Raalte, meer in het bijzonder bedrijventerrein Zegge I en de Spoorzone. Voor de bedrijventerreinen in de overige kernen en in Raalte is maatwerk voor de toe te laten functies gewenst; maatwerk voor functies als detailhandel en andere commerciële (leisure, sport e.d.) en maatschappelijke voorzieningen (b.v. een kinderdagverblijf). Niet iedere functie heeft dezelfde eigenschappen, zodat verschillende criteria (kunnen) gelden voor deze functies.

Hieronder is een aantal criteria opgesomd die kunnen worden gebruikt bij het beoordelen en afwegen van toe te laten functies op bedrijventerreinen elders in de gemeente Raalte. Eerst wordt een aantal criteria voor de functie detailhandel opgesomd, vervolgens komen de criteria die zowel voor detailhandel als voor commerciële voorzieningen en maatschappelijke voorzieningen gelden aan bod. Opgemerkt wordt dat het overzicht niet limitatief is.

Detailhandel op bedrijventerreinen

  • De bestaande voorzieningenstructuur mag niet onevenredig worden aangetast. Van structuurverstoring is sprake als de mogelijke komst leidt tot een omzetverschuiving die buiten de distributie-planologische dynamiek valt en leidt tot schade aan de bestaande structuur en het beoogde geformuleerde detailhandelsbeleid (aan te tonen met een distributieplanologisch onderzoek, dpo);
  • Geen grootschaligheid, kleinschaligheid staat voorop (kleiner dan 1.000 m² bedrijfsvloer oppervlakte);
  • Geen detailhandel in dagelijkse artikelen, voorkeur voor Perifere DetailhandelsVestigingen (PDV) (en volumineuze goederen).

Horeca, commerciële en maatschappelijke voorzieningen op bedrijventerreinen

  • Geen horeca;
  • Alleen toepassen in incidentele, concrete gevallen, er dient te worden aangetoond dat alternatieve locaties niet realistisch zijn;
  • Wat zijn de te verwachten mobiliteitseffecten? Het gaat om de verkeersaantrekkende werking van het beoogde planinitiatief (winkel/formule). In de afweging kunnen de verkeerseffecten, de bereikbaarheid met openbaar vervoer en de intensiteit van vrachtbewegingen aan de orde komen;
  • Leidt het planinitiatief tot schade aan de ruimtelijke kwaliteit of wordt deze versterkt? Hierbij spelen de uitstraling en versterking voor de gebouwde en ruimtelijke omgeving van de betreffende vestigingslocatie en de aansluiting op (bestaande) infrastructuur een rol;
  • Beoordelen of de activiteit een verzorgende, toegevoegde functie heeft voor het omliggende gebied (voor de werkers / bedrijven) dan wel een verzorgende, toegevoegde waarde heeft voor de gemeente dan wel de kern, vanwege het unieke karakter ervan. Ook wordt meegenomen of de activiteit niet gewenst is in bestaande winkelgebieden (vanuit oogpunt milieu en/of ruimtelijk).

In onderhavig bestemmingsplan wordt detailhandel, behalve de handel in motorvoertuigen, niet direct toegestaan op de bedrijventerreinen. Ook andere functies, zoals commerciële en maatschappelijke voorzieningen zijn niet toegestaan. Deze voorzieningen horen thuis in het centrum van de kern. Er wordt dus strikt omgegaan met bovenstaande criteria uit het beleidskader, om zo de levensvatbaarheid van het centrum van Heino te garanderen. De aanwezige detailhandelsvoorzieningen op het bedrijventerrein, één fietsenwinkel met reparatie- en herstelwerzaamheden, één detailhandelsvoorziening in volumineuze artikelen en één detailhandelsvoorziening in vuurwerk, kunnen blijven bestaan en zijn positief bestemd.

Welstandsnota

In de welstandsnota van Raalte6 staat beschreven aan welke eisen het uiterlijk van een bouwwerk moet voldoen. Bij de behandeling van bouwaanvragen speelt deze nota dus een belangrijke rol. De welstandsnota is een duidelijk en objectief toetsingskader voor de welstandscommissie. En voor de inwoners van de gemeente Raalte biedt de nota meer inzicht in deze toetsing door de commissie en - minstens zo belangrijk - meer zekerheid vooraf over de haalbaarheid van bouwplannen. Naast algemene en gebiedsgerichte criteria zijn in de welstandsnota voorwaarden opgenomen voor veel voorkomende, kleine bouwplannen.

De kern Heino is in de welstandsnota verdeeld in deelgebieden. Er wordt onderscheid gemaakt in:

  • 1. Historisch gegroeide woon- en gemengde gebieden
    • a. Eslint - dorpsgebied
    • b. Eslint - uitloper/buurtschap
    • c. Jonge ontginningslint - uitloper/buurtschap
  • 2. Planmatig ontworpen woongebieden
    • a. Woongebieden in stroken- en blokverkaveling
    • b. Woonerven
    • c. Woongebieden eind 20e/begin 21e eeuw
    • d. Individuele bouw
  • 3. Woongebieden met een sterke architectonische ensemblewaarde
    • a. Traditionalisme
    • b. Neomodernistische bebouwing
  • 4. Werkgebieden en grootschalige publieke voorzieningen
    • a. Werkgebieden met weinig samenhang tussen stedenbouw en architectuur
  • 5. Groengebieden
    • a. Parken en begraafplaatsen
    • b. Sportterreinen en recreatiegebieden
    • c. Grootschalige bebouwingscomplexen en instituten in een groene omgeving
    • d. Essen- en Kampenlandschap

Voor elk gebied zijn gebiedsgerichte criteria opgesteld.

De inhoud van de welstandsnota en het onderhavige bestemmingsplan zijn op elkaar afgestemd.

Op dit moment wordt de welstandsnota geactualiseerd.

Externe veiligheidsbeleid

De gemeente Raalte wil haar burgers een veilige leefomgeving bieden. In die zin draagt zij een belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om externe veiligheid. Om die verantwoordelijkheid in te vullen heeft de gemeente Raalte het Externe Veiligheidsbeleid7 geformuleerd.

Doel van het externe veiligheidsbeleid is om duidelijk te maken welke externe veiligheidsrisico's in de gemeente Raalte aanwezig zijn en hoe er met deze en toekomstige risico's om dient te worden gegaan. Dit betekent dat onder meer invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichting om het groepsrisico8en plaatsgebonden risico9 te overwegen.

De gemeente Raalte kent voor wat betreft Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) tien risicobronnen waarvan er negen LPG-tankstations betreffen en één opslag gevaarlijke stoffen. Er zijn op dit moment geen situaties die knelpunten opleveren voor wat betreft het plaatsgebonden risico.

De gemeente Raalte streeft naar een verantwoord evenwicht tussen risico's en de behoefte aan de activiteiten die de risico's veroorzaken. Daartoe conformeert de gemeente Raalte zich aan haar wettelijke verplichtingen. Daar waar de gemeente als bevoegd gezag een beoordelingsvrijheid heeft, maakt zij in haar Externe veiligheidsbeleid keuzes. Die keuzes hebben de vorm van algemene uitgangspunten en gebiedsgerichte uitgangspunten.

Algemene uitgangspunten

  • 1. De gemeente legt de focus op veiligheid, rust en behoud en stimulatie van economische activiteiten in een natuurlijk gebied, en is terughoudend ten aanzien van zwaardere en risicovolle bedrijvigheid.
  • 2. Voor de toepassing van dit EV-beleid onderscheidt de gemeente Raalte drie gebiedstypen: woongebieden, bedrijventerreinen en landelijk gebied.
  • 3. In woongebieden wil de gemeente dat het bijzonder veilig is. In woongebieden worden dan ook geen nieuwe risicobronnen toegelaten, met uitzondering van (ontheffings-)routes gevaarlijke stoffen. Bestaande risicobronnen mogen wel blijven.
  • 4. Op bedrijventerreinen en in het landelijke gebied accepteert de gemeente een enigszins minder streng veiligheidsregime en is de komst van inrichtingen met een geringe risicobelasting op de omgeving onder voorwaarden mogelijk.
  • 5. Waar zich EV-knelpunten voor (kunnen) doen, besteedt de gemeente veel aandacht aan bronmaatregelen om het risico te verkleinen door voor inrichtingen via de milieuvergunning adequate voorschriften op te nemen. Pas daarna komen effectmaatregelen aan de orde.
  • 6. Bij het beoordelen van risicosituaties worden aanvullend op de beoordeling van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico ook de mogelijke effecten en beheersbaarheid van een calamiteit betrokken. Hierbij wordt zorgvuldig rekening gehouden met het advies van de regionale brandweer in het kader van de verantwoordingplicht groepsrisico.

Op basis van de beschrijving en ligging van de risicobronnen, bedrijventerreinen, woongebieden etc. is vanuit het perspectief van externe veiligheid een indeling gemaakt in gebieden waarvoor het wenselijk is om een verschillend ambitieniveau op het gebied van externe veiligheid na te streven.


Woongebied

  • In woongebieden worden geen nieuwe risicobronnen toegelaten;
  • Kwetsbare objecten mogen (ook in nieuwe situaties) niet binnen de PR 10-6 contour van een risicobron liggen (wettelijke eis). Aanvullend hierop mogen ook beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties niet binnen de PR 10-6 contour van een risicobron liggen.
  • Toename van het groepsrisico door risicobronnen is niet toegestaan.
  • Toename van groepsrisico door een structurele toename van het aantal personen in het invloedsgebied is onder voorwaarden wel toegestaan, mits invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico zoals opgenomen in het Bevi.
  • De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt in nieuwe situaties als grenswaarde beschouwd.


Bedrijventerreinen

  • Binnen een PR 10-6 contour zijn nieuwe beperkt kwetsbare objecten eventueel gemotiveerd toegestaan.
  • In nieuwe situaties dienen de PR 10-6 contouren binnen de inrichtingsgrenzen van risicovolle inrichtingen te blijven, daarbij zijn uitzonderingen onder voorwaarden mogelijk.
  • Het invloedsgebied van een risicobron dat geldt voor het bepalen van het groepsrisico mag niet over woongebieden vallen.
  • Een toename van het groepsrisico wordt onder voorwaarden geaccepteerd.
  • De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt in nieuwe situaties als richtwaarde beschouwd.

Landelijk gebied

  • Binnen een bestaande PR 10-6 contour zijn nieuwe beperkt kwetsbare objecten eventueel gemotiveerd toegestaan.
  • In nieuwe situaties dienen de PR 10-6 contouren binnen de inrichtingsgrenzen van risicovolle inrichtingen te blijven, daarbij zijn uitzonderingen onder voorwaarden mogelijk.
  • Een toename van het groepsrisico wordt onder voorwaarden geaccepteerd.
  • Het invloedsgebied van een risicobron dat geldt voor het bepalen van het groepsrisico mag niet over woongebieden vallen.
  • De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt in nieuwe situaties als grenswaarde beschouwd.

In nieuwe situaties kunnen de uitgangspunten en ambities direct worden toegepast. Bij bestaande en overgangssituaties is het niet altijd mogelijk om de uitgangspunten direct toe te passen en kan er sprake zijn van een overgangsperiode.

Binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan zijn twee LPG-tankstations gesitueerd. In hoofdstuk 5 zal in de paragraaf over externe veiligheid nader worden ingegaan op de consequenties van deze tankstations voor het bestemmingsplan.

Woonvisie Raalte

In januari 2006 is de Woonvisie Raalte10 opgesteld. Deze woonvisie gaat uit van de groei die nodig is om in eigen behoefte te voorzien. Dit is de minimale opgave die de gemeente Raalte zich stelt. Doen zich meer kansen voor, dan zal de gemeente Raalte die binnen bepaalde uitgangspunten benutten.

De gemeente wil de kansen voor starters op de woningmarkt verbeteren, door het vergroten van de beschikbaarheid van betaalbare huurwoningen, maar ook door te zorgen voor voldoende betaalbare en middeldure koopwoningen. Alleen bouwen voor starters is niet voldoende. Ook dient er aandacht te zijn voor de potentiële doorstromers. De gemeente Raalte wil mensen de mogelijkheid bieden een vervolgstap in de wooncarrière te maken. Hierdoor krijgen zij de kans om een beter passende woning te betrekken én wordt doorstroming op gang gebracht. Hierdoor krijgen starters meer kans de woningmarkt te betreden. Ook wil de gemeente meer mogelijkheden bieden voor (geheel of gedeeltelijke) zelfbouw.

Naast de doorstromers en de starters is ook de zorgvragende doelgroep van belang. Dit zijn met name een deel van de senioren en mensen met een lichamelijke dan wel geestelijke beperking die zelfstandig willen blijven wonen in een vertrouwde omgeving.

Om de groei van het aantal huishoudens te kunnen accommoderen is het nodig om de voorraad in Raalte in de periode 2005-2015 per saldo uit te breiden met circa 1.260 woningen. Voor de kern Heino geldt een woningbehoefte van circa 250 tot 280 woningen tot 2015. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de regionale vraag, maar wordt alleen uitgegaan van de woonwensen van de inwoners van de gemeente Raalte. Heino is de meest vergrijsde kern: 34% van de huishoudens is 60+, t.o.v. 31% gemiddeld in de gemeente. Als verhuisreden wordt vaker dan gemiddeld gezondheid als reden opgegeven. In de uitbreiding zal rekening gehouden worden met een fors deel gelijkvloerse en toegankelijke woningen. Ook is er ruimte voor een variatie aan andere woningtypen, zowel in het betaalbare als in het luxe segment. Definitieve invulling van nieuwbouwlocaties in kleine kernen is maatwerk. Wanneer een locatie voorhanden komt, wordt het programma bepaald op basis van:

  • de ruimtelijke kenmerken van de locatie;
  • de vraag ter plaatse;
  • het gemeentebrede nieuwbouwprogramma;
  • de eigendomssituatie.

In onderhavig bestemmingsplan wordt op locaties met de bestemming 'Centrum' en 'Gemengd' het wonen boven winkels in het centrumgebied rechtstreeks mogelijk gemaakt. Op deze manier wordt tegemoet gekomen aan de hierboven beschreven behoefte, met name voor starters.

Groenbeleidsplan

Doel van het groenbeleidsplan11 is het versterken en handhaven van het groene karakter van de gemeente Raalte. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt getoetst aan de volgende criteria:

  • cultuurhistorisch inpasbaar;
  • stedenbouwkundig toepasbaar;
  • duurzame ontwikkeling;
  • ecologisch waardevol;
  • veilig openbaar groen;
  • criteria ten aanzien van het beheer;
  • financiële kaders.

In het kader van deze criteria zijn doelstellingen opgesteld die dienen te worden nagestreefd en te worden verantwoord. Hieronder volgt een opsomming van de voor dit bestemmingsplan van belang zijnde criteria.

  • Het zichtbaar houden en maken van de cultuurhistorisch gewenste landschappelijk beplantingen (langs wegen en kavelgrenzen, het markeren van hoogteverschillen en op erven). Door cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen, de landschappelijke hoofd- en substructuren en de opgaande schaalbepalende elementen een plaats te geven op het moment van planvorming kan aan dit criterium worden voldaan.
  • De karakteristieke waardevolle verkavelingpatronen die horen bij de verschillende landschapseenheden moeten bij ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk gehandhaafd worden.
  • Het handhaven van cultuurhistorisch belangrijke kenmerken die van invloed zijn geweest op de ontwikkeling van een gebied. Hiermee wordt recht gedaan aan het voormalige gebruik van gronden en terreinen.
  • Groenvoorzieningen dragen bij aan een evenwichtige ruimtelijke opbouw, geven structuur aan een bebouwd gebied en ondersteunen daarmee de hiërarchie.
  • Groenvoorzieningen leveren een bijdrage aan het vergroten van de leefbaarheid.
  • Groenvoorzieningen leveren een belangrijke bijdrage aan de inpassing van wijken, randen van wijken of kernen en gebouwen.
  • De groenhoofdstructuur binnen de kernen bestaat uit de bomenstructuren en schaalbepalende groenelementen en worden op basis van de daaraan ten grondslag liggende criteria gerealiseerd en gehandhaafd.
  • Groenvoorzieningen zijn zodanig gesitueerd dat deze voor een ieder bereikbaar en toegankelijk zijn en vertonen zoveel mogelijk een onderlinge samenhang.

Landschappelijk gezien ligt Heino op een zogenaamd dekzandgebied. De verschillende landschappelijke verschijningsvormen komen binnen de gehele kern voor. Het herkenbaar houden en maken van de verschillende oorspronkelijke landschappelijk verschijningvormen is uitgangspunt bij het te voeren beleid.

De bomenhoofdstructuur voor de kern Heino wordt gevormd door de oude landschappelijk structuren waarlangs een weg loopt en de invalswegen. Door aan deze wegen een dubbele bomenrij te koppelen kan het belang van de weg worden aangegeven. Verder is een aantal stedenbouwkundige hoofdstructuren opgenomen in de bomenhoofdstructuur. Deze in hiërarchisch opzicht belangrijke wegen zijn herkenbaar door een dubbele rij bomen. Hoewel het realiseren van de bomenhoofdstructuur in Heino in zijn volledige omvang als onhaalbaar moet worden beschouwd, dient bij de toetsing van ruimtelijke plannen steeds het gewenste oorspronkelijk beeld ingebracht te worden. Het consequent doorvoeren van deze beleidslijn levert op lange termijn een samenhangende bomenhoofdstructuur op. Dit geeft een grote meerwaarde aan de leefbaarheid en de sfeer binnen de kern.

Ten aanzien van de groenhoofdstructuur dient aandacht te worden besteed aan het onderling verbinden van de diverse elementen, waarbij met name een relatie moet worden gelegd met het aangrenzende landelijk gebied. De landgoederen en bossen welke grenzen aan de kern Heino bieden ten aanzien van met name het recreatieve medegebruik een grote meerwaarde.

In het groenbeleidsplan is een groenhoofdstructuur aangegeven. Het beleid is gericht op het handhaven, versterken het beter ontsluiten en onderling verbinden van de onderdelen van de groenhoofdstructuur. Van belang is dat de hoofdgroenstructuur een netwerk of structuur blijft vormen en niet wordt versnipperd. De groenhoofdstructuur is weergegeven op een kaart. Op de kaart wordt onderscheid gemaakt tussen Bomenstructuur en Schaalbepalende groenelementen.

De Bomenstructuur bestaat uit een bomenhoofdstructuur, een bomensubstructuur en puntelementen. De puntelementen betreft de in de groenstructuurvisie opgenomen monumentale bomen. Monumentale bomen zijn speciaal door hun hoge leeftijd, schoonheid of zeldzaamheid.

De Schaalbepalende groenelementen bestaan uit multifunctioneel groen (inclusief bomen), multifunctioneel groen dat in eigendom is van derden en Groene verbindingszones.

Afbeelding 3 geeft de bomenstructuur en de schaalbepalende groenelementen binnen de kern Heino aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20080018-0003_0003.png"  
afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20080018-0003_0004.png"  
Afbeelding 3. Groenhoofdstructuur kern Heino
 

In onderhavig bestemmingsplan zijn vier puntelementen (bomen) van bovenstaande kaart overgenomen op de verbeelding en middels een aanlegvergunning beschermd. De eiken die in het oude bestemmingsplan 'Statenweg 2005' reeds waren aangeduid als waardevolle boom zijn eveneens op de verbeelding aangeduid en middels een aanlegvergunning beschermd. De gebieden die op bovenstaande kaart aangeduid zijn als 'Multifunctioneel groen' en van voldoende formaat zijn, zijn bestemd tot 'Groen' en worden zo beschermd.

Economische beleidsvisie 2005-2020

In de economische beleidsvisie is een lange termijnvisie gedefinieerd: "Waar willen de gemeente Raalte en haar partners de komende 15 jaar naar toe…? Waar moeten we staan met elkaar…?".

Er zijn drie hoofddoelen gedefinieerd:

  • de regionaal verzorgende en schragende functie van Raalte, vereist een aanpak die voornamelijk is gericht op bestendigen en beheerst uitbouwen van de traditionele bedrijvigheid;
  • de gemeente wil haar kansen op het gebied van recreatie en toerisme gaan benutten;
  • het winkelaanbod van Raalte zal toewerken naar een onderscheidend vermogen ten opzichte van vergelijkbare winkelharten.


De reikwijdte van deze visie is opgedeeld in ontwikkelprogramma's. Om lijn te brengen in de activiteiten van de gemeente Raalte en haar partners wordt gewerkt langs een aantal programmalijnen:

  • het netwerk: de wijze waarop samen met ondernemers en andere partners aan de economie wordt gewerkt.
  • de wijze waarop ruimte wordt gecreëerd voor de vestiging van bedrijven.
  • een aantal thema's: werkgelegenheid en arbeidsmarkt, centrumfunctie, reconstructie platteland en toerisme en recreatie.

De notitie geeft primair inhoud aan de economische beleidsvisie voor de komende jaren. Daarbij is zoveel mogelijk aangegeven met welke projecten het thema verder uitgewerkt zou kunnen worden in samenwerking met betrokkenen.

Ook deze economische beleidsvisie vormt de basis voor het centrumbeleid, zoals dat verderop wordt beschreven. Er wordt gestreefd naar een onderscheidend vermogen dat kan worden bewerkstelligd met een kwalitatieve toevoeging van horeca.

Beleid centrumgebied

Het beleid met betrekking tot het centrumgebied met in het bijzonder de functies detailhandel en horeca is weergegeven in diverse beleidsnota's, onderzoeksrapporten en de vigerende planologische regeling. Zo is er het DPO van 1999, de Economische beleidsvisie uit 2008, de structuurvisie Heino 2006 - 2020 en het Koopstromenonderzoek. Hierna wordt het beleid van de gemeente Raalte samengevat, zoals dat volgt uit deze documenten. Voor wat betreft detailhandel stemt dit beleid overeen met de concept detailhandelsstructuurvisie van de gemeente Raalte (december 2008).

Er is sprake van een gedifferentieerd, door inwoners gewaardeerd voorzieningenniveau in Heino. Het winkelaanbod is relatief groot, zij het voornamelijk gericht op de dagelijkse boodschappen. De inwoners van Heino zijn over het algemeen erg tevreden over het bestaande aanbod van commerciële en maatschappelijke voorzieningen en willen deze graag behouden. Zij vinden voorzieningen van belang voor de leefbaarheid van het dorp.

Het winkelaanbod in Heino is omvangrijk maar weinig gespecialiseerd. In het verleden is de keuze gemaakt Heino te bestempelen als 'boodschappen dorp'. Deze doelstelling is behaald maar heeft geleid tot verschraling. Funshoppen gebeurt niet in Heino. In de huidige situatie is er beperkte leegstand in het centrum van Heino voor wat betreft winkelruimte.

Het instandhouden en versterken van het winkelapparaat is van belang. De kwaliteit van een centrum is gebaat bij de aanwezigheid van een grote hoeveelheid winkels binnen een beperkt gebied. In combinatie hiermee wordt gestreefd naar behoud en versterking van de ruimtelijke samenhang. Het beleidsmatige uitgangspunt is om detailhandel en horeca te concentreren in het centrum. Dit sluit aan bij de uitkomsten van het DPO van 1999. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden tot kwalitatieve verbetering gezien de kwalitatieve indeling van horeca en ruime mogelijkheden met betrekking tot detailhandel in het concentratiegebied.

Ondanks de huidige trends (afname inwoners, vergrijzing en ontgroening) is er sprake van economische groei en een toename van inkomen. Beperkte uitbreidingsmogelijkheden sluiten hier bij aan. De woningvoorraad neemt wel toe, maar de nadruk zal hierbij liggen op Raalte. Er wordt gestreefd naar voorzieningen die passen bij de aard en omvang van het dorp.

Sinds 2000 is het draagvlak in de dagelijkse sector bijzonder sterk gegroeid. Het zijn met name de consumenten van buiten Heino die meer op het winkelaanbod in Heino georiënteerd zijn. Er is slechts 1 artikelgroep waarvan het draagvlak is afgenomen. Men is positief over de winkelvoorzieningen in Heino, waarbij eigen inwoners positiever zijn dan regiobezoekers. Het aanbod daghoreca wordt door inwoners en regiobezoekers het minst gewaardeerd. Dit benadrukt het verlangen naar betere kwalitatieve onderverdeling en eveneens de bredere mogelijkheden binnen de centrumbestemming om verbetering mogelijk te maken. Voor de beleving zal de concentratiegedachte moeten worden doorgezet om tot een kwalitatief sterker centrum te komen. Het nieuwe bestemmingsplan sluit aan bij de onderzoeksresultaten.

Ruimtelijke en functionele karakteristiek centrum Heino

Inleiding

In het bestemmingsplan 'Centrum Heino' is de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het centrum van Heino beschreven en is aangegeven hoe deze behouden c.q. versterkt kan worden. Dit beleid is nog steeds actueel en voor het grootste gedeelte van kracht en is hieronder weergegeven.

Ruimtelijke karakteristiek

De ruimtelijke karakteristiek kan als volgt beschreven worden: de kom van het dorp Heino wordt gekenmerkt door een langgerekte structuur. Er is sprake van een lintbebouwing langs de Dorpsstraat en de Canadastraat met de kerk op het Marktplein als markant oriëntatiepunt. Deze kerk met de directe omgeving is vanuit cultuurhistorisch opzicht zeer waardevol. De bebouwing vormt een nagenoeg gesloten straatwand: wel wordt de bebouwing opener van structuur naarmate de afstand tot de kerk op het Marktplein groter wordt. De kerk is (gedeeltelijk) omgeven door bomen. De bebouwing hieromheen grenst direct aan het openbaar gebied.

De langgerekte lintstructuur wordt getypeerd door:

  • lichte hoekverdraaiingen en (kleine) sprongen in de bebouwingslijn;
  • een verspringende en (over het algemeen) kleinschalige bebouwingsstructuur gekenmerkt door afwisselende kapvormen, kaprichtingen, goot- en nokhoogten en verticale gevelindelingen;
  • een variatie in percelering en bebouwingsdiepte;
  • begeleidende bomen en andere groenvoorzieningen (openbaar dan wel privé).

Belangrijke, waardevolle groenelementen zijn:

  • de bomen rondom de kerk op het Marktplein;
  • het groen rondom de kerk aan de Canadastraat inclusief de Hof van Rakhorst.

Het behouden c.q. versterken van de ruimtelijke karakteristiek kan als volgt nader worden gespecificeerd: om de kleinschalige bebouwingsstructuur te behouden, zijn grootschalige ontwikkelingen, die deze structuur aantasten niet toegestaan; dit betekent, dat nieuwbouw zoveel mogelijk dient te worden gekarakteriseerd door afwisselende hoogte, kapvormen, dakbopbouwen en verticale gevel indelingen.

Functionele karakteristiek

De functionele karakteristiek kan als volgt beschreven worden:

  • er is sprake van een grote verscheidenheid en menging van functies: wonen, detailhandel, horeca, zakelijke en maatschappelijke dienstverlening en bedrijven;
  • in het gehele centrum wordt gewoond, voor het merendeel in vrijstaande, halfvrijstaande woningen dan wel woningen in gesloten bebouwing. Daarnaast zijn er bovenwoningen. In de Kloostermanshof net buiten het centrum, is gestapelde woningbouw gerealiseerd o.a. ten behoeve van ouderen;
  • het winkelapparaat bevindt zich verspreid over het gehele centrum. Er is geen sprake van een echt winkelconcentratiegebied. In plaats daarvan is een drietal deelconcentraties te onderscheiden, die nauwelijks met elkaar zijn verbonden. Het gaat hier om:
    • 1. een concentratie ter hoogte van de kruising Canadastraat - Haarstraat - Paalweg;
    • 2. een concentratie nabij de Marktstraat;
    • 3. een concentratie aan de Dorpsstraat ruwweg tussen de kerk op het Marktplein en de Brinkweg;
  • in het centrumgebied bevinden zich zowel kleinschalige als grootschalige maatschappelijke voorzieningen op het gebied van welzijn, religie, gezondheidszorg, openbaar bestuur en onderwijs.

Het behouden c.q. versterken van de functionele karakteristiek kan als volgt nader worden gespecificeerd:

  • om de huidige verzorgingsfunctie van het detailhandelsapparaat te behouden en te versterken is een concentratiegebied aangewezen. Naast winkels mogen zich hier ook andere centrumfuncties vestigen, waaronder horecabedrijven (na ontheffing). Daartoe is het concentratiegebied bestemd tot 'Centrum -C-'. De regels zijn zodanig opgezet, dat een grote uitwisselbaarheid van functies mogelijk is; het streven is gericht op het functioneel naar elkaar toegroeien van de winkelconcentraties Marktstraat en Canadastraat-Haarstraat-Paalweg;
  • wat betreft de vestiging van kantoren en dienstverlening gaat de voorkeur uit naar vestiging in het concentratiegebied. Echter dergelijke bedrijven en instellingen mogen zich ook vestigen buiten het concentratiegebied, indien na sluiting of verplaatsing van winkels of horecavestigingen daarvoor ruimte vrijkomt;
  • in het algemeen zal het voorzieningenapparaat beperkt moeten blijven tot een niveau, dat past bij de aard, schaal en omvang van Heino;
  • het plan gebied dient goed bereikbaar te zijn. Dit betekent:
    • 1. het handhaven c.q. verbeteren van het openbaar vervoer;
    • 2. het handhaven c.q. verbeteren van voorzieningen voor het langzaam verkeer;
    • 3. het handhaven en verbeteren van voorzieningen voor het bevoorradingsverkeer;
    • 4. het handhaven en waar mogelijk uitbreiden van de bestaande parkeervoorzieningen voor auto's;
    • 5. het verbeteren van de stallingsmogelijkheden voor fietsers;
  • het behouden en versterken van de woonfunctie in het plangebied voor onder andere ouderen en alleenstaanden, door woningen op de verdieping altijd mogelijk te maken. Hierdoor zal tevens de leefbaarheid (sociale veiligheid) van het centrum van Heino verbeterd worden.