direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20080018-0003

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

Omgevingsvisie

Op 1 juli 2009 is de omgevingsvisie van de Provincie Overijssel vastgesteld door Provinciale Staten. In de omgevingsvisie zijn het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan met elkaar geïntegreerd zodat één beleidsplan ontstaat voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. In de omgevingsvisie benoemt de provincie de provinciale belangen en geeft ze aan hoe ze de maatschappelijke opgaven samen met de partners gaat realiseren. De omgevingsvisie is een structuurvisie in het kader van de nieuwe Wro.


Leidende thema's in de omgevingsvisie zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Duurzaamheid wordt volgens de omgevingsvisie gerealiseerd door een transparante en evenwichtige afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities. Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen, waarbij bestaande kwaliteiten worden beschermd en versterkt en nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd.


Het door de provincie gekozen sturingsmodel in de omgevingsvisie kan als volgt worden beschreven. Allereerst vindt de afweging plaats of ontwikkelingen nodig dan wel mogelijk zijn. Dit is opgenomen in de generieke beleidskeuzes. Vervolgens wordt gekeken waar deze ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. In de omgevingsvisie zijn ontwikkelingsperspectieven opgenomen voor de gebieden. Tot slot wordt met behulp van de gebiedskenmerken aangegeven hoe de ontwikkeling plaats moet vinden.


Generieke beleidskeuzes: (of-vraag)

Onderstaand zijn de generieke beleidskeuzes weergegeven die het meest relevant zijn voor onderhavig bestemmingsplan.


Woonomgeving

De provincie zet in op differentiatie in woonmilieus die nu en in de toekomst voldoende ruimte bieden aan de huisvesting van alle doelgroepen. Dit stelt een duidelijke opgave zowel aan nieuwbouw als aan herstructurering. Hiervoor is een sterke gemeentelijke regie en regionale afstemming onmisbaar. Daarnaast zet de provincie in op het behouden en versterken van de leefbaarheid in steden en dorpen door te sturen op de concentratie van voorzieningen en stimuleren van herstructurering. Hierbij is de kwaliteit van de openbare ruimte (voldoende groen, speelvoorzieningen, etc.) een belangrijk aandachtspunt.


Economie en vestigingsklimaat

Doel is de aantrekkingskracht te vergroten door aandacht voor cultuur, cultuurhistorie en recreatie- en winkelvoorzieningen. Daarnaast heeft de provincie tot doel buiten stedelijke netwerken onder voorwaarden ruimte voor de eigen groei van lokaal gewortelde bedrijven te bieden.


(Binnen)steden en landschap

De provincie zet in op zuinig ruimtegebruik door het toepassen van de SER-ladder en de concentratie van bovenlokale behoefte aan woningen, bedrijven en voorzieningen in de stedelijke netwerken en streekcentra. De motivering van ruimtelijke planning gebeurt op basis van de beleidskaart, ontwikkelingsperspectieven, de Catalogus Gebiedskenmerken en regionale behoefteraming.


Watersysteem en klimaat

Binnen het stedelijk gebied is het waterbeheer afgestemd op de functie van wonen en werken. De ontwikkeling van het watersysteem biedt kansen voor het behoud en de versterking van ruimtelijke kwaliteit. Bij nieuwbouw en herstructurering wordt het belang van het water goed meegewogen. Het watertoetsproces is hiervoor een belangrijk instrument.


Ontwikkelingsperspectieven stedelijke omgeving (waar-vraag)

Op de Overzichtskaart van de provincie wordt het volgende ontwikkelingsperspectief geschetst voor het plangebied. Het plangebied valt onder ontwikkelingsperspectief 5; Dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus (historische kern, woonwijk, geplande woonwijk en bedrijventerrein). Het plangebied betreft bestaand bebouwd gebied. Volgens de SER-ladder dient eerst bestaande bebouwing benut te worden en herstructurering plaats te vinden, alvorens uitbreiding plaatsvindt.


Onderhavig bestemmingsplan betreft een beheerplan dat de bestaande situatie beoogt vast te leggen en geen uitbreidingsplannen omvat.


Gebiedskenmerken (hoe-vraag)

Als in een bepaald gebied een verandering aan de orde is, dan geven de gebiedskenmerken richting aan de manier hoe dit moet plaatsvinden. Bij de gebiedskenmerken is in de kolom 'sturing' onder de kop norm aangegeven welke kenmerken altijd, met elke ontwikkeling, gerespecteerd en versterkt dient te worden, omdat ze gerekend worden tot het provinciale belang. Onder de kop richting is een manier van omgang met kenmerken weergegeven, die de provincie zeer wenselijk vindt. Hier mag van worden afgeweken. Onder de kop inspiratie staan ontwikkelingen vermeld die denkbaar zijn in het betreffende gebiedstype met respect voor de gebiedskenmerken. Voor het plangebied is de volgende laag met het daarbij behorende gebiedskenmerk uit de omgevingsvisie van toepassing.


Stedelijke laag: Historische centra, binnensteden en landstadjes

De historische centra, binnensteden en landstadjes krijgen een beschermende bestemmingsregeling, gericht op instandhouding van het bestaande, historische patroon van wegen en bebouwing.


Onderhavig bestemmingsplan betreft een beheerplan dat de bestaande situatie beoogt vast te leggen. Het is gericht op instandhouding van het bestaande wegenpatroon en de bestaande bebouwing. Dit is gedaan door de systematiek die gebruikt is voor de verbeelding waarop bestaande bebouwing een bouwvlak heeft en wegen een verkeersbestemming.


De omgevingsverordening

In de omgevingsverordening wordt aangegeven welke aspecten aan de orde moeten komen in de toelichting en de regels van het bestemmingsplan. In onderhavig bestemmingsplan zijn alle voor dit bestemmingsplan van belang zijnde aspecten belicht.

Waterbeheersplan

Waterschap Groot Salland heeft een waterbeheersplan opgesteld, waarin het beleid voor de periode 2006-2009 is verwoord. De vier thema's in het waterbeheersplan zijn: Veilige dijken, Ruimte voor water, Schoon water en Genieten van water. De thema's beïnvloeden en versterken elkaar.

  • Veilige dijken; Waterschap Groot Salland heeft de wettelijke plicht waterkeringen aan te leggen en in stand te houden om overstromingen te voorkomen. Bedreigingen voor het gebied vormen de toekomstige stijging van de zeespiegel, het IJsselmeerpeil en de waterafvoer van de IJssel.
  • Ruimte voor water; Hoog buitenwater is niet het enige risico van water. Ook overlast, bijvoorbeeld als gevolg van extreme neerslag in het gebied, moet het waterschap zoveel mogelijk voorkomen. Uit het oogpunt van duurzaamheid zoekt het waterschap de berging op natuurlijke laagtes en door watergangen te verondiepen en verbreden. Ondiepere watergangen voorkomen verdroging van het gebied. Bij overvloedige regenval bieden de brede watergangen en natuurlijke laagtes voldoende ruimte voor berging.
  • Schoon water; Groot Salland streeft naar een optimale kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in stad en land. Op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (EKW) moet in 2015 een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlaktewater en een goede chemische toestand van het grondwater zijn bereikt.
  • Genieten van water; Het gaat in de waterbeheerstaak niet alleen meer om veiligheid en bedrijfsvoering, maar ook om beleving van water. Waterhuishoudkundige functies krijgen daarom een goede plek in de leefomgeving, niet alleen uit functioneel oogpunt, maar ook met als doel dat iedereen op zijn manier kan genieten van water.

Onderhavig bestemmingsplan is een beheerplan. Een beheerplan beoogt de bestaande situatie vast te leggen. De hierboven beschreven thema's zorgen op dit moment niet voor aanpassingen van de waterhuishouding binnen Heino. Daarom worden er naast het vastleggen van de bestaande situatie geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De hoofdwatergangen, structurele waterpartijen en vijvers met een waterbergende functie worden bestemd als 'Water'.