direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Riool
Plan: Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20080018-0003

Artikel 20 Leiding - Riool

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming (basisbestemming), mede bestemd voor een rioolpersleiding, met daarbij behorende leidingzone, veiligheidszone, gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken.

20.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

20.2.1 Bouwen overeenkomstig bestemming

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

20.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan 2,50 meter.

20.3 Ontheffing van de bouwregels

20.3.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 20.2 en

toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de (basis)bestemming.

20.3.2 Toetsingscriteria

Een in 20.3.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de leiding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat.

20.4 Aanlegvergunning

20.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende werken of

werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm;
  • c. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 30 cm;
  • d. diepploegen dieper dan 30 cm;
  • e. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • f. het planten van hoogopgaande bomen en/of houtopstanden die dieper (kunnen) wortelen dan 30 cm;
  • g. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • h. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels,
  • i. leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • j. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.

20.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 20.4.1 vermelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

20.4.3 Vergunningverlening

Een in 20.4.1 vermelde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. het behoud van een veilige ligging van de leiding en de continuïteit van de functie van de leiding zijn gewaarborgd;
  • b. met het oog op een zorgvuldige afweging door burgemeester en wethouders advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s).