direct naar inhoud van 3.6 Externe veiligheid
Plan: Kiezebos III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.00000012-0004

3.6 Externe veiligheid

3.6.1 Algemeen

Bij de planvorming moet rekening worden gehouden met het aspect externe veiligheid: het risico dat mensen lopen die zich in de buurt bevinden van plaatsen waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, waar gevaarlijke stoffen worden op- en overgeslagen en waar gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Te denken valt daarbij aan lpg-tankstations, chloortransporten, buisleidingen en vuurwerk. Daarnaast valt te denken aan bedrijven die zijn opgenomen in het "Bedrijvenregister risicovolle situaties gevaarlijke stoffen".

De risico's of gevaarbronnen binnen of in de nabijheid van het plangebied dienen te worden geinventariseerd. Het bestemmingsplan moet voldoen aan de grenswaarde voor het individueel (of plaatsgebonden) risico (PR) en aan de oriënterende waarde voor het groepsrisico (GR). Het individuele risico betreft het risico dat een individuele burger kan overlijden vanwege de aanwezigheid van één of meer risicohoudende activiteiten. Deze kans mag dus niet hoger zijn dan de vastgestelde grenswaarde; voor nieuwe situaties bedraagt deze 10-6 per jaar voor het individueel risico (een kans van één op een miljoen per jaar). Voor bestaande situaties is dit 10-5 (een kans van één op honderdduizend per jaar). Het groepsrisico betreft de kans dat groepen omwonenden van een bepaalde risico-opleverende activiteit dodelijk getroffen kunnen worden door een ongeval. Daarbij is relevant hoeveel mensen op welke plaats in de omgeving van een bron aanwezig kunnen zijn. Hoe meer mensen rond een bron wonen of werken, hoe groter het groepsrisico. De norm van het groepsrisico is afhankelijk van het aantal eventuele dodelijke slachtoffers en bedraagt 10-5/jaar voor 10 doden (een kans van 1 op 100.000 per jaar op 10 dodelijke slachtoffers), 10-7/jaar voor honderd doden, 10-9/jaar voor duizend doden et cetera, en betreft zoals al gezegd een oriënterende waarde. Gelet op de afhankelijkheid van de omgeving en de concrete situatie is het moeilijk om het groepsrisico ruimtelijk weer te geven.

3.6.2 Regelgeving

In oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Uit het Bevi komt naar voren dat er ten aanzien van bestemmingsplannen alleen milieukwaliteitseisen (grenswaarden, richtwaarden en afstanden) worden gesteld voorzover het bestemmingsplan risicogevoelige functies (kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten) toestaat dan wel risicovolle functies in de omgeving zijn gesitueerd. De beoordeling of risicovolle inrichtingen kunnen worden gevestigd wordt in beginsel overgelaten aan het bevoegde milieugezag.

3.6.3 Resultaten onderzoeken

Door DHV is in juli 2008 een gecombineerd onderzoek uitgevoerd naar Milieuzonering en externe veiligheid. Het betreft een kwalitatieve beoordeling van de milieuzoneringen op het gebied van externe veiligheid, geur en geluid behorende bij de inrichtingen in en rond het plangebied. Hieronder wordt ingegaan op het deelonderzoek externe veiligheid.

Deze veiligheidsscan externe veiligheid is een kwalitatieve analyse. Op basis van de resultaten van deze kwalitatieve analyse kan blijken dat een kwantitatieve analyse nodig is.

Risicobronnen

Bij de kwalitatieve beoordeling van de externe veiligheid wordt het risico naar de omgeving beoordeeld als gevolg van de activiteiten met gevaarlijke stoffen.

Binnen deze activiteiten is onderscheid te maken in:

  • 1. Inrichtingen met gevaarlijke stoffen, over weg, water en spoor.
  • 2. Vervoer van gevaarlijke stoffen.
  • 3. Buisleidingen.

Inrichtingen

In de buurt van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die invloed hebben op het plangebied

Vervoer gevaarlijke stoffen

In de buurt van het plangebied bevinden zich twee soorten transportassen, de provinciale weg N35 en de spoorlijn:

  • het traject van de N35 dat onderzocht is betreft de N35 Zwolle – Raalte;
  • het onderzochte traject van de spoorlijn betreft het traject van Wierden tot en met Zwolle.

Wegverkeer

De N35 leidt op grond van het plaatgebonden risico niet tot beperkingen. Het groepsrisico kan beperkingen geven wanneer er sprake is van een dichtheid tussen de 50 en 60 inw/ha.

Plaatsgebonden risico

Het toepassen van de vuistregels leidt tot de volgende constateringen:

  • De N35 is een provinciale weg en een provinciale weg heeft geen 10-5 contour.
  • Het aantal LPG-tankwagens per jaar (125) is lager dan 2.300. De vervoersstroom van overige gevaarlijke stoffen in tankwagens in voor de externe veiligheid relevante categorieën per jaar (3.260) is kleiner dan 7.500. De N35 heeft op basis daarvan geen 10-6 contour.

Groepsrisico

Het toepassen van de vuistregels leidt tot de volgende constateringen:

  • Het vervoer van gevaarlijke stoffen bevat geen stoffen uit de categorieën LT4, GT5 of GT6.
  • Op basis van de beschikbare gegevens over de N35 blijkt dat er 3.260 tankwagens worden vervoerd. Bij tweezijdige bebouwing levert dat een maximaal toegestane dichtheid op tussen de 50 en 60 inwoners per hectare. Momenteel is het plangebied niet bebouwd.
  • Wanneer planontwikkeling ertoe leidt dat het aantal inwoners per hectare toeneemt tot tussen de 50 en 60 inwoners per hectare kan er sprake zijn van overschrijding van de oriëntatie waarde en zal een kwantitatieve (RBM) berekening uitgevoerd moeten worden.Gezien de grootte van het plangebied (ca 4,8 ha) en de omvang van de voorgenomen ontwikkelingen (110 woningen) en ervan uitgaande dat de woningen redelijk verspreid door het gebied zullen worden gebouwd is de verwachting dat de dichtheid onder de 50 a 60 inwoners per hectare zal blijven en het groepsrisico geen belemmering vormt.

Spoorverkeer

Op het traject Wierden-Zwolle vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats, derhalve zijn er geen beperkingen op grond van het plaatsgebonden- of groepsrisico.

Buisleidingen

Er lopen geen van belangzijnde buisleidingen in oof in de nabijheid van het plangebied.

Conclusie

Op grond van het kwalitatieve onderzoek zijn er geen beperkingen voor de voorgenomen ontwikkeling Kiezebos III.