Plan: | Kiezebos III |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.00000012-0004 |
Bij de planvorming moet rekening worden gehouden met het aspect externe veiligheid: het risico dat mensen lopen die zich in de buurt bevinden van plaatsen waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, waar gevaarlijke stoffen worden op- en overgeslagen en waar gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Te denken valt daarbij aan lpg-tankstations, chloortransporten, buisleidingen en vuurwerk. Daarnaast valt te denken aan bedrijven die zijn opgenomen in het "Bedrijvenregister risicovolle situaties gevaarlijke stoffen".
De risico's of gevaarbronnen binnen of in de nabijheid van het plangebied dienen te worden geinventariseerd. Het bestemmingsplan moet voldoen aan de grenswaarde voor het individueel (of plaatsgebonden) risico (PR) en aan de oriënterende waarde voor het groepsrisico (GR). Het individuele risico betreft het risico dat een individuele burger kan overlijden vanwege de aanwezigheid van één of meer risicohoudende activiteiten. Deze kans mag dus niet hoger zijn dan de vastgestelde grenswaarde; voor nieuwe situaties bedraagt deze 10-6 per jaar voor het individueel risico (een kans van één op een miljoen per jaar). Voor bestaande situaties is dit 10-5 (een kans van één op honderdduizend per jaar). Het groepsrisico betreft de kans dat groepen omwonenden van een bepaalde risico-opleverende activiteit dodelijk getroffen kunnen worden door een ongeval. Daarbij is relevant hoeveel mensen op welke plaats in de omgeving van een bron aanwezig kunnen zijn. Hoe meer mensen rond een bron wonen of werken, hoe groter het groepsrisico. De norm van het groepsrisico is afhankelijk van het aantal eventuele dodelijke slachtoffers en bedraagt 10-5/jaar voor 10 doden (een kans van 1 op 100.000 per jaar op 10 dodelijke slachtoffers), 10-7/jaar voor honderd doden, 10-9/jaar voor duizend doden et cetera, en betreft zoals al gezegd een oriënterende waarde. Gelet op de afhankelijkheid van de omgeving en de concrete situatie is het moeilijk om het groepsrisico ruimtelijk weer te geven.
In oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Uit het Bevi komt naar voren dat er ten aanzien van bestemmingsplannen alleen milieukwaliteitseisen (grenswaarden, richtwaarden en afstanden) worden gesteld voorzover het bestemmingsplan risicogevoelige functies (kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten) toestaat dan wel risicovolle functies in de omgeving zijn gesitueerd. De beoordeling of risicovolle inrichtingen kunnen worden gevestigd wordt in beginsel overgelaten aan het bevoegde milieugezag.
Door DHV is in juli 2008 een gecombineerd onderzoek uitgevoerd naar Milieuzonering en externe veiligheid. Het betreft een kwalitatieve beoordeling van de milieuzoneringen op het gebied van externe veiligheid, geur en geluid behorende bij de inrichtingen in en rond het plangebied. Hieronder wordt ingegaan op het deelonderzoek externe veiligheid.
Deze veiligheidsscan externe veiligheid is een kwalitatieve analyse. Op basis van de resultaten van deze kwalitatieve analyse kan blijken dat een kwantitatieve analyse nodig is.
Risicobronnen
Bij de kwalitatieve beoordeling van de externe veiligheid wordt het risico naar de omgeving beoordeeld als gevolg van de activiteiten met gevaarlijke stoffen.
Binnen deze activiteiten is onderscheid te maken in:
Inrichtingen
In de buurt van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die invloed hebben op het plangebied
Vervoer gevaarlijke stoffen
In de buurt van het plangebied bevinden zich twee soorten transportassen, de provinciale weg N35 en de spoorlijn:
Wegverkeer
De N35 leidt op grond van het plaatgebonden risico niet tot beperkingen. Het groepsrisico kan beperkingen geven wanneer er sprake is van een dichtheid tussen de 50 en 60 inw/ha.
Plaatsgebonden risico
Het toepassen van de vuistregels leidt tot de volgende constateringen:
Groepsrisico
Het toepassen van de vuistregels leidt tot de volgende constateringen:
Spoorverkeer
Op het traject Wierden-Zwolle vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats, derhalve zijn er geen beperkingen op grond van het plaatsgebonden- of groepsrisico.
Buisleidingen
Er lopen geen van belangzijnde buisleidingen in oof in de nabijheid van het plangebied.
Conclusie
Op grond van het kwalitatieve onderzoek zijn er geen beperkingen voor de voorgenomen ontwikkeling Kiezebos III.