Plan: | Paraplubestemmingsplan Parkeren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20180004-VG01 |
Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de planologische verankering van het parkeerbeleid van de gemeente Raalte. De gemeente Raalte heeft namelijk de wens om de parkeerregeling van de gemeente vast te leggen in alle geldende bestemmingsplannen binnen de gemeentegrenzen.
Het vastleggen van parkeerbeleid in bestemmingsplannen hangt samen met het vervallen van de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening. Met de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK 2014 op 29 november 2014 (Stb. 2014, 458) is de Woningwet gewijzigd. Hierdoor komen de stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de belangrijke ‘parkeernormenbepaling’) uit bouwverordeningen uiterlijk 1 juli 2018 van rechtswege te vervallen. Om bij vergunningaanvragen nog te kunnen toetsen aan de parkeernormen, moeten deze nu al worden opgenomen in nieuwe bestemmingsplannen of beheersverordeningen. Het ‘vangnet’ van de bouwverordening geldt vanaf 29 november 2014 namelijk niet meer voor de na dat moment vastgestelde bestemmingsplannen. In alle bestemmingsplannen die daarna zijn vastgesteld zijn dan ook parkeernormen opgenomen door een verwijzing naar de beleidsregels “Parkeernormen Raalte 2015” of door het opnemen van specifieke parkeernormen. Voor de dorpen Laag Zuthem, Lierderholthuis, Broekland, Nieuw Heeten, het Buitengebied en Raalte Bedrijventerrein is een verwijzing naar de geldende parkeernormen opgenomen. In enkele specifieke plannen, zoals het terrein Slotman Heino, IJsselgouwe, Angeli Custodes en Burgemeesterkwartier zijn specifieke normen opgenomen. Voor plannen die voor 2014 zijn vastgesteld, zoals de kernen Heino, Raalte, Luttenberg, Mariënheem en Heeten is er met betrekking tot het parkeren niets geregeld omdat daarvoor nog de normen uit de bouwverordening gelden tot 1 juli 2018.
Een efficiënte wijze om vanaf 1 juli 2018 binnen het gehele gemeentelijk grondgebied in één keer op een goede en eenduidige manier te beschikken over een toetsingskader, is het vaststellen van een paraplubestemmingsplan parkeren. Onderhavig 'paraplubestemmingsplan parkeren' geeft hier een invulling aan. Het paraplubestemmingsplan heeft als doel om de parkeernormen uit de nota "Parkeernormen Raalte 2015" van toepassing te laten zijn op het hele grondgebied van de gemeente. Deze parkeernormen zijn vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015. Door de gemeenteraad is op 21 april 2016 besloten kennis te nemen van deze parkeernormen en deze in nieuwe bestemmingsplannen als uitgangspunt te gebruiken.
De ligging en begrenzing van het plangebied waar dit paraplubestemmingsplan betrekking op heeft betreft het gehele grondgebied van de gemeente Raalte. De bestemmingsplangrens valt dan ook samen met de gemeentegrens. Hieronder is de grens van de gemeente weergegeven.
Plangebied in kaart |
Na de inleiding wordt in hoofdstuk 2 het gemeentelijk beleid beschreven. In hoofdstuk 3 is een toelichting gegeven op de regels. Tot slot wordt in het vierde en laatste hoofdstuk ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Bij de invoering van de Wet ruimtelijk ordening (Wro) in 2008 heeft de wetgever bepaald, dat de mogelijkheid - op grond van artikel 8 lid 5 van de Woningwet - om stedenbouwkundige voorschriften in de bouwverordening op te nemen, kan vervallen. Reden hiervoor was dat de Wro nu voorschrijft dat een gemeente voor het gehele grondgebied een bestemmingsplan of beheersverordening moet vaststellen. Onder de voorgaande Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) gold deze verplichting alleen voor het buitengebied. Daarom waren voor het overige gebied van de gemeente stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening nodig. Daarnaast vormden de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening een vangnet voor gebieden waarvoor wel een bestemmingsplan was vastgesteld, maar waar dat bestemmingsplan geen voorschriften bevatte, die hetzelfde onderwerp regelden.
Met de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening werd aanvankelijk beoogd om de mogelijkheid om stedenbouwkundige bepalingen op te nemen in de bouwverordening te schrappen. Uiteindelijk werd hiervan afgezien omdat te veel vragen bestonden of en over de wijze waarop met name het parkeren in het bestemmingsplan zou kunnen worden geregeld. De betreffende bepaling is nooit in werking getreden. Maar eind 2014 is dan toch de Woningwet op dit punt aangepast. Op 29 november 2014 trad namelijk de Reparatiewet BZK 2014 (Stb. 2014, 458) in werking. Hierdoor zijn de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening komen te vervallen. Voor bestemmingsplannen vastgesteld vóór die datum voorziet echter artikel 133, leden 1 en 2, van de Woningwet in een overgangsregeling. Die houdt in dat o.m. de artikelen 8, vijfde lid, en 9 van de Woningwet van toepassing blijven tot het tijdstip van wijziging van het bestemmingsplan voor het gebied, doch uiterlijk tot 1 juli 2018. Daarna moet een regeling zijn opgenomen in bestemmingsplannen of beheersverordeningen. In nieuwe plannen die vóór 1 juli 2018 worden vastgesteld moeten deze bepalingen al zijn opgenomen.
Inmiddels is ook het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd in die zin dat omwille van flexibiliteit het mogelijk is geworden om in een bestemmingsplan te verwijzen naar beleidsregels. Er is in artikel 3.1.2, tweede lid, aanhef en onder a van het Bro een wettelijke grondslag geschapen om wat betreft het parkeren in het bestemmingsplan direct te verwijzen naar beleidsregels die parkeernormen bevatten. Daarbij is het mogelijk om middels een zogenaamde dynamische verwijzing te bepalen dat indien de beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening gehouden dient te worden met het gewijzigde beleid bij het toetsen van het bestemmingsplan.
Bij de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen bestond voor de gemeente lange tijd als het gaat om parkeren geen wettelijk kader. Er werd gebruik gemaakt van de parkeerkencijfers van de CROW. Deze normen worden landelijk toegepast en in de jurisprudentie veelal als toetsingskader gebruikt. De normen waren in Raalte niet formeel vastgelegd in gemeentelijke kaders en beleid. Nieuwe ontwikkelingen rondom ruimtelijke wetgeving maken dit wel noodzakelijk. Om deze reden heeft de gemeente Raalte op 3 november 2015 de "Parkeernormen Raalte 2015" vastgesteld.
De parkeernormen zijn als een bijlage bij deze toelichting gevoegd. De normen zijn uitgewerkt voor een aantal typen voorzieningen, te weten:
De parkeernormen, maar ook de indeling zoals deze hierboven weergegeven is gebaseerd op de CROWpublicatie 317. Bij de verschillende type voorzieningen is waar nodig een korte toelichting opgenomen. Het 'aandeel bezoekers' staat voor het percentage of aantal bezoekers waarmee in het kencijfer al rekening is gehouden. Het weergegeven kencijfer is dus inclusief bezoekersparkeren.
Met dit paraplubestemmingsplan worden alle bestemmingsplannen binnen de gemeente Raalte aangevuld met de nieuwe parkeerregeling zoals opgenomen in het parkeerbeleidsplan “Parkeernormen Raalte 2015”. Daarmee gaat voor de gehele gemeente dezelfde regeling voor parkeren gelden. Dit bestemmingsplan bestaat uit drie delen: een verbeelding, een set planregels en een toelichting. De verbeelding vormt samen met de regels het bindende deel van het bestemmingsplan. In dee toelichting wordt onder andere de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt nader gemotiveerd en verantwoord.
Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld als een parapluplan waarmee voor alle bestemmingsplannen in Raalte dezelfde regeling voor parkeren gaat gelden. In bestemmingsplannen waarin nog geen regeling voor parkeren is opgenomen, wordt dit nieuw toegevoegd. Dit bestemmingsplan heeft alleen betrekking op de regeling voor parkeren en beoogt geen wijziging aan te brengen in de overige regels van de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen.
Dynamische verwijzing naar beleidsregels "Parkeernormen Raalte 2015"
In de regels is een dynamische verwijzing opgenomen naar de beleidsregels "Parkeernormen Raalte 2015". Dit houdt in dat wanneer gedurende de planperiode de beleidsregels wijzigen, de gewijzigde regels gelden. De bestemmingsplannen hoeven daardoor niet opnieuw te worden herzien wanneer de beleidsregels wijzigen.
Het bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Voor de opbouw van de regels is aangesloten bij de geldende Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012).
De regels bestaan uit drie hoofdstukken:
Inleidende regels (hoofdstuk 1)
Bij de inleidende regels wordt ingegaan op de begrippen. Bij de begrippen zijn alleen de begrippenopgenomen die betrekking hebben op parkeren. Voor de overige begrippen zijn de begrippen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. De wijze van meten is niet opgenomen. Hiervoor zijn de bepalingen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. Hiervoor in de plaats is een artikel met het toepassingsgebied opgenomen.
Algemene regels (hoofdstuk 2)
Anti-dubbeltelregeling
Het opnemen van de anti-dubbeltelregel in de regels is verplicht gesteld in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Deze standaardbepaling (artikel 3.2.4 Bro) strekt ertoe te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie is mogelijk gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male zou kunnen worden gebruik gemaakt.
Overige regels
Bij de overige regels zijn de parkeerregels opgenomen. De parkeerregels hebben zowel betrekking op bouwplannen als gebruikswijzigingen. Ook is een afwijkingsregeling opgenomen voor wanneer niet aan de parkeerregels kan worden voldaan. In de parkeerregels wordt verwezen naar de beleidsregels “Parkeernormen Raalte 2015” waarin de parkeernormen zijn opgenomen. Daarbij is aangegeven dat wanneer de beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening gehouden dient te worden met het gewijzigde beleid.
Overgangs- en slotregels (hoofdstuk 3)
Hierin wordt ingegaan op het overgangsrecht en de slotregels (naam van het bestemmingsplan).
Het paraplubestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg toegezonden aan de provincie Overijssel en waterschap Drents Overijsselse Delta. Zij hebben geen opmerkingen over het plan. Het ontwerp paraplubestemmingsplan is gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegd voor zienswijzen.
Artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, overleg plegen met andere betrokken overheden en overheidsdiensten.
Op van basis van artikel 2, lid 1 in van de inspraakverordening dient het bestemmingsplan als voorontwerp gepubliceerd te worden voor inspraak. Het bestemmingsplan betreft het incorporeren van bestaand (parkeer)beleid in een bestemmingsplan. Tot voor kort was een koppeling mogelijk met de gemeentelijk bouwverordening. Aangezien deze koppeling is komen te vervallen wordt een nieuwe koppeling door middel van een bestemmingsplan gemaakt. Het is in feite een voortzetting van bestaand beleid. Op basis van artikel 2 lid 3 sub a (ondergeschikte herziening van bestaand beleidsvoornemen) is daarom ook besloten om het plan niet als voorontwerp ter inzage te leggen voor inspraak.
De vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan vindt plaats volgens artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Als onderdeel van deze procedure is het bestemmingsplan gedurende een termijn van 6 weken ter inzage gelegd voor zienswijzen.
Het ontwerpplan heeft van 21 juni 2018 t/m 1 augustus 2018 ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Het plan kan ongewijzigd worden vastgesteld.
Het voorliggende plan voorziet niet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro. Het is daarom niet nodig een exploitatieplan op te stellen. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor een kostenverhaal op te stellen, zoals bedoeld is in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening.