direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Heeten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120016-0002

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in Staat van Bedrijfsactiviteiten ;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie 1", uitsluitend voor bedrijven van categorie 1 zoals vermeld in Staat van Bedrijfsactiviteiten ;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2", voor bedrijven tot en met categorie 3.2 zoals vermeld in Staat van Bedrijfsactiviteiten ;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 4.2", voor bedrijven tot en met categorie 4.2 zoals vermeld in Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening", tevens voor dienstverlening;
  • f. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", voor wonen in een bedrijfswoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel", voor detailhandel in tuinartikelen;

met de daarbijbehorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;

met daaraan ondergeschikt:

  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. wegen, straten en paden;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. (infiltratie)groenvoorzieningen;
  • n. water;

met inachtneming van het volgende:

  • o. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • p. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • q. vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan;
  • r. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994 zijn niet toegestaan;

tenzij deze bedrijven reeds zijn toegestaan ingevolge het bepaalde in 4.1 onder b t/m d.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van een bedrijfsgebouw tot de perceelgrens mag niet minder dan
    4,00 m bedragen;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij op de verbeelding een bebouwingspercentage is opgenomen, dan mag het bebouwingspercentage over het bouwvlak niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • d. de goot- en/of bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. bij toepassing van een hellend dak, is de dakhelling niet minder dan 15º en niet meer dan 50º;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - oppervlakte bouwperceel" dient:
    • 1. de oppervlakte van het bouwperceel ten minste 1000 m² en ten hoogste 5000 m² te bedragen;
    • 2. de bedrijfsbebouwing op het bouwperceel ten minste 350 m² te bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - minimale afstand" dient de afstand van een bedrijfsgebouw tot een bedrijfswoning van derden minimaal 30 m te zijn.

4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning";
  • b. de afstand van een bedrijfswoning tot de perceelgrens mag niet minder dan 4,00 m bedragen;
  • c. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bedrijf bedragen';
  • d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - oppervlakte bouwperceel" is een bedrijfswoning alleen toegestaan, nadat bedrijfsbebouwing van minimaal 350 m² is gerealiseerd of tegelijkertijd met de bouw van bedrijfswoning wordt gerealiseerd;
  • e. indien het dak van een helling is voorzien, mag de bouwhoogte niet meer dan 8 m bedragen;
  • f. indien het dak plat is afgedekt, mag de hoogte niet meer dan 7 m bedragen;
  • g. bij toepassing van een hellend dak, is de dakhelling niet minder dan 15º en niet meer dan 50º;
  • h. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • i. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - minimale afstand" dient de afstand van een bedrijfswoning tot een bedrijfsgebouw van derden minimaal 30 m te zijn.

4.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen ten minste 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel(s) van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen in, dan wel ten minste 1 m uit de perceelgrens te worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 75 m² bedragen;
  • d. de goothoogte, bouwhoogte, en bij toepassing van een hellend dak, de dakhelling van bijbehorende bouwwerken dienen te voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Goothoogte in meters.   Bouwhoogte in meters.   Dakhelling in graden.  
Min.   Max.   Min.   Max.   Min.   Max.  
-   3,25   -   5,50   25   60  

  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag de bouwhoogte van aangebouwde bijgebouwen tot 3,00 m achter de achtergevel van de bedrijfswoning maximaal 6,50 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning verminderd met 1,50 m;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder d is een andere dakhelling toegestaan waarbij wordt aangesloten bij de kapvorm van de bedrijfswoning.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak mag de hoogte van de hoofdbebouwing niet overschrijden, met uitzondering van (reclame)masten en verlichtingsarmaturen, waarvan de maximale hoogte 8 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak mag voor (reclame)masten en verlichtingsarmaturen, maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak mag niet meer dan 3 m bedragen.

4.2.5 Overkappingen

Voor overkappingen gelden in aanvulling op het bepaalde in 4.2.3 en 4.2.4 de volgende regels:

  • a. een overkapping mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden geplaatst;
  • b. een overkapping dient ten minste 3 m achter het verlengde van de voorgevel(s) van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag een overkapping tot niet minder dan 1,00 m achter de voorgevel of het verlengde daarvan worden gebouwd met dien verstande dat de overkapping aan de voorzijde geheel open dient te zijn;
  • d. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3,25 m bedragen, tenzij de afstand tot de voorgevel of het verlengde daarvan meer dan 3 m bedraagt, in welk geval de in 4.2.3 onder d genoemde goot- en bouwhoogtes van toepassing zijn;
  • e. overkappingen bij bedrijfswoningen worden meegerekend bij het bepalen van de oppervlakte als bedoeld in lid 4.2.3 onder c.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 4.2.1 onder d teneinde een bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot maximaal 10 m toe te staan, indien dit uit oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is. Deze afwijking is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte";
  • b. het bepaalde in 4.2.1 onder f sub 1, teneinde een oppervlakte van het bouwperceel van meer dan 5.000 m2 toe te staan;
  • c. het bepaalde in 4.2.4 onder b, teneinde een bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder mede begrepen silo's, tot maximaal 20 m toe te staan.

4.4.2 Toetsingscriteria
  • 1. De in 4.4.1 vermelde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken categorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van de vestiging van een bedrijf of een gedeelte ervan en het gebruik van grond en de opstallen hiervoor in een hogere categorie, dan wel voor een bedrijf dat niet in Staat van Bedrijfsactiviteiten  voorkomt.

4.5.2 Afwijken volumineuze detailhandel I

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van de vestiging van "volumineuze detailhandel I" als bedoeld in 1.49 , met dien verstande dat:

  • a. deze omgevingsvergunning uitsluitend van toepassing is ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - ontheffingsgebied" op de verbeelding;
  • b. op eigen terrein in parkeerbehoefte wordt voorzien.

4.5.3 Toetsingscriteria

De in 4.5.1 en in 4.5.2 vermelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend mits het bedrijf aantoont dat de activiteiten, wat hinder, aard en omvang betreft, toelaatbaar zijn op de gewenste locatie en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu, en onverminderd het bepaalde in 4.1 onder n t/m q.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

4.6.1 Wijzigingsbevoegdheid in bestemming Wonen - 2

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 2" de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen - 2 , met inachtneming van de volgende criteria:

  • a. er mogen ten hoogste 2 woningen worden gebouwd, vrijstaand dan wel twee-aaneen;
  • b. de woningen dienen aan de wegzijde gesitueerd te worden, waarbij de achterste bouwgrens van de woningen op niet meer dan 25 m vanuit de as van de Dorpsstraat gesitueerd mag worden;
  • c. de exacte locatie van de woningen kan bij de wijziging nader worden bepaald aan de hand van de stedenbouwkundige visie en de milieutechnische eisen van de omgeving;
  • d. het bepaalde in artikel 18 Wonen - 2 is van overeenkomstige toepassing.

4.6.2 Wijzigingsbevoegdheid in bestemming Detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 2" de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Detailhandel , met inachtneming van de volgende criteria:

  • a. er mag alleen gewijzigd worden ten behoeve van volumineuze detailhandel I, met uitzondering van de achterste 9 m; deze gronden mogen ook gebruikt worden ten behoeve van detailhandel;
  • b. er mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van volumineuze detailhandel I met ten hoogste 1 bijbehorende woning;
  • c. er mogen geen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van detailhandel;
  • d. de gebouwen dienen aan de wegzijde gesitueerd te worden, waarbij de achterste bouwgrens van de woning op niet meer dan 25 m vanuit de as van de Dorpsstraat gesitueerd mag worden;
  • e. de exacte locatie van de woning kan bij de wijziging nader worden bepaald aan de hand van de stedenbouwkundige visie en de milieutechnische eisen van de omgeving;
  • f. het bepaalde in artikel 7 Detailhandel is van overeenkomstige toepassing.