direct naar inhoud van Artikel 7 Detailhandel
Plan: Heeten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120016-0002

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Detailhandel ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel volumineus", uitsluitend voor volumineuze detailhandel I;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf", tevens voor bedrijven in de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in Staat van Bedrijfsactiviteiten ;
  • e. wonen met dien verstande dat:
    • 1. per bouwperceel niet meer dan 1 woning is toegestaan;
    • 2. geen woning mag worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "detailhandel volumineus";
    • 3. in afwijking van het bepaalde in sub 2 is ter plaatse van de aanduiding "wonen", 1 woning toegestaan;

met de daarbijbehorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. wegen, straten en paden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. (infiltratie)groenvoorzieningen;
  • k. water.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
  • c. de goot- en/of bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 3 m te zijn;
  • e. de toepassing van een hellend dak is verplicht, met dien verstande dat:
    • 1. de dakhelling niet minder dan 15º en niet meer dan 50º mag bedragen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding "plat dak" ook een plat dak is toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - plat dak verplicht" een platte dakafdekking verplicht is, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de maximaal toegestane goothoogte;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel volumineus" gelden in aanvulling op sub a, b en c de volgende regels:
    • 1. showrooms zijn toegestaan, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte op de begane grond minimaal 3500 m² moet bedragen;
      • op de verdieping de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 8.000 m2;
      • de hoogte niet meer mag bedragen dan 8 m;
      • maximaal 5% van de showroomoppervlakte gebruikt mag worden als kantoor;
    • 2. magazijnen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte op de begane grond maximaal 2300 m² mag bedragen;
      • de hoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.

7.2.2 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden in aanvulling op het bepaalde in 7.1 onder e en 7.2.1 de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" zijn het aangegeven aantal woningen toegestaan;
  • b. indien op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan sprake is van meerdere woningen, zijn deze woningen toegestaan. Dit aantal mag niet worden vermeerderd;
  • c. De inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 750 m³.

7.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij woningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een woning, gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen ten minste 3 m achter het verlengde van de voorgevel(s) van de woning te worden gebouwd;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen in, dan wel ten minste 1 m uit de perceelgrens te worden gebouwd;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij een woning mag niet meer dan 75 m² bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de totale bebouwing niet meer mag bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • e. de goothoogte, bouwhoogte, en bij toepassing van een hellend dak, de dakhelling van bijbehorende bouwwerken dienen te voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Goothoogte in meters.   Bouwhoogte in meters.   Dakhelling in graden.  
Min.   Max.   Min.   Max.   Min.   Max.  
-   3,25   -   5,50   25   60  

  • f. in afwijking van het bepaalde onder e mag de bouwhoogte van aangebouwde bijgebouwen tot 3 m achter de achtergevel van de woning maximaal 6,5 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1,5 m;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder e is een andere dakhelling toegestaan waarbij wordt aangesloten bij de kapvorm van de woning.

7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel dan wel het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.

7.2.5 Overkappingen

Voor overkappingen gelden in aanvulling op het bepaalde in 7.2.3 respectievelijk 7.2.4 de volgende regels:

  • a. een overkapping mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden geplaatst;
  • b. een overkapping dient ten minste 3 m achter het verlengde van de voorgevel(s) van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag een overkapping tot niet minder dan
    1 m achter de voorgevel of het verlengde daarvan worden gebouwd met dien verstande dat de overkapping aan de voorzijde geheel open dient te zijn;
  • d. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3,25 m mag bedragen, tenzij de afstand tot de voorgevel of het verlengde daarvan meer dan 3 m bedraagt, in welk geval de in 7.2.3 onder e genoemde goot- en bouwhoogtes van toepassing zijn
  • e. overkappingen bij woningen worden meegerekend bij het bepalen van de oppervlakte en het percentage als bedoeld in 7.2.3 onder d.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.