direct naar inhoud van 4.5 Water
Plan: Buitensportcentrum Raalte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120009-0003

4.5 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Groot Salland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleidskader

Europees

De nieuwe Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden en vraagt aan alle lidstaten om in 2015 resultaten te boeken met het schoonhouden en schoonmaken van het water in stad en land (chemisch kwaliteitsdoel) en het beschermen en ontwikkelen van natuur (ecologisch kwaliteitsdoel). Uitgangspunt is een indeling in stroomgebieden. Knelpunten van een stroomgebied worden in principe binnen dat stroomgebied opgelost.

Nationaal

Het waterbeleid in Nederland is verwoord in de Vierde Nota Waterhuishouding en in de Nota Ruimte. De beleidsdocumenten Waterbeleid 21e eeuw en de Europese Kaderrichtlijn Water geven verdere invulling aan het waterbeleid in Nederland. Het Rijk heeft met de koepelorganisaties IPO, VNG en UvW het Nationaal Bestuursakkoord Water afgesloten voor de uitvoering van het waterbeleid.

Al deze beleidsplannen en afspraken zijn gericht op het bewuster met water omgaan en op het meer ruimte geven aan water. Het Waterbeleid 21e eeuw breekt met de traditie van zoveel mogelijk pompen en zo snel mogelijk lozen. Water wordt niet meer zo snel mogelijk afgevoerd, maar zolang mogelijk vastgehouden, onder andere in de bodem. Daarmee worden problemen in lager gelegen gebieden voorkomen. Is vasthouden niet meer mogelijk, dan bergen de waterbeheerders het in gebieden die daarvoor zijn uitgekozen. Uiteraard in goed overleg met alle betrokken partijen. Door het water zo lang mogelijk vast te houden wordt tevens verdroging voorkomen. In stedelijk gebied is het afkoppelen van regenwater en niet aankoppelen een belangrijk item.

In de Europese Kaderrichtlijn Water is de Europese Unie opgedeeld naar de stroomgebieden van de grote rivieren. Eén daarvan is de Rijn. De EU heeft het lange traject van Rijn naar Noordzeedelta onderverdeeld in vier stroomgebiedsdistricten. Die zijn weer gesplitst in deelstroomgebieden, waaronder Rijn-Oost, dat bestaat uit delen van Nederland en de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen. Hier zijn alle betrokken Nederlandse en Duitse instanties verantwoordelijk voor het behalen van de door Brussel gestelde doelen. Het Nederlandse gedeelte van Rijn-Oost wordt eveneens als werkgebied gehanteerd binnen WB21.

Duurzaam schoon oppervlaktewater en bescherming van het drinkwater voor de toekomst. Dat zijn, heel in het kort, de belangrijkste doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Waterbeheer 21e eeuw, die voortaan samengaan via het Nationaal Bestuursakkoord Water.

Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is een akkoord tussen het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het waterbeheer in Nederland op orde te brengen en daarna op orde te houden. Het gaat daarbij om problemen als hoog water, watervervuiling, droogte en in ecologisch opzicht te arm water. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig als het aanleggen van retentiegebieden en het vasthouden van water. Hiermee wordt geanticipeerd op klimaatverandering, stijging van de zeespiegel, daling van de bodem en verstedelijking. Het Nationaal Bestuursakkoord Water verplicht de waterpartners om de wateropgave vast te stellen. De wateropgave is de ruimte die water moet krijgen als uitwerking van het principe vasthouden, bergen, afvoeren. Elk gebiedstype krijgt een eigen uitwerking van de wateropgave met verschillende accenten op het vasthouden, het bergen of het afvoeren van water. De uitwerking en realisatie van de wateropgave verschilt daarmee voor de bestaande stad, voor ontwikkelingslocaties of voor het landelijk gebied.

Het Regionaal Bestuursakkoord Water is voorbereid door de provincie Overijssel en het Waterschap Groot Salland, in overleg met de wethouders die water in hun portefeuille hebben van de gemeenten Deventer, Kampen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwarte Waterland en Zwolle.

Doel van het Regionaal Bestuursakkoord Water voor West-Overijssel is:

  • 1. het versterken van de binding met het Nationaal Bestuursakkoord Water en het vastleggen van afspraken tussen betrokken partijen over de uitvoering daarvan;
  • 2. het gemeenschappelijk voorbereiden van de aanpak van de wateropgaven en de uitvoering van noodzakelijke maatregelen in de periode 2007-2015;
  • 3. het vergroten van de betrokkenheid van de maatschappij en haar bestuurlijke vertegenwoordigers bij het aanpakken van de wateropgaven;
  • 4. het versterken van de onderlinge samenwerking tussen betrokken partijen.

Provinciaal beleid

Het provinciale Waterhuishoudingsplan Overijssel 2000+ (december 2000) gaf in hoofdlijnen het te voeren waterhuishoudkundig beleid voor de provincie aan. Het waterbeleid is in 2006 aangescherpt en vertaald naar het streekplanbeleid in de Partiële herziening van het Streekplan 2000+ en het Waterhuishoudingsplan 2000+. Het beleid is nu neergelegd in de provinciale omgevingsvisie en geborgd in de omgevingsverordening.

Voor natte gebieden nabij steden is een afweging gemaakt voor de ruimte die beschikbaar moet blijven voor water ten opzichte van de ontwikkelingsmogelijkheden voor stedelijke functies. De primaire watergebieden zijn gebieden die in extreme omstandigheden een natuurlijke functie hebben voor een tijdelijke berging van water. De primaire gebieden, die in de partiële herziening Ruimte en Water zijn aangewezen, zijn gebieden met een functie voor waterberging, waar op grond van een integrale afweging is geoordeeld dat de waterfunctie primair is en zwaarder weegt dan andere, daarmee strijdige belangen. In deze gebieden worden functies geweerd die strijdig zijn met het behoud van ruimte voor water. Daarbij wordt vooral gedacht aan woon- en werkgebieden en andere kapitaalintensieve functies. Voor functies die goed verenigbaar zijn met het behoud van ruimte voor water en die passen binnen het geldende ruimtelijke beleid zijn wel mogelijkheden.

Naast primaire watergebieden zijn er ook aandachtsgebieden voor wateroverlast benoemd. In deze gebieden is water een mede-ordenend aspect In een aandachtsgebied wateroverlast kan onder een aantal voorwaarden een stedelijke ontwikkeling plaatsvinden indien vaststaat dat de wateropgave goed kan worden ingevuld volgens de watertoets . Het gaat dan om niet afwentelen, compenseren van verlies aan berging, en schadevrij ontwikkelen.

Waterschapsbeleid

Door de invoering van de Kaderrichtlijn Water is Nederland verdeeld in vijf deelstroomgebieden. Het deelstroomgebied Rijn-Oost wordt beheerd door de Waterschappen Groot Salland, Reest en Wieden, Regge en Dinkel, Rijn en IJssel en Velt en Vecht. Om te voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water, hebben deze Waterschappen de afgelopen jaren intensief samengewerkt met elkaar en met andere partners. Gevolg van deze samenwerking is een grotendeels gemeenschappelijk waterbeheerplan.

De waterbeheerplannen beschrijven het beleid van de vijf Waterschappen in Rijn-Oost. De hoofdthema's zijn: het waarborgen van veiligheid, het watersysteembeheer en het ontwikkelen van de afvalwaterketen. Ook opgenomen zijn de maatregelen voor het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterbeheer 21e eeuw. De Waterschappen hebben voor het uitvoeren van de KRW-maatregelen een resultaatsverplichting. De plannen omvatten ook een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen voor de periode tot en met 2015. De plannen worden verder vormgegeven en uitgevoerd in dialoog en in samenwerking met alle betrokken partijen.

Groot Salland

Om alle uitdagingen het hoofd te kunnen bieden is er, naast aandacht voor water, vooral ook ruimte voor water nodig om in de toekomst West-Overijssel veilig en leefbaar te houden. Het Waterschap Groot Salland heeft meer ruimte voor water nodig om wateroverlast en verdroging te voorkomen waarbij natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen. Met de uitvoering van het programma Ruimte om te leven met water wordt gestreefd naar realisatie. Uitvoering heeft de komende jaren prioriteit, vooral van de Kaderrichtlijn Water maatregelen waarvoor een resultaatsverplichting geldt. Deze uitvoering vraagt na inrichting van het nieuwe watersysteem om een aangepast beheer en onderhoud. Om ook op de lange termijn doelmatig gestalte te kunnen geven aan het afvalwaterketenbeheer worden nieuwe (zuiverings)technologieën en werkwijzen ontwikkeld en doorgevoerd.

Gemeentelijk beleid

Het Waterplan is een beleidsdocument waarin al het water binnen de gemeentegrenzen van Raalte integraal benaderd wordt. Door deze integraliteit vormt het Waterplan een sterke basis voor het streven naar een duurzaam, toekomstgericht watersysteem. Het Waterplan biedt daarnaast een waterkader voor alle beleidsvelden die raken aan het waterbeheer. Het Waterplan heeft geen wettelijke basis, maar vormt een functioneel beleidsdocument. Het Waterplan richt zich op zowel het watersysteem binnen de bebouwde kernen van de gemeente Raalte als daarbuiten. Het watersysteem buiten de bebouwde kernen is eveneens opgenomen in het waterbeheerplan van Waterschap Groot Salland.

Huidige situatie

De bodem van het gebied bestaat uit een associatie van veldpodzol-, vlakvaag- en duinvaaggronden. Deze gronden zijn allen leemarm of bevatten lemig fijn zand. In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied is ook niet gelegen binnen de kern en/of beschermingszone van een waterkering.

Er is geen aansluiting op het gemeentelijk riool aanwezig ter plaatse. Wel is op het perceel thans een IBA-systeem (Individuele Behandeling van Afvalwater) aanwezig.

Toekomstige situatie

In het plangebied wordt maximaal 30 m² aan bebouwing toegevoegd bij het nieuwe paintballterrein. De overige ingrepen leiden niet tot een toename aan verharding. Het afstromend hemelwater van de nieuwe bebouwing wordt geïnfiltreerd in de bodem.

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem worden duurzame, niet-uitloogbare materialen gebruikt, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Het thans aanwezige IBA-systeem is ook in de nieuwe situatie voldoende.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.