Plan: | Angeli Custodes |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20120007-0003 |
De bestemming die met dit bestemmingsplan vastgelegd wordt, maakt functies als maatschappelijke voorzieningen en (zorg)wonen mogelijk. Dat betekent, dat het bestemmingsplan een stedelijk onwikkelingsproject, zoals dat is bedoeld in categorie D.11.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage, mogelijk maakt.
Een stedelijk project valt onder een m.e.r-beoordelingsplicht in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op:
Aangezien deze drempelwaarden niet worden overschreden geeft het Besluit milieueffectrapportage aanleiding om een vormvrije m.e.r.-beoordeling uit te voeren. Bij de vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt nagegaan of er sprake kan zijn van belangrijke nadelige milieueffecten. Op grond van artikel 2 lid 5 van het Besluit milieueffectrapportage moet het voornemen worden getoetst aan de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn.
De kenmerken van het voornemen en de potentiële effecten
Het bestemmingsplan maakt door middel van de bestemmingen maatschappelijke voorzieningen en (zorg)wonen mogelijk. Gezien het in deze situatie gaat om een beperkt oppervlak waarop woningen en maatschappelijke voorzieningen gebouwd kunnen worden, is de verwachting, dat dit niet gepaard zal gaan met een grote toename aan verkeersintensiteiten en een toename van de milieubelasting (geluid, luchtkwaliteit) als gevolg van de toekomstige activiteiten ten opzichte van de referentiesituatie. Als gevolg van de realisatie van maatschappelijke voorzieningen/woningen zijn er naar verwachting ook nauwelijks effecten op het milieu te verwachten. De onderzoeken die in het kader van het bestemmingsplan zijn uitgevoerd, ondersteunen deze conclusie.
De plaats van de uitbreiding (ligging ten opzichte van gevoelige gebieden)
Het plangebied ligt in een stedelijke omgeving met daaromheen wegen, wonen, groen en voorzieningen in de vorm van een school. Het plangebied ligt niet in de nabijheid van beschermde natuurgebieden.
De conclusie op grond van bovenstaande is, dat er geen belangrijke nadelige milieugevolgen worden verwacht. Hierbij zijn de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn in acht genomen.