direct naar inhoud van 4.2 Juridische planopzet
Plan: Wijziging Borgwijk, fase 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110018-0002

4.2 Juridische planopzet

De regels met betrekking tot de wijziging zijn gebaseerd op het bestemmingsplan 'Luttenberg' waarvan deze wijziging onderdeel uitmaakt. Deze regels zijn dan ook overgenomen in relatie tot de in dit wijzigingsplan aanwezige bestemmingen. Het gaat dan om de volgende bestemmingen: 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer-verblijfsgebied', 'Wonen - 1'en 'Wonen - 2'. In deze bestemmingen wordt het volgende geregeld:

Groen

De structurerende groengebieden binnen de planontwikkeling en open te houden terreinen hebben de bestemming 'Groen' gekregen.
Binnen deze bestemming zijn ondergeschikte watergangen, bruggen, watervoorzieningen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden toegestaan.

Tuin

De tuinbestemming is in het hele plangebied tot op 3 m achter de voorgevel gelegd. In de voortuinen en zijtuinen met de bestemming "Tuin" mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, alsmede pergola's en vlaggenmasten/lichtarmaturen. Het bouwen van gebouwen of overkappingen is niet toegestaan. Hiervoor gelden enkele uitzonderingen:

  • a. de bestaande gebouwen, zoals bestaande erkers, bergingen en ingangspartijen;
  • b. de bestaande overkappingen, en
  • c. nieuwe erkers, dakoverstekken, serres en dergelijke mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden zoals opgenomen in de regels.


Er is voor aangrenzende woonfuncties een speciale regeling voor de bouw van carports en erkers ten dienste van de aangrenzende woonbestemming opgenomen. Voor de bijgebouwenregeling wordt verwezen naar de regeling die hoort bij de aangrenzende woonbestemming.

Verkeer-Verblijfsgebied

Binnen Borgwijk hebben de straten, parkeervoorzieningen en de niet structurele groenvoorzieningen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' gekregen. Deze gronden zijn er hoofdzakelijk voor de bereikbaarheid van de woningen en de inrichting van de openbare ruimte.
Binnen de verkeersbestemmingen zijn ook voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, alsmede parkeer- en groenvoorzieningen en diverse andere - mits ondergeschikte voorzieningen realiseerbaar.

Wonen - 1 en Wonen - 2

In het plangebied hebben de woningen de bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2' gekregen. Alle toekomstige woonbebouwing binnen het plangebied is positief bestemd. De woningen zijn op de verbeelding voorzien van een bouwvlak, waarbinnen de woning dient te staan/dient te worden gebouwd. Het verschil in de bestemmingen is gebaseerd op de verschillende regeling met betrekking tot de bouw van hoofdgebouwen, zoals in de volgende tabel beschreven.

Bestemming
 
Bouwhoogten   Overige  
'Wonen -1'   goothoogte maximaal 4 m, bouwhoogte maximaal 10 m.   - binnen de bestemming zijn ter plaatse van de aanduidingen "vrijstaand" en "twee-aan-een" verschillende woningtypen toegestaan.  
'Wonen -2'   goothoogte minimaal 4,5 m en maximaal 6,5 m, bouwhoogte maximaal 10 m   - binnen de bestemming zijn ter plaatse van de aanduidingen "vrijstaand" en "twee-aan-een" verschillende woningtypen toegestaan.  

Algemeen:

Een aantal regelingen is voor alle twee de woonbestemmingen min of meer gelijk. Het betreft hier de volgende regelingen:

  • de diepte van het bouwvlak voor de woningen is vastgelegd op 12 meter;
  • de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en bijgebouwen mag in alle woonbestemmingen niet meer dan 75 m² bedragen;
  • die delen van het woongebied die uit stedenbouwkundige overwegingen onbebouwd dienen te blijven - en welke als tuin of erf in gebruik zijn - zijn tot "Tuin" bestemd. Het betreft in vrijwel alle gevallen de voortuinen en soms ook de zijtuinen;
  • naast de woonfunctie is ook de uitoefening van een beroep aan huis een algemeen aanvaarde activiteit. Het betreft hier beroepsuitoefeningen, die door hun aard aanvaardbaar moeten worden geacht binnen het woonmilieu en waarvan mag worden aangenomen dat daarvan geen negatieve invloed uitgaat. Daar het van belang is dat de woning de woonfunctie blijft behouden zijn er beperkingen gesteld aan de oppervlakte die mag worden ingenomen voor het aan huis verbonden beroep. Zo is het beroep aan huis toegestaan tot 35% van de woning met een maximum van 50 m2;
  • voor mantelzorg is een aparte inwoningsregeling opgenomen. Zo kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van mantelzorg afwijken van het bepaalde voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning).

Naast deze regels zijn nog de van toepassing zijnde begrippen en de algemene regels overgenomen uit het bestemmingsplan 'Luttenberg'.

Aanvulling op de regels:

In dit bestemmingsplan is expliciet een aanvulling op de regels van het bestemmingsplan Luttenberg mogelijk gemaakt. Deze aanvulling betreft het regelen van het aantal te bouwen woningen (hoofdgebouwen) binnen een bouwvlak. Deze zijn op de verbeelding van dit bestemmingsplan specifiek aangegeven per bouwvlak. Daarmee is een ruimtelijke vertaling gegeven aan de wijzigingsvoorwaarde die bepaalt dat er maximaal 25 woningen mogen worden gebouwd.