direct naar inhoud van 3.4 Inrichtingsschets en onderbouwing
Plan: Linderteseweg 55 Mariënheem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110016-0003

3.4 Inrichtingsschets en onderbouwing

De analyse en uitgangspunten hebben geleid tot onderstaand inrichtingsplan (zie figuur 3.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20110016-0003_0007.png"

Figuur 3.3 Inrichtingsplan Linderteseweg 55 te Mariënheem

Typische langgerekte ligging behouden en accentueren

Het erf heeft zijn langgerekte ligging langs de weg behouden. Het erf vormt hiermee eigenlijk een uitzondering op de regel; oudere erven zijn met het voorerf gericht op de weg. Het erf sluit daarmee dus niet aan op de historische erven, maar voor dit erf is het erg typerend.

Heldere overgang naar het landschap

De overgang naar het landschap is divers maar helder, het voor- en zijerf wordt al begrensd door hagen en deels door een singel en losstaande bomen. Deze vormen een heldere overgang naar de agrarische gronden rondom het erf. Aan de noordzijde is een singel aanwezig. Deze singel is aan de noordwestzijde doorgezet.

Typische langgerekte ligging behouden en accentueren

De oorspronkelijke boerderij blijft vanuit de omgeving het opvallendste object op het erf. Dit is van belang voor zowel de inpassing in het landschap als het behoud van de erfkarakteristiek. De andere bebouwing vormt samen met de beplanting de omlijsting van het erf. Het totaalplaatje vormt een fraai contrast met de omringende (open) agrarische gronden.

Bestaande groenelementen en bebouwing sturend voor overige inrichting

De bestaande groenelementen (stijltuinen, boomgaard, moestuin) op het voor- en zijerf creëren een karakteristieke uitstraling. Het achtererf is in dezelfde stijl doorgezet, maar hier staat de functionaliteit meer centraal. Dat wil zeggen dat de beplanting soberder is, met hier een daar een solitaire boom en wat struweel. Een beukenhaag accentueert de (bestaande) oprit, zodat toch enige binding ontstaat met het voorerf. Tevens vormt het voor de nieuwe woning een fraaie markering.

Losse strooiing van bebouwing

De bestaande boerderij blijft het hoofdobject op het erf. De steltenberg is het nieuwe bijgebouw bij de bestaande woning. Meer aan de noordzijde van het perceel ligt de nieuwe woning met bijgebouw. Samen zijn de gebouwen zo gesitueerd dat de functionele opzet van het achtererf de hoofdopzet is, maar met een losse strooiing van bebouwing.

De erfkarakteristiek wordt op deze wijze versterkt. De boerderij blijft in het oog springen door zowel de fraaie inrichting van voor- en zijerf als de karakteristieke elementen van de boerderij zelf. De overige bebouwing heeft een ondergeschikte uitstraling. Er ontstaat een sterk erfensemble.

Toekomstige functie erf

Het erf krijgt in de toekomst een dubbele woonfunctie. Van belang is dat het erf één geheel lijkt, maar ook dat er voor de bewoners enige privacy is. Doordat de woningen wat verder uit elkaar liggen met daartussen de bijgebouwen, ontstaat deze privacy. De strategische plaatsing van met name de steltenberg, creëert een versmalling in het erf waardoor deze privacy nog verder wordt versterkt.

Beplanting

De nieuwe beplanting is slechts een kleine aanvulling op landschappelijk niveau, in vergelijking met de al bestaande fraaie erfbeplanting. De bestaande beplanting is overwegend inheems of heeft een sterke sierwaarde op het erf. De inrichting van het achtererf is soberder, met beukenhagen, enkele solitaire bomen, een deel van de singel en de aanplant van enkele nieuwe fruitbomen ter vervanging van de oude. De beplanting voor het achtererf is inheems en hangt ook nauw samen met al aanwezige plantsoorten op het zij- en voorerf.

De hagen sluiten aan op de hagen die al veel aanwezig zijn op het erf: beukenhagen. De fruitbomen langs de entree die leidt naar het centrale 'pleintje' bij de boerderij, worden vervangen door nieuwe pruimenbomen, de Prunus domestica 'Dubbele Boerenwitte'. De singel bestaat uit inheems bosplantsoen passend bij bodemtype en landschappelijke ligging. Enkele soorten zijn: appel, boswilg, hulst, lijsterbes, peer, ruwe berk, vuilboom en zomer- en wintereik. De solitaire bomen zijn markant voor het erf. Soorten kunnen zijn: walnoot, beuk en linde. Het overgrote deel van het achtererf wordt opnieuw ingezaaid met een grasmengsel.