direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Raalte, Veldhoekerweg 9, Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110007-0003

4.6 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag en gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Als oriëntatiewaarde geldt:

  • 10-5 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers;
  • 10-7 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers;
  • 10-9 voor een ongeval met meer dan 1.000 dodelijke slachtoffers;
  • enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm).

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, over het water of over het spoor

De huidige risiconormering ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen volgt uit de circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen (circulaire RVGS). Op basis van deze circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten betreft dit een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR (bestaande en nieuwe situaties) of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Op een afstand van 200 m vanaf het tracé hoeven in principe geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

Onderzoek

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen. Ook worden hier geen gevaarlijke stoffen over het water, over het spoor of door buisleidingen vervoerd. Ongeveer 150 m ten zuiden van het plangebied ligt de N35. Uit de circulaire RVGS blijkt dat over deze weg gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De PR 10-6-risicocontour ligt echter niet buiten de weg. Het plaatsgebonden risico vormt daarom geen belemmering voor de realisatie van de beoogde ontwikkeling. Uit het ontwerp basisnet weg blijkt dat het GR in de huidige situatie kleiner is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van een ligboxenstal bij een bestaand agrarisch bedrijf mogelijk. Als gevolg van deze ontwikkeling zal de personendichtheid ter plaatse van het plangebied niet toenemen. Het agrarisch bedrijf bestaat namelijk reeds en de uitbreiding is niet van een dusdanige omvang dat hierdoor meer werknemers op het bedrijf aanwezig zullen zijn. Daarom heeft de vaststelling van dit bestemmingsplan geen invloed op de hoogte van het GR. Een nadere verantwoording van het GR kan daarom achterwege blijven. Ook het groepsrisico vormt geen belemmering voor de realisatie van de beoogde ontwikkeling.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.