direct naar inhoud van 6.3 Toelichting op de regels
Plan: Beaphar te Raalte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20100012-0003

6.3 Toelichting op de regels

6.3.1 Algemeen

De regels zijn een juridische vertaling van het planologisch/ruimtelijk beleid van de gemeente, provincie en het rijk. De regels zijn het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en bebouwing en de bepalingen over de toegestane bebouwing zelf.

De bij dit plan behorende planregels zijn ingedeeld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:

  • 1. Inleidende regels;
  • 2. Bestemmingsplanregels;
  • 3. Algemene regels;
  • 4. Overgangs- en slotregels.

In hoofdstuk 1 worden enkele in de regels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze dient te worden gemeten.

In hoofdstuk 2 worden de specifieke regels gegeven voor de op de plankaart aangegeven bestemmingen en aanduidingen. De artikelen bestaan in elk geval uit een bestemmingsomschrijving en bouwregels. In beginsel is de bestemmingsomschrijving bepalend voor het gebruik (zowel in ruime als in enge zin) van de grond.

Hoofdstuk 3 bevat bepalingen die van toepassing zijn op meerdere bestemmingen, zodat uit praktisch oogpunt de voorkeur is gegeven deze bepalingen in een afzonderlijk hoofdstuk onder te brengen.

Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregels.

6.3.2 Flexibiliteitsbepalingen

Voor elke bestemming is afzonderlijk een bestemmingsregel opgenomen. Af en toe kan het nodig zijn dat afwijking van de gestelde regels is toegestaan. Om die reden zijn in het bestemmingsplan diverse flexibiliteitregeling opgenomen. Deze zijn:

  • Afwijking van de bouwregels
  • Afwijking van de gebruiksregels
  • Nadere eisen

De bevoegdheid tot het nemen van besluiten omtrent deze flexibiliteitsbepalingen ligt bij het college van burgemeester en wethouders.

Afwijkingen maken wijzigingen van geringe aard mogelijk, waarbij de aan de grond toegekende bestemming gehandhaafd dient te blijven. Met de nadere eisen kunnen ondergeschikte zaken aan gebouwen worden aangepast. Het gaat hierbij om zaken zoals het aanpassen van de vorm of de situering van een bouwwerk of de inrichting van een terrein. Met nadere eisen kunnen geen ingrijpende veranderingen plaatsvinden.

6.3.3 Toelichting op de bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

De gronden met de bestemming Bedrijf beslaan alleen de gronden welke in eigendom zijn bij Beaphar. Binnen deze bestemming kan Beaphar de uitbreidingsplannen realiseren. Om toch de flexibiliteit binnen deze bestemming te houden is er voor gekozen om de bestemming ruim te definiƫren zodat bedrijven welke passen binnen de categorie 1 tot en met 3.1 respectievelijk 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten op de betreffende locatie zijn toegestaan. De activiteiten die Beaphar verricht passen voor een groot deel binnen categorie 3.1 van deze Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen (groothandel in veevoeders en formuleren en afvullen van geneesmiddelen). Het gaat hierbij om de Staat zoals deze is vermeld in de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en welke aan dit bestemmingsplan is toegevoegd.

Ondanks dat de afstand tussen de bedrijfsbestemming en de woningen korter is dan de richtafstand is er door de uitbreiding van Beaphar geen extra hinder voor de woningen in de omgeving. Er is dan ook voor gekozen om voor de twee productielocaties waar voer voor huisdieren wordt vervaardig een aanduiding op te nemen betreffende een 'specifieke vorm van bedrijf - 1'. Hier zijn uitsluitend activiteiten toegestaan, voor zover voorkomend in de categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten met SBI-code 1571.

Bedrijfsactiviteiten die passen binnen de categorieƫn 3.2 en 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn tevens toegestaan mits zij wat betreft de aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijven zoals bedoeld in categorie 1 tot en met 3.1 respectievelijk 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. De zogenaamde grote Lawaaimakers zijn niet toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Bedrijfsactiviteiten die onder het Besluit externe veiligheid vallen kunnen niet door een omgevingsvergunning worden verleend.

Artikel 4 Groen

Deze bestemming laat groen- en watervoorzieningen, de bescherming van de landschappelijke waarden van de aanwezige beplanting toe, doch biedt ook mogelijkheden voor nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen. Deze bestemming is specifiek opgenomen om de bedrijfsbestemming landschappelijk in de omgeving in te passen. Door de groenstrook wordt het bedrijf afgeschermd van het agrarische gebied en de kern van Raalte. Het is niet toegestaan om binnen deze bestemming gebouwen te bouwen.

Artikel 5 Verkeer- en verblijfsgebied

Binnen deze bestemming zijn de verkeersdoeleinden opgenomen. Het betreft specifiek de Oude Linderteseweg. Het gaat om de openbare weg, welke tevens de ontsluitingsweg is van Beaphar. Binnen deze bestemming vallen ook de bermen, kunstobjecten en eventuele parkeervoorzieningen langs de weg. De parkeerplaats ten behoeve van het personeel en bezoekers van Beaphar is niet opgenomen binnen deze bestemming, maar meegenomen binnen de bestemming Bedrijf aangezien deze parkeerplaatsen niet openbaar zijn, maar specifiek ten behoeve van de bedrijfsbestemming.