direct naar inhoud van 4.2 Rijksbeleid
Plan: Beaphar te Raalte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20100012-0003

4.2 Rijksbeleid

De nota ruimte, met als titel “ruimte voor ontwikkeling” is een strategische nota van het Rijk, waarin de ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland tot 2020 op hoofdlijnen zijn vastgelegd. In de nota ruimte is onder meer aangegeven dat de nota ziet op het zoveel mogelijk wegnemen van ruimtelijke knelpunten voor economische groei. Hierbij worden het aanbod van aantrekkelijke vestigingsplekken, ook voor de schakels in de agrarische keten, en de aanpak van de verkeerscongestie als doorslaggevend genoemd. Conform de nota Ruimte zijn provincies en gemeenten verantwoordelijk voor een voldoende en gevarieerd op de vraag afgestemd aanbod van locaties voor bedrijven en voorzieningen. Provincies en - voorzover het om binnenregionale vraagstukken gaat - de WGR-plusregio's concretiseren het integrale locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen in het provinciale ruimtelijke en verkeers- en vervoersbeleid.

Voor verstedelijking en economische activiteiten gaat het Rijk uit van de bundelingsstrategie. De steden worden ondersteund in hun functie van economische en culturele motor. In steden en dorpen wordt het draagvlak voor voorzieningen ondersteund. Infrastructuur kan worden geconcentreerd en optimaal worden benut. Het Rijk voert het bundelingbeleid niet zelf uit, dat is en taak van decentrale overheden. Uitgangspunt is dat in iedere gemeente voldoende ruimte wordt geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Behalve voor de eigen bevolkingsaanwas, moet iedere gemeente ook voldoende ruimte bieden voor de lokaal georiënteerde bedrijvigheid.

Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is moet voor verdichting optimaal worden gebruikt.

Gezien het bovenstaande kan worden gesteld dat de voorgenomen uitbreiding van Beaphar past binnen het in de nota ruimte geschetste ruimtelijke beleid op rijksniveau. Op inrichtingsniveau geldt dat het ruimtelijk rijksbeleid geen directe invloed heeft op de inrichting van het plangebied.