Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Gemeenten hebben hierbij een archeologische zorgplicht en initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, zijn verplicht rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden gesteld hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.
Op grond van de provinciale archeologische verwachtingskaart heeft het plangebied een hoge archeologische verwachting.
Fragment archeologische verwachtingswaardenkaart provincie Overijssel
In het verleden zijn diverse onderzoeken verricht omdat gebleken is dat Heeten op een dekzandrug ligt en al heel lang bewoond is. Heeten was een grote ijzerwinplaats, een soort hoogovens van toen.
De grondsoorten en vondsten van deze woonplek in de nieuwbouwwijk Hordelman II lagen dan ook al sinds de Middeleeuwen onder een 1 m dik cultuurdek van oude landbouwgronden. Deze plek heette de enk. Een enk of es betekent in oostelijk Nederland een permanente landbouwgrond, die bemest en opgehoogd werd met heideplaggen. Omdat deze ophoging vanaf ongeveer de 13e eeuw gemiddeld 1 m bedroeg, zijn bewoningssporen van voor die tijd op ca 1 m diepte komen te liggen.
De plaats van de bewoning was goed gekozen, namelijk aan de rand van de opmerkelijk hoge zandhoogte van Heeten. Naar het zuiden en westen liep deze hoogte al snel enkele meters naar beneden. Naar het oosten en noorden blijft het hoog (deze informatie is afkomstig van de websites
www.heeten.nl. en
www.raalte.nl).
Op de gemeentelijke De locatie Dorpsstraat 72 ligt volgens de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart in een gebied met zeer hoge archeologische waarde. Zie volgende afbeelding.
Uitsnede gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart
Binnen het aangegeven gebied zijn zeldzame vondsten gedaan. Slechts een klein deel is opgegraven, de rest is gaaf onder het esdek bewaard.
De waardering die aan het betreffende gebied is gegeven en de voorgenomen bouw van een bedrijfswoning hebben geleid tot een overleg met de archeoloog van de gemeente Raalte. Uit het op 16 november 2010 gevoerde overleg zijn de volgende afspraken gekomen:
- De bedrijfswoning zal hoger geplaatst worden, de grond wordt ter plaatse van de bouwlocatie opgehoogd. De grond die voor de ophoging wordt gebruikt komt uit de bouwput die tot op/aan het gele zand wordt uitgegraven. Het gele zand zal niet worden geroerd. In de bouwput wordt vervolgens zand opgebracht en aangetrild.
- Het huis wordt niet onderkelderd.
- Amateurarcheologen krijgen de gelegenheid om tijdens het uitgraven van de bouwput mee te kijken (contactpersoon is de heer W. Winterman van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN), afdeling 18).
De gekozen methode met betrekking tot de bouwput en het feit dat de woning niet onderkelderd wordt, hebben tot de conclusie geleid dat er archeologisch gezien geen problemen zijn. Op voorhand is een onderzoek niet noodzakelijk.
Mochten er tijdens het uitvoeren van de civiele werkzaamheden archeologische resten aangetroffen worden, geldt een meldingsplicht bij het bevoegd gezag (de gemeente Raalte) volgens de Monumentenwet 1988, artikel 53 en 54.