Plan: | Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20100006-0003 |
In 1998 is het Europees Verdrag betreffende de bescherming van het archeologisch erfgoed (het verdrag van Malta) aanvaard. Het verdrag bepaalt dat archeologische waarden als onvervangbaar onderdeel van het lokale, regionale en (inter)nationale culturele erfgoed bij de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen expliciet dienen te worden meegewogen en waar mogelijk ontzien.
Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. De nieuwe wet bestaat uit een herziening en aanvulling op de Monumentenwet 1988. Ook is in de wet een aantal wijzigingen aangegeven in de Ontgrondingenwet, de Woningwet en de Wet Milieubeheer. De Wet op de archeologische monumentenzorg is een wijzigingswet en de Monumentenwet uit 1988 is, voor zover het de ongewijzigde delen betreft, nog steeds van kracht.
Door de wetswijziging van de Monumentenwet 1988 op 1 september 2007 met de Wet voor de archeologische monumentenzorg (Wamz) is de gemeente zélf verantwoordelijk voor het archeologisch erfgoed binnen de gemeentegrenzen. De gemeente krijgt de belangrijke taak om het archeologisch belang af te wegen tegen alle andere belangen die een rol spelen in dit proces. Zij moet rekening houden met mogelijke archeologische waarden bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan of bij aanpassing/actualisering van een bestaand bestemmingsplan. De gemeente heeft de mogelijkheid om bij het afgeven van bouw-, aanleg- en sloopvergunningen archeologisch onderzoek te eisen Op 22 april 2010 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke beleidsnota Archeologie 'ondergronds bovengronds beleven' en daarbij de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart vastgesteld.Op basis van deze kaart heeft het perceel een 'middellange archeologische verwachtingswaarde'.
Dit gegeven heeft ertoe geleid dat er in Januari 2010door MUG ingenieursbureau bv. een archeologisch onderzoek door middel van bureau- en booronderzoek aan De Meerleweg 1 is uitgevoerd. Het bureauonderzoek heeft als doel inzicht te verkrijgen in bekende en de te verwachten archeologische waarden van het plangebied. Het veldonderzoek heeft als doel het verwachtingsmodel te toetsen en waar nodig aan te vullen. Aan de hand van beide onderzoeken kan worden nagegaan of er in het onderzoeksgebied archeologische waarden te verwachten zijnen of de voorgenomen ingrepen een bedreiging vormen voor het archeologisch bodemarchief.
Bevindingen
Het onderzoek is volgens de eisen in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.1) uitgevoerd.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat binnen de planlocatie resten kunnen voorkomen uit het mesolithicum – middeleeuwen - nieuwe tijd. Recentelijke sloop activiteiten hebben mogelijk geleid tot bodemverstoringen. Naar aanleiding van de uitkomsten van het bureauonderzoek is een booronderzoek uitgevoerd. Uit het booronderzoek blijkt dat de oorspronkelijke bodem van de planlocatie niet meer intact is. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. MUG adviseert om geen nader archeologisch onderzoek uit te voeren. Zij geven aan dat de kans op het aantreffen van archeologische waarden nihil is.
Conclusie
Het advies van MUG is overgenomen door de regioarcheoloog van Raalte. Zij is het met de conclusie eens dat het niet noodzakelijk is nader archeologisch onderzoek uit te voeren. Het plangebied wordt dan ook op archeologische gronden vrijgegeven voor de nieuwe ontwikkeling. Vanwege het ontbreken van archeologische indicatoren is een dubbelbestemming "waarde- archeologische waarden" van het plangebied niet meer nodig. Mocht tijdens de werkzaamheden sporen worden gevonden dan geldt de wettelijke meldingsplicht.
Het Archeologisch onderzoek door middel van bureau- en booronderzoek aan De Meerleweg te Raalte, gemeente Raalte (OV) (MUG-publicatie 2009-75) is als bijlage bij dit plan gevoegd.