Plan: | Koe in de Kost, verblijfsrecreatie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20100002-0003 |
In het kader van de voorgenomen bestemmingsplanwijziging is het noodzakelijk dat inzicht wordt verkregen in de gevolgen van de ontwikkeling voor de waterhuishouding. Hierdoor kunnen tijdig kansen en knelpunten met betrekking tot de waterhuishouding en riolering worden gesignaleerd. Grontmij B.V. heeft hiervoor in januari 2008 een quickscan met betrekking tot de waterhuishoudkundige kenmerken voor Koe in de Kost uitgevoerd. Vervolgens is er in januari 2010 een watertoets met waterparagraaf opgesteld door Grontmij.
Invloed op de waterhuishouding
Binnen het bestemmingsplan worden niet meer dan achttien wooneenheden gerealiseerd en de toename van het verharde oppervlak bedraagt niet meer dan 1.500 m2. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beekdal, primair watergebied of een stedelijke watercorridor. Binnen het plangebied is geen sprake van (grond)wateroverlast.
Voor de aanleghoogte wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 80 centimeter. Dit is de afstand tussen de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) en het maaiveld. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Grondwateroverlast als gevolg van afwijkende aanleghoogten is voor verantwoordelijkheid van de initiatiefnemers. Uit het veldonderzoek blijkt het grondwater op enkele plaatsten < 0,40 m onder maaiveld te staan. Het ontwerp van de grondulows gaat uit van een kruipruimte onder de grondulows (VAB-Rijssen van mei 2010). Geadviseerd wordt de grondulows kruipruimteloos te bouwen of het terrein minimaal 0,40 m te verhogen waarmee eveneens voldoende ontwatering is te realiseren. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen is het advies om een drempelhoogte van 30 centimeter boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lager, beneden het maaiveld, gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast. Bij de aanleg van kelderconstructies dient aandacht te worden geschonken aan de toepassing van waterdichte materialen en constructies.
Beschermingszone waterkering
Het plangebied grenst aan een beschermingszone van een waterkering die op de Legger van Waterschap Groot Salland is opgenomen. De functie/stabiliteit van deze waterkering moet te allen tijde worden gegarandeerd. Binnen de Keur van Waterschap Groot Salland worden eisen gesteld met betrekking tot werkzaamheden binnen de beschermingszone van de waterkering. Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone van de waterkering is een ontheffing op grond van de Keur van Waterschap Groot Salland noodzakelijk. Indien een ontheffing noodzakelijk is, wordt deze (na eventueel nader overleg) aangevraagd bij Waterschap Groot Salland.
Agrarische activiteiten
Bijna alle agrarische bedrijven vallen onder het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Voor akkerbouwbedrijven gelden aanvullende voorschriften voor de toepassing van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Bij de inrichting van het plan moet rekening worden gehouden met de voorschriften uit het Lozingenbesluit.
Afvoer afvalwater
De Stokvisweg 10 is aangesloten volgens het 'IBA bodemlozing Gierkelderproject' principe. In de Zonnenbergerdijk ligt drukriolering tot aan de ingang naar het bungalowpark Parc Salland. Aansluiting op het gemeentelijk drukrioleringssysteem is daarom vereist. Daarom zal in het plangebied een dwa-systeem voor het vuilwater worden aangelegd. Het huishoudelijk afvalwater van de recreatiewoningen wordt hierop aangesloten en wordt via een verzamelleiding richting de Stokvisweg getransporteerd. Met de gemeente Raalte is afgesproken dat deze verzamelleiding via een pompput en persleiding wordt aangesloten op het drukrioleringssysteem van gemeente Raalte. De gemeente geeft nadrukkelijk aan dat drainage of regenwater niet op het dwa-systeem mag worden aangesloten. De initiatiefnemer zal in overleg met de gemeente moeten treden voor het aanleggen van het ontbrekende deel van de drukriolering tussen Parc Salland en de Stokvisweg.
Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater
Bij de afvoer van overtollig hemelwater is infiltratie in de bodem het uitgangspunt. Oppervlakkige afvoer naar de infiltratievoorziening en infiltratie via wadi's geniet daarbij de voorkeur. Als oppervlakkige infiltratie niet mogelijk is, is ondergrondse infiltratie door middel van bijvoorbeeld een infiltratieriool (IT-riool) of infiltratiekratten een optie. Als infiltratie niet mogelijk is, kan hemelwater via een bodempassage worden geloosd op oppervlaktewater. Schoon hemelwater (bijvoorbeeld vanaf dakoppervlakken) kan direct worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om een goede kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen. Door het aanpassen van flauwere oevers van de sloten is het landschappelijk karakter te versterken. De grondulows vormen een geheel met het landschap doordat het maaiveld doorloopt tot op het dak van de grondulows. Regenwater zal afvloeien richting het omliggend agrarische gebied. Regenwater van wegverharding zal binnenin de lus, waar de grondulows omheen staan, opgevangen worden en daar infiltreren in de bodem.