Raarhoeksweg 34 (IVOOR)

3.4 Landschappelijke inpassing

Aangezien het perceel gelegen is in het buitengebied en het totale bouwvolume na realisatie van het project aanzienlijk is toegenomen, is een goede landschappelijke inpassing noodzakelijk.

Daarbij wordt in de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel aangegeven dat bij het toestaan van sociaal-economische ontwikkelingen in het buitengebied het realiseren van de gewenste ruimtelijke kwaliteit een voorwaarde is.

Kortom: om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken moet worden aangetoond dat het geheel goed landschappelijk wordt ingepast en dat de ontwikkeling bijdraagt aan het versterken van de karakteristieken van het landschap.

Bureau Eelerwoude heeft daartoe een plan voor de landschappelijke inpassing van het perceel opgesteld (Landschappelijke inpassing Ivoor - Raarhoeksweg, Raalte, 22-10-2009, projectnummer 3226).

Het plan maakt onderdeel uit van de toelichting op het bestemmingsplan en is te vinden in Bijlage 5. Met betrekking tot het plan zal de gemeente Raalte met de initiatiefnemer een privaatrechtelijke overeenkomst sluiten voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Daarmee wordt voldoende verzekerd dat de maatregelen vanuit het plan voor landschappelijke inpassing ook daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden.

Het erf ligt op de rand van het jong heide- en broekontginningslandschap en het oude hoevenlandschap. In overleg met de provincie Overijssel is voor de landschappelijke inpassing uitgegaan van het jonge heide- en broekontginningslandschap. Dit komt voort uit de typische landschapskenmerken en de opbouw van het bestaande erf.

Voor de visie van het ontwerp is ingespeeld op deze ligging in het landschap. Het plangebied wordt ingericht om de karakteristieken van dit landschap te versterken.

Visie op het erf in de context van het landschap

• Respect voor de kenmerkende grote ruimtematen;
• Herstellen laanbeplanting langs de Raarhoeksweg op het eigen terrein.

Visie op het erf

• Voor de visie op het erf is voornamelijk uitgegaan van de versterking van het jong heide- en broekontginningslandschap:
• Respect voor de open ruimte;
• Rationele opbouw;
• Zichtlijnen mogelijk over het erf;
• Herstellen van de laanbeplanting langs de Raarhoeksweg op het eigen terrein;
• Doorbreken van grote bebouwingsvlakken;
• Zichtbaarheid van de locatie vanaf de weg;
• De prominente plek van de oorspronkelijke bedrijfswoning wordt gerespecteerd;
• Er wordt gekozen voor inheemse bodemgebonden beplantingskeuze.

Welstandsaspecten

De verschillende gebouwen op het erf dienen als kenmerk te hebben dat ze familie van elkaar zijn. Hierbij spelen kleur, samenhang en materialisatie een rol. Ook dient er verwantschap te zijn in de daken en de gevels.

Deze punten zullen ook aan de orde komen bij de welstandsbeoordeling van de bouwplannen.