Plan: | Buitengebied Raalte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20090046-0003 |
Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, algemeen
Onderdeel van het gemeentelijk beleid voor het buitengebied is het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, erven en ensembles. Het betreft zowel monumenten als karakteristieke panden. De gemeente Raalte heeft het Oversticht gevraagd een overzicht te maken van de karakteristieke panden en erven in het buitengebied van het gemeentelijk grondgebied. Dit heeft geresulteerd in het document 'Karakteristieke panden en erven in het buitengebied van de gemeente Raalte' (maart 2009). In de bijlagevan de regels zijn de hierin opgenomen karakteristieke panden vermeld. Tevens is in deze bijlage een lijst van rijks- en gemeentelijke monumenten opgenomen. Op de verbeelding zijn karakteristieke panden en monumenten voorzien van een aanduiding.
Om het behoud van karakteristieke panden en erven te kunnen waarborgen en te stimuleren, worden in het bestemmingsplan de volgende afwijkingsbepalingen opgenomen:
Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, landhuizen
Een bijzondere categorie van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, wordt vertegenwoordigd door de historische landhuizen. Het beleid voor historische landhuizen is gericht op behoud van de cultuurhistorische-, landschappelijke- en ecologische waarden. Om dit doel te bereiken zijn 2 uitgangspunten van belang.
Met inachtneming van het bovenstaande, ontstaat er de volgende regeling:
Landhuizen krijgen een hoofdbestemming Landhuis. De hoofdbestemming krijgt een functieaanduiding die betrekking heeft op de huidige functie (bijvoorbeeld wonen, kantoor, horeca, etc. of een combinatie ervan). Deze functies zijn te wijzigen in andere functies, waarbij een aantal voorwaarden wordt gehanteerd (onder andere behoud kwaliteit, verkeersaantrekkende werking, milieukwaliteit en dergelijke). Ook is het mogelijk naast de hoofdfunctie (wonen, kantoor, horeca, etc.) nevenfuncties te ontwikkelen. Nevenfuncties die beperkte effecten hebben, kunnen rechtstreeks worden toegelaten. Voor nevenfuncties die na een afweging kunnen worden toegestaan, is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. De criteria hiervoor zijn weergegeven in paragraaf 4.7.6.
De bebouwing van het landhuis wordt in bouwvlakken vastgelegd. Gezien het behoud van de cultuurhistorische waarde, is nieuwbouw in principe niet toelaatbaar. Toch kan medewerking worden verleend aan nieuwbouw, als dit de kwaliteiten van het landhuis vergroot. Denk aan herstel van verdwenen historische bebouwing. Omdat dit een zorgvuldige afweging vergt, wordt dat via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt.
De tuin- en parkachtige omgeving van het landhuis valt eveneens binnen de hoofdbestemming. Hier mag niet worden gebouwd. Ook zal een omgevingsvergunning voor werken van kracht zijn om de cultuurhistorische waarde ervan te kunnen beschermen.
De landerijen (bossen, natuurgebieden, landbouwgronden) die bij het landhuis behoren, vallen niet onder de bestemming Overig - Landhuis. Bossen en natuurgebieden krijgen de bestemming Natuur en agrarische gronden krijgen de bestemming Agrarisch. Voor deze gronden gelden generieke regels, zoals een wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten van agrarische gronden naar natuur.
Het beleid en de regeling voor nieuwe landhuizen is in paragraaf 4.7 Wonen toegelicht.
Cultuurhistorisch waardevolle wegen
Onverharde wegen worden steeds zeldzamer in het agrarisch gebied. Een aantal zandwegen is de laatste decennia verhard. Daardoor is een deel van de cultuurhistorische waarde van het landschap verloren gegaan. Vanwege deze waarde en het belang voor de openluchtrecreatie moeten onverharde wegen in Salland zoveel mogelijk behouden blijven. Onverharde wegen hebben daarom een specifieke bestemming gekregen.
De gemeente heeft een eigen archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart op laten stellen. Er zijn 3 archeologische verwachtingszones: laag, middelhoog en hoog. Voor elke zone geldt een eigen beleid. Dit vastgestelde archeologiebeleid wordt met dubbelbestemmingen vertaald in het bestemmingsplan. De zone met een lage archeologische verwachting wordt niet overgenomen in het bestemmingsplan. In deze zone geldt een onderzoeksplicht bij ontwikkelingen groter dan 10 ha. Ontwikkelingen van deze omvang worden in het bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Deze lage categorie verliest daardoor zijn waarde in dit bestemmingsplan.
Hiernaast bestaan er archeologische monumenten (AMK-terreinen). Archeologische monumenten zijn terreinen met een vastgestelde archeologische waarde die staan aangegeven op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Deze archeologische monumenten of AMK-terreinen zijn onder te verdelen in twee groepen.
Tabel 4.6 geeft voor de drie categorieën (middelhoog, hoog en AMK-terrein) aan wanneer archeologisch onderzoek verplicht is.
Tabel 4.6 Archeologie
archeologische verwachting/waarde | onderzoek/vergunningplicht indien |
middelhoog (WR-A-2) | verstoring van de bodem dieper dan 50 cm en plangebied groter dan 5.000 m² |
hoog (WR-A-1) | verstoring van de bodem dieper dan 50 cm en plangebied groter dan 2.500 m² |
AMK-terrein (WR-A-3) | voorafgaand aan ontwikkeling advies vragen aan archeoloog gemeente |