direct naar inhoud van 4.2 Flora en Fauna
Plan: Tuincentrum Johnny Holtkuile, Oude Zwolsestraat 8a e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20090034-0002

4.2 Flora en Fauna

Wat betreft de soortbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden gevraagd.

De uitbreiding van het tuincentrum bestaat uit twee onderdelen, de uitbreiding van het buitenterrein en de uitbreiding van het gebouw. Het gebouw wordt gerealiseerd op het huidige buitenterrein van het tuincentrum. Dit betreft een verhard oppervlak met buitenplanten en tuinartikelen, dat intensief gebruikt wordt. Het gebouw is enkelwandig en van glas waardoor het geen mogelijkheid biedt voor nestgelegenheid. Verstoring van ontheffingsplichtige flora en fauna wordt dan ook niet verwacht. De uitbreiding van het buitenterrein vindt plaats op een stuk weiland dat op dit moment in gebruik is als paardenwei. Het stuk weiland met een oppervlakte van 400 m2 wordt intensief gebruikt en bevat weinig ecologische waarde. Verstoring van ontheffingsplichtige flora en fauna wordt dan ook niet verwacht.

Zorgplicht van toepassing
Overigens wordt benadrukt dat bij de uitvoering rekening moet wordt gehouden met de in artikel 2 van de Flora- en faunawet opgenomen zorgplichtbepaling. Op grond van artikel 2, lid 1 neemt een ieder voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, evenals voor hun directe leefomgeving. In artikel 2, lid 2 is bepaald dat de zorg, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval inhoudt dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken). De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet.