direct naar inhoud van 6.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Raalte Kern, omgeving Koekoek 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20090033-0003

6.2 Nadere toelichting op de regels

Tuin

Op de gronden met deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde met een hoogte van 1 meter worden gebouwd, alsmede pergola's met een hoogte van 2,70 m en vlaggenmasten/lichtarmaturen met een hoogte van 6 m. Er is voor aangrenzende woonfuncties een speciale regeling voor de bouw van carports en erkers ten dienste van de aangrenzende woonbestemming opgenomen.

Wonen - 3

Het plan kent een woonbestemming. De aanduiding op de verbeelding geeft weer dat uitsluitend woningtype vrijstaand is toegestaan. De maximale toegestane goot- en bouwhoogtes is weergegeven op de verbeelding. Beroepen en/of bedrijven aan huis zijn gewoon toegestaan. Het gaat om beroepen/bedrijfjes die wegens hun aard als passend binnen de woonfunctie worden geacht. Dit betekent ook, dat sprake dient te zijn van ondergeschiktheid aan de woonfunctie. Grotere bedrijvigheid past niet zomaar, hiervoor is dus een afzonderlijke regeling vereist. De specifieke gebruiksregels (lid 4.4) geven weer wanneer een gebruik voor een beroep of bedrijf in overeenstemming met de bestemming wordt geacht.

De toegestane goothoogte, bouwhoogte en dakhelling van bijgebouwen is weergegeven in een schema. Daarbij is van belang, dat hoe dan ook mag worden aangesloten bij de dakhelling van het hoofdgebouw. De maximale oppervlakte mag 75 m2 bedragen bij een bebouwingspercentage van de te bebouwen gronden van 50%. Dit lijkt een verruiming ten opzichte van eerdere plannen, maar komt voort uit het vertalen van (delen van) het artikel 19 lid 3 beleid (buitenplanse vrijstellingen) naar het bestemmingsplan. Er is voor gekozen om bepaalde zaken rechtens toe te staan, dit om het aantal ontheffingenprocedures te verkleinen. Een ander onderdeel dat voortvloeit uit het vigerende artikel 19 lid 3-beleid is de in het plan opgenomen regeling ten aanzien van overkappingen.

Voor mantelzorg is een aparte inwoningsregeling opgenomen. Zo kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van mantelzorg ontheffing verlenen voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning). Overigens mag niet meer dan 75 m2 van het hoofdgebouw en/of bijgebouwen worden gebruikt ten behoeve van inwoning.

Ten behoeve van de praktijk voor remedial teaching en orthopedagogiek is op de verbeelding een bouwvlak met een aanduiding "maatschappelijk" aangegeven. Ter plaatse van deze aanduiding zijn uitsluitend maatschappelijke voorzieningen toegestaan. In de begripsbepalingen (lid 1.28) is vermeld wat precies onder maatschappelijke voorzieningen wordt verstaan.

Waarde - Archeologische verwachtingswaarde

In verband met verwachte archeologische waarden is voor een nader aangeduid gebied een dubbelbestemming opgenomen en is bepaald dat voor grotere ingrepen een bouwverbod geldt. Het gaat hierbij concreet om gebieden met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde en om ingrepen van meer dan 100 m2.

Verder worden de gronden ook beschermd middels een aanlegvergunningensysteem.

Waterstaat

Deze bestemming betreft de gronden die primair van belang zijn voor waterkering en de afvoer van water en dergelijke.

Omdat het een dubbelbestemming betreft, zijn de gronden tevens bestemd voor een andere functie die, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de waterfunctie, toelaatbaar moet worden geacht. Bebouwing ten dienste van en conform de basisbestemming is mogelijk door middel van ontheffing. Met "basis" bestemming wordt de onderliggende bestemming bedoeld, de term "basis" duidt niet op een rangschikking. Uit oogpunt van veiligheid is het belang van de waterkering primair.

Anti-dubbeltelregel

Deze regeling is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat reeds bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

Gebruik mag uitsluitend plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit volgt uit de Wro. Om iedere discussie te voorkomen, is ten aanzien van een tweetal gebruiksvormen expliciet aangegeven dat dit hoe dan ook als strijdig gebruik wordt aangemerkt.

Zo is in verband met het geschrapte bordeelverbod expliciet opgenomen dat onder strijdig gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Het feit dat een bijzondere gebruiksbepaling is opgenomen betekent overigens niet dat met behulp van een tegenovergestelde redenering ander gebruik toelaatbaar moet worden geacht. Het gebruik zal steeds moeten worden getoetst aan de doeleindenomschrijving in samenhang met de plankaart en de bouwregels.

Algemene ontheffingsregels

In deze regel is aan burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toegekend voor een aantal nader omschreven ontheffingen.

Indien de verbeelding niet geheel blijkt overeen te stemmen met de werkelijke afmetingen in het terrein kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het plan teneinde afwijkingen op ondergeschikte punten mogelijk te maken. De bepaling geeft de voorwaarden aan waaronder een dergelijke ontheffing kan worden verleend.

Voorts is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor onderdelen van hoofdgebouwen.

Het verlenen van ontheffing mag geen automatisme zijn. Burgemeester en wethouders zullen het verlenen van ontheffing moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Algemene procedureregels

In dit artikel is voorgeschreven welke voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd bij het voornemen tot het verlenen van ontheffing dan wel tot het opleggen van een nadere eis.

Overgangs- en slotregels

Bouwwerken die op het tijdstip van de tervisielegging van het plan bestaan, in uitvoering zijn of mogen worden gebouwd krachtens een op dat moment reeds aangevraagde bouwvergunning mogen in beginsel gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn.

In het tweede lid is het gebruiksovergangsrecht opgenomen. Bestaand gebruik mag in beginsel worden gehandhaafd. Ook is een uitsluitingsclausule opgenomen voor gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Illegale bouwwerken en/of illegaal gebruik vallen niet onder het overgangsrecht. Daarnaast eindigt de bescherming van het overgangsrecht indien het afwijkende gebruik langer dan een jaar wordt onderbroken.