direct naar inhoud van Bijlage 5 Verantwoording groepsrisico Hartholt Olie
Plan: Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20080018-0003

Bijlage 5 Verantwoording groepsrisico Hartholt Olie

Bij de motivering moet rekening worden gehouden met onderstaande punten:

  • 1. Aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting op het tijdstip dat beschikking is vastgesteld.
  • 2. Groepsrisico van de inrichting vergeleken met de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.
  • 3. Mogelijk en voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst.
  • 4. Mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting om zich in veiligheid te brengen indien zich in de inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet.
  • 5. Mogelijkheden tot de voorbereiding op de bestrijding van en beperking van omvang van een ramp of zwaar ongeval.
  • 6. Beschikbaarheid bluswater.


Ad 1 en 2.

Ten aanzien van de oriënterende waarde geldt dat het groepsrisico niet wordt overschreden. Bij de berekening van het totaal aanwezig personen binnen de bedrijven en geprojecteerde bedrijven is uitgegaan van de personendichtheden uit het bevolkingsregister en de personeelsbestanden van de bedrijven. Er is dus uitgegaan van de daadwerkelijk aanwezige personen.

Ad 3.

Maatregelen aan de bron zijn de eerste soort maatregelen die moeten worden onderzocht. Op 22 juni 2005 is een convenant afgesloten tussen het ministerie van VROM en de LPG-branche.

Dit convenant voorziet in de realisatie van een aantal maatregelen, zoals het verplicht stellen van:

  • Een verbeterde vulslang. Deze scheurbestendige slang met lekdetectie waarbij tevens een automatische afsluiter met verschildrukmeting wordt aangebracht zorgt voor een aanzienlijke verkleining van de faalkans.

De maatregelen van het convenant moeten vóór 2010 zijn getroffen. Daarnaast wordt in het Besluit LPG-tankstations een groot aantal bronmaatregelen (zoals aanrijdbeveiligingen) voorgeschreven. Vanwege de rechtstreekse werking van het besluit is de inrichtinghouder van het tankstation verplicht om deze maatregelen na te leven.

Ad 4.

Bij een mogelijke incident zal een afweging moeten worden gemaakt tussen schuilen of vluchten. Wanneer bij het tankstation een incident dreigt is vluchten de insteek, aangezien schuilen niet effectief is. Indien een ontploffing dreigt, dan is de vluchttijd bijzonder kort. Dat betekent dat het van belang is aandacht te besteden aan de infrastructuur. Doordat de inrichting is gelegen aan de doorgaande weg (Zwolseweg / C. Huygensstraat), is een mogelijkheid aanwezig voor de bezoekers van het autoservicebedrijf/ tankstation om snel weg te komen. Middels het rampenplan bereidt de (regionale) brandweer zich voor op de bestrijding van en de mogelijkheden voor beperking van de omvang van de betreffende ramp.

Aangezien in de nabijheid een beperkt aantal woningen aanwezig is, wordt er vanuit gegaan dat alle bewoners in de gelegenheid zijn om zich snel in veiligheid te brengen, indien zich in de inrichting een ramp of ongeval voordoet. Indien zich een ramp voordoet, zullen de bewoners op dat moment door de hulpdiensten worden gealarmeerd dat zij moeten vluchten. Voorts mag worden aangenomen dat de woningen aan de vigerende bouwregelgeving voldoen. Dat houdt in dat de woningen toch een bepaalde beschermingsgraad bezitten.

Ad 5.

Om de gevolgen zoveel mogelijk te beperken is het van belang dat op het moment dat er iets misgaat de hulpverlening niet wordt belemmerd bij de uitvoering van haar taken. Doordat de inrichting is gelegen aan de doorgaande weg, is er een mogelijkheid aanwezig voor de hulpdiensten om snel en makkelijk bij de inrichting te komen (in geval van een calamiteit).

Ad 6.

In de directe omgeving van de inrichting is een aantal brandkranen aanwezig. De minimumcapaciteit van 2000 liter per minuut (benodigd t.b.v. het koelen van een LPG tankwagen bij een dreigende BLEVE) kan niet worden gegarandeerd. In de directe omgeving van het tankstation is echter voldoende oppervlaktewater als secundaire bluswatervoorziening beschikbaar.


Conclusie toetsing

Bij de beoordeling van zowel het plaatsgebonden als het groepsrisico is uitgegaan van een jaardoorzet kleiner dan 1.000.000 liter (1.000 m³). Aangezien de risico-afstanden gekoppeld zijn aan de doorzet, is in onderhavige beschikking opgenomen dat de jaardoorzet niet meer mag zijn dan 1.000.000 liter (1.000 m³). Daarnaast is de verplichting opgenomen dat de inrichtinghouder jaarlijks een opgave moet doen van de lpg-doorzet aan het bevoegd gezag.

De eisen ten aanzien van het plaatsgebonden risico voor kwetsbare objecten worden in de huidige situatie niet overschreden. Bij de toetsing is gebruik gemaakt van de LPG groepsrisico berekeningsmodule die beschikbaar is gesteld op de website www.groepsrisico.nl. Op basis daarvan kan worden gesteld dat het groepsrisico (fN-curve) onder de oriëntatiewaarde ligt. De berekening is als bijlage bijgevoegd. Op basis van bovengenoemde punten acht de gemeente Raalte het groepsrisico verantwoord.