direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20080018-0003

Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten, pleinen en paden;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer- route langzaam verkeer', een route voor langzaam verkeer;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom', voor karakteristieke boombeplanting;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'garage', voor garages;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel', voor een luifel;
  • g. evenementen;
  • h. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • i. kunstwerken;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. waterlopen;
  • l. kunstobjecten;
  • m. voorzieningen ten dienste van het algemeen nut;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • o. speelvoorzieningen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met daaraan ondergeschikt:

  • q. nutsvoorzieningen;
  • r. groenvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

15.2.1 Garages

Voor het bouwen van garages gelden de volgende regels:

  • a. een garage mag uitsluitend binnen de aanduiding 'garage' worden gebouwd;
  • b. voor garages gelden de volgende maatvoeringen:
Goothoogte in meters.   Bouwhoogte in meters.   Dakhelling in º  
Min.   Max.   Min.   Max.   Min.   Max.  
  3     3      

15.2.2 Gebouwen t.b.v. nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 m;
  • c. de maximale oppervlakte bedraagt 15 m².

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan in rechtstreeks verband met de bestemming mag niet meer dan 3,00 meter bedragen;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (hieronder mede verstaan ondergrondse afvalopslag) mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van voorzieningen ten dienste van het algemeen nut met een signalerende functie niet meer bedragen dan 6,00 meter.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. een goede woonsituatie;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

15.4 Specifieke gebruiksregels

15.4.1 Gebruiksregels

Tot een gebruik overeenkomstig de bestemming wordt mede gerekend een gebruik van een deel van de bestemming voor terrassen.

15.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

15.5 Aanlegvergunning
15.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Verkeer - Verblijf zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de beschermenswaardige boom, aangeduid als waardevolle boom, geheel of gedeeltelijk te rooien.

15.5.2 Vergunningverlening

De in 15.5.1 bedoelde werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden van de groenvoorzieningen, niet onevenredig wordt aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

15.5.3 Uitzondering op het verbod

Het in 15.5.1 vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden, die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.