direct naar inhoud van Regels
Plan: Raalte Kern, verkabeling hoogspanning
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20220001-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Raalte Kern, verkabeling hoogspanning met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20220001-ON01 van de gemeente Raalte;

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 belemmeringenstrook:

een strook grond ter plaatse van en ter weerszijden van de hoogspanningsverbinding die dient om de veiligheid en het ongestoord functioneren van de verbinding te kunnen garanderen.

1.4 eindmast en opstijgpunt:

een bouwwerk ten behoeve van de overgang tussen een ondergrondse en een bovengrondse hoogspanningsverbinding.

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • a. De in dit plan opgenomen regels gelden in aanvulling op de regels van de geldende bestemmingsplannen als bedoeld onder b en laten de regels uit die bestemmingsplannen ongewijzigd, met uitzondering van de dubbelbestemmingen Leiding en Leiding - Hoogspanningsverbinding die niet op de verbeelding van dit plan zijn opgenomen en daarmee niet meer van toepassing zijn.
  • b. Dit bestemmingsplan is van toepassing op de volgende bestemmingsplannen van de gemeente Raalte.
    • 1. bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld op 8 juni 2012 met identificatienummer NL.IMRO. 0177.BP20090046-0003;
    • 2. bestemmingsplan Buitengebied Raalte, correctieve herziening, vastgesteld op 30 mei 2013, met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20130004-0002 ;
    • 3. bestemmingsplan Buitengebied Raalte, 2e correctieve herziening, vastgesteld op 19 februari 2015, met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20140001-0002;
    • 4. bestemmingsplan Buitengebied Raalte, Verzamelplan 2020, vastgesteld op 10 september 2020, met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20190008-VG01;
    • 5. bestemmingsplan Buitengebied Raalte geconsolideerd 2020, vastgesteld op 2 juni 2021, met identificatienummer NL.IMRO.0177.BPGV20200001-0001;
    • 6. bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Parkeren , vastgesteld op 27 september 2018 met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20180004-VG01
    • 7. bestemmingsplan Raalte Kern, vastgesteld op 28 januari 2010 met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20080002-0003
    • 8. bestemmingsplan Raalte Bedrijventerrein, vastgesteld op 24 april 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20130007-0003;
    • 9. bestemmingsplan Raalte Bedrijventerreinen, correctieve herziening, vastgesteld op 29 september 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20150008-VG01;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

De bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

 

Artikel 4 Bedrijf

De bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • b. ontsluitingswegen;
  • c. erven en terreinen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. wegen, straten en paden;
  • f. (infiltratie)groenvoorzieningen;
  • g. water.
5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 5 m bedragen.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van hoogspanningsmasten mag niet meer dan 50 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het bouwvlak niet meer dan 5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag buiten het bouwvlak niet meer dan 2 m bedragen.
  • e. overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 6 Groen

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'geluidwal' blijven van toepassing.

Artikel 7 Maatschappelijk

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'bouwvlak' blijven van toepassing
  • c. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'maximum bouwhoogte' blijven van toepassing.
  • d. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'begraafplaats' blijven van toepassing.

Artikel 8 Natuur

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 9 Recreatie

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'volkstuin' blijven van toepassing

Artikel 10 Tuin

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'bijgebouwen' blijven van toepassing.

Artikel 11 Verkeer

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 12 Verkeer - Onverhard

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'garage' blijven van toepassing.

Artikel 14 Water

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 15 Wonen - 1

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'aaneengebouwd' blijven van toepassing.
  • c. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'twee-aaneen' blijven van toepassing.
  • d. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding' vrijstaand' blijven van toepassing.
  • e. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel  2 voor gronden met de aanduiding 'bouwvlak' blijven van toepassing.

Artikel 16 Wonen - 2

  • a. De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.
  • b. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'bouwvlak' blijven van toepassing.
  • c. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'aaneengebouwd' blijven van toepassing.
  • d. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'twee-aaneen' blijven van toepassing.
  • e. De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding' vrijstaand' blijven van toepassing.

Artikel 17 Leiding - Hoogspanning 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemming(en) primair bestemd voor het beheer, instandhouding en bescherming van de hoogspanningsverbindingen, waarbij

  • a. ondergrondse 110kV -kabelverbindingen ten behoeve van het transport van elektriciteit is togestaan;

met daarbij behorende:

  • b. belemmeringenstrook;
  • c. voorzieningen;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. werken, geen bouwwerk zijnde.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor Leiding - Hoogspanning 1 aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) zijn geen gebouwen en bouwwerken toegestaan, met uitzondering van bestaande (vergunde) gebouwen en bouwwerken;
  • c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een eindmast en een opstijgpunt mag niet meer dan 50 m bedragen
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 en toestaan dat er bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de (basis)bestemming, mits:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van de betreffende hoogspanningsleiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies is verkregen van de betreffende netbeheerder.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerk zijne of werkzaamheden:

  • a. het aanbrengen en/of rooien van diepwortelende beplanting en bomen;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging of andere graafwerkzaamheden;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem,
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en aanleggen van drainage,
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van (reeds bestaande) watergangen;
  • f. het opslaan van goederen, (brandbare)stoffen en/of materialen;
  • g. het aanleggen van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere niet opneembare oppervlakteverhardingen;
  • h. het aanbrengen en/of slopen van ondergrondse constructies, straatmeubilair, installaties, opstallen of apparatuur anders dan ten dienste van deze in lid 17.1 omschreven bestemming;
  • i. het aanleggen van zonnepanelen;
  • j. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk.
17.4.2 Uitzondering op verbod

Het in lid 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. die reeds in uitvoering zijn bij het van kracht worden van het plan;
  • b. die verband houden met de aanleg, aanpassing of onderhoud van de betreffende hoogspanningsverbindingen en de daarbij behorende voorzieningen;
  • c. die vallen onder de Wet Informatie-uitwisseling Boven- en Ondergrondse Netten
  • d. de aanleg van de wadi's omvatten, mits deze niet dieper zijn dan 0,4 m -mv en er veiligheidsvoorschriften voor de uitvoering zijn verstrekt door TenneT.
17.4.3 Omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden kan slechts worden verleend indien

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig, betrouwbaar en duurzaam functioneren van de betreffende hoogspanningsleiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies is verkregen van de betreffende netbeheerder.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. een gebruik dat geen rekening houdt met een ongestoorde werking van de ondergrondse hoogspanningsleiding en de risico's die ermee verbonden zijn.

Artikel 18 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 19 Waterstaat

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Artikel 20 Waterstaat - Waterbergingsgebied

De geldende bestemmingsregels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 blijven van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 21 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

21.1 Algemene aanduidingsregels
21.1.1 Milieuzone

De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'milieuzone' blijven van toepassing.

21.1.2 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied

De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' blijven van toepassing.

21.1.3 Geluidzone - industrie

De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'geluidzone - industrie' blijven van toepassing.

21.1.4 Wetgevingzone - ontheffingsgebied

De geldende regels van de onderliggende bestemmingsplannen zoals vermeld in artikel 2 voor gronden met de aanduiding 'wetgevingzone - ontheffingsgebied' blijven van toepassing.

21.1.5 Vrijwaringszone - hoogspanningsverbinding te vervallen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - hoogspanningsverbinding te vervallen' komt de onderliggende (dubbel)bestemming ten behoeve van een hoogspanningsverbinding met bijbehorende voorzieningen te vervallen vanaf het eerste moment dat de bovengrondse gecombineerde hoogspanningsverbinding als bedoeld in artikel 17 in enigerlei vorm in gebruik is genomen. De andere daar voorkomende (dubbel)bestemming(en) en/of aanduiding(en) blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 22 Overgangsrecht

22.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in reali is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
22.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 23 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels behorende bij het bestemmingsplan Raalte Kern, verkabeling hoogspanning.