direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied Raalte, 8e wijziging, omgeving Pollenweg 4
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BPW20130007-0002

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Buitengebied Raalte, 8e wijziging, omgeving Pollenweg 4 met identificatienummer NL.IMRO.0177.BPW20130007-0002 met bijlagen van de gemeente Raalte;

1.2 wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft;

1.5 afhankelijke woonruimte:

een voor de huisvesting van een (zelfstandig) huishouden geschikt gebouw, dat ruimtelijk ondergeschikt is en/of een geheel vormt met het hoofdgebouw en blijvend onderdeel uitmaakt van de kavel van het hoofdgebouw;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie:

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen;

1.8 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein;

1.9 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bijgebouw:

een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat zowel bouwkundig als functioneel ondergeschikt is aan een (bedrijfs)woning waarbij het volgende geldt:

  • functioneel ondergeschikt betekent dat bewoning van bijgebouwen niet is toegestaan (met uitzondering van bewoningsfuncties zoals bijkeukens, bergingen en natte groepen);
  • bouwkundig ondergeschikt betekent dat het bijgebouw moet voldoen aan de voor bijgebouwen geldende bouwregels;
1.12 bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.13 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.14 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.15 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.17 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.18 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen, verhuren en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.19 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.20 horecabedrijf:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;

1.21 landschappelijke inpassing:

de situering van de ontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met de landschappelijke kenmerken van de nabije omgeving en waarbij de ontwikkeling wordt ingepast middels bijvoorbeeld erfbeplanting;

1.22 mantelzorg:

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

1.23 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;

1.24 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;

1.25 peil:
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: een horizontaal vlak gelegen op 30 cm boven de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: 10 cm boven de hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein ter hoogte van de hoofdingang, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
1.26 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;

1.27 recreatieappartement:

een gedeelte van een gebouw, dat niet op wielen verplaatsbaar is en dat uitsluitend bedoeld is om door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te gebruiken voor toeristisch of recreatief gebruik;

1.28 Sallandse boerderijvorm:

een Sallandse boerderij die zich kenmerkt door een typische hoofdvorm, te onderscheiden in:

  • a. hallenhuisboerderij: woning en bedrijf in een hoofdvolume, zowel grote als kleine oppervlakken;
  • b. dwarshuisboerderij/krukhuisboerderij: woning en bedrijf wel in één gebouw, maar in de architectuur duidelijk van elkaar onderscheiden, T-vormige (dwarshuis) of L-vormige plattegrond (krukhuis);
1.29 seksinrichting:

het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen;

1.30 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.31 windmolen:

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand:

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;

2.2 dakhelling:

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en
naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.4 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een recreatiebedrijf, waarbij door middel van bedrijfsmatige exploitatie verblijfsrecreatie plaatsvindt in maximaal 12 recreatieappartementen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voormalige bedrijfsbebouwing';
  • b. een groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  • c. een bedrijfswoning;
  • d. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals een kantoor/receptie, sanitaire voorzieningen, ondergrondse ketelruimte, speel- en parkeervoorzieningen, groen, nutsvoorzieningen, water, waterzuiveringsvoorzieningen en overige voorzieningen ten dienste van de bestemming;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. bij de bestemming behorende horeca- en detailhandelsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. een omgevingsvergunning voor het bouwen van de recreatieappartementen, zoals bedoeld in lid 3.1 onder a, kan door het bevoegd gezag niet eerder worden verleend dan nadat alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing is gesloopt, met uitzondering van de groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  • b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - pijp stookinstallatie' mag een pijp voor de stookinstallatie worden gebouwd;
  • c. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • d. de onderlinge afstand tussen de bedrijfswoning en bijgebouwen bedraagt maximaal 20 m, met dien verstande dat ten aanzien van één bijgebouw deze afstand groter mag zijn;
  • e. voor het overige geldt het volgende:

  max.

aantal  
max.

inhoud  
max.

oppervlak  
max.

goothoogte  
max.

bouwhoogte  
dakhelling
min./max.  
bedrijfswoning   1   750 m3   -   4,5 m   10 m   200/550  
gebouwen t.b.v.
recreatie-
appartementen  
3   -   400 m2
(geza-
menlijk)  
-   8 m   200/550  
groepsaccommodatie   1   -   bestaand*   bestaand*   bestaand*   bestaand*  
overige bedrijfsgebouwen, waaronder een ondergrondse ketelruimte   -   -   90 m2   3,5 m   6 m   200/550  
sanitaire voorzieningen ten behoeve van het helofytenfilter   -   -   -   -   3,5 m   -  
bijgebouwen   -   -   100 m2
(waarvan
aan-
gebouwd
50 m2)  
3,5 m   6 m   200/550  
overkappingen
behorende bij
bedrijfswoning  
-   -   10 m2   -   3 m   -  
pijp stookinstallatie   1   -   -   -   8 m   -  
erf- en
terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen  
-   -   -   -  

- 1 m
- 2 m  
-  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   -   3 m   -  

- = Niet van toepassing.

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpwijzigingsplan.

3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt, dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.
  • b. Maximaal 40 m2 van de gebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van kantoor en receptie.
  • c. Het aantal slaapplaatsen in de groepsaccommodatie bedraagt ten hoogste 12;
  • d. Binnen twee jaren na het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de bedrijfswoning en/of een gebouw ten behoeve van recreatieappartementen, zoals bedoeld in lid 3.2, dienen de gronden te zijn ingericht en vervolgens ingericht te blijven overeenkomstig het landschapsplan 'Laarman's Erf', datum 28 april 2014, zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen van beplantingen welke dienen voor de landschappelijke inpassing van het terrein.
3.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels in acht zijn genomen;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
3.4.3 Voorwaarde voor een vergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de beoogde landschappelijke inpassing van het terrein niet onevenredig geschaad wordt.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte' zijn van overeenkomstige toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte' zijn van overeenkomstige toepassing op dit plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte, 8e wijziging, omgeving Pollenweg 4'.