direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Raalte, 2e correctieve herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20140001-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Het bestemmingsplan Buitengebied Raalte van de gemeente Raalte als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0177.BP20090046-0003 is door de gemeenteraad op 8 juni 2012 vastgesteld. Op 17 juli 2013 en 18 december 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan. Naar aanleiding van deze uitspraken en naar aanleiding van enkele geconstateerde omissies in het bestemmingsplan is besloten het bestemmingsplan Buitengebied op onderdelen te herstellen.

Ligging plangebied

De gronden waar deze 2e correctieve herziening betrekking op heeft liggen verspreid in het buitengebied van de gemeente Raalte. Tevens zal een deel van de regels van het gehele plangebied van het basisplan worden herzien. De plangrens betreft derhalve de plangrens van het basisplan, uitgezonderd de locaties waar na vaststelling van het basisplan een afzonderlijke procedure voor doorlopen is of wordt. Op deze locaties vigeert het basisplan namelijk niet meer en deze locaties maken derhalve ook geen onderdeel uit van deze herziening. Het betreft de volgende bestemmingsplannen:

  • Recreatieoord Krieghuusbelten;
  • Kerkslagen 5/Gravenweg 14;
  • Buitengebied, Lindersteweg 55;
  • Buitengebied Raalte, Lierderholthuisweg 69-71;
  • Buitengebied Raalte, Sumpelweg 1;
  • Hogeweg 17-19;
  • Buitensportcentrum;
  • De Telgen, locatie Hutten;
  • Buitengebied Raalte, 4e wijziging, omgeving Nijverdalseweg 38a-40;
  • De kleine Hagen;
  • Franciscushof, partiële herziening nr 1, omgeving Knapenveldsweg 9;
  • 1e herziening Twentseweg 178.

Wijzigingsplannen

Op een aantal locaties is een wijzigingsprocedure doorlopen. Deze wijzigingen worden niet op de verbeelding van deze 2e herziening in beeld gebracht aangezien voor deze ontwikkelingen reeds een afzonderlijke procedure doorlopen is, en de ontwikkelingen integraal onderdeel uitmaken van het basisplan. De wijzigingsplannen worden te zijner tijd wel verwerkt in de geconsolideerde versie om zo een compleet overzicht te geven.

1e correctieve herziening

Voorafgaand aan deze 2e correctieve herziening is een 1e correctieve herziening opgesteld. In deze 1e correctieve herziening heeft de gemeente gebruik gemaakt van artikel 6:19 Awb (Algemene wet bestuursrecht) om hangende het beroep tegen het bestemmingsplan Buitengebied zoals vastgesteld op 8 juni 2012 het besluit te wijzigen. Kennelijke omissies, niet (correct) verwerkte zienswijzen en zaken waarop het beroep betrekking heeft, zijn in deze 1e correctieve herziening 'hersteld'. De 1e correctieve herziening is met de uitspraak van de Raad van State van 18 december 2013 onherroepelijk geworden.

Systematiek 2e correctieve herziening

Deze bestemmingsplanherziening bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Het betreft een herziening, die in samenhang met het bestemmingsplan Buitengebied moet worden gelezen. In hoofdstuk 2 zijn alle wijzigingen waarop deze 2e correctieve herziening betrekking heeft weergegeven. Het betreft zowel wijzigingen in de regels als op de verbeelding.

Algemeen

Als in de 2e correctieve herziening gesproken wordt over het basisplan dan wordt het bestemmingsplan Buitengebied Raalte zoals vastgesteld op 8 juni 2012 bedoeld. Indien verwezen wordt naar bijvoorbeeld artikelnummers of paginanummers dan betreft het een verwijzing naar de nummers zoals opgenomen in het basisplan.

Toelichting

De toelichting van het basisplan maakt geen integraal onderdeel uit van deze 2e correctieve herziening. Deze herziening wordt voorzien van een op de herziening toegespitste toelichting.

Regels

De onderdelen van de regels die betrekking hebben op deze 2e correctieve herziening zijn in de planregels groen danwel geel gearceerd. Hierbij zijn zaken die verwijderd worden ten opzichte van het basisplan groen gearceerd en voorzien van een doorhaling ( 'regel' ). Toevoegingen ten opzichte van de regels van het basisplan worden geel gearceerd ('regel'). De wijzigingen die naar aanleiding van de 1e correctieve herziening zijn doorgevoerd zijn blauw gearceerd. De niet gearceerde regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaan van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het basisplan. Van belang is dat de blauw gearceerde en niet gearceerde regels niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van deze 2e correctieve herziening uitmaken.

Verbeelding

De wijzigingen op de verbeelding hebben zowel betrekking op het toevoegen van nieuwe onderdelen als het verwijderen/wijzigen van bestaande onderdelen. Alleen de percelen waar een aanpassing plaatsvindt worden op de verbeelding opgenomen. Daarbij geldt vervolgens dat zowel de aanpassing als de overige relevante zaken betreffende dat perceel in beeld worden gebracht. Zo wordt in 1 oogopslag de nieuwe situatie duidelijk.

Voor onderdelen van deze herziening waar gronden aan het bestemmingsplan worden toegevoegd geldt dat de regels van het plan 'Buitengebied Raalte, tweede correctieve herziening, na eerste herziening' van overeenkomstige toepassing zijn op deze gronden.

Voor gronden waar de bestemming wordt gewijzigd is het van belang dat de overig relevante zaken niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat ze enkele een informatieve rol in deze herziening vervullen. Bijvoorbeeld:

  • Op perceel x wordt het bouwvlak vergroot. Het nieuwe bouwvlak wordt opgenomen in deze herziening. Ter informatie worden ook de van toepassing zijnde enkelbestemming, dubbelbestemming en functieaanduiding opgenomen.

Per wijziging wordt onder het kopje 'juridische vertaling' (hoofdstuk 2) aangegeven welke wijziging betrekking heeft op deze herziening en welke zaken ter informatie gelden.

1.1 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk komen de verschillende aanpassingen aan bod, met een motivering waarom de aanpassingen zijn opgenomen. In hoofdstuk 3 komt de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan aan bod.

Hoofdstuk 2 Beschrijving onderdelen 2e herziening

In dit hoofdstuk zijn de te herziene zaken beschreven en kort gemotiveerd. Hierbij is onderscheid gemaakt in 3 soorten wijzigingen:

  • 1. Wijzigingen naar aanleiding van de Raad van State uitspraak d.d. 17 juli 2013;
  • 2. Wijzigingen naar aanleiding van de Raad van State uitspraak d.d 18 december 2013;
  • 3. Overige omissies en aanpassingen.

Zoals aangegeven onder punt 2 worden er wijzigingen naar aanleiding van de Raad van State uitspraak d.d. 18 december 2013 doorgevoerd. Eén wijziging die vertaald moet worden in een nieuw bestemmingsplan wordt niet meegenomen in deze herziening. Het betreft de aanpassing inzake het recreatieterrein Jacobsgat. Voor het Jacobsgat is een afzonderlijk bestemmingsplan in voorbereiding. Om te voorkomen dat de wijzigingen op dit recreatieterrein in twee verschillende bestemmingsplannen geborgd worden heeft de gemeente besloten de uitspraak van de Raad van State niet te verwerken in deze herziening. Dit onderdeel van de uitspraak wordt vanzelfsprekend wel meegenomen in het in voorbereiding zijnde nieuwe bestemmingsplan voor het Jacobsgat.

2.1 Wijzigingen naar aanleiding van de Raad van State uitspraak d.d. 17 juli 2013

2.1.1 Stoevinghe en gebied bij Lemelerveldseweg

Ontstaansgeschiedenis

De provincie heeft een reactieve aanwijzing gegeven op de bestemming Wonen zoals deze in het basisplan is opgenomen voor 89 permanent bewoonde recreatiewoningen ter plaatse van de Stoevinghe en het gebied bij de Lemelerveldseweg. De motivering voor deze reactieve aanwijzing komt er kortweg op neer dat het toekennen van een woonbestemming aan recreatiewoningen die als zodanig zijn gebouwd, in strijd is met de Omgevingsverordening Overijssel. De gemeenteraad van Raalte heeft beroep ingesteld tegen deze aanwijzing. Dit beroep is met de uitspraak van 17 juli 2013 (nummer 201208551/1/R1) van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) ongegrond verklaard. Doordat de reactieve aanwijzing in stand is gebleven, maken de betreffende 89 percelen niet langer deel uit van het basisplan.

In voorliggende 2e correctieve herziening wordt een nieuwe bestemming/regeling opgenomen, waarbij nadrukkelijk rekening is gehouden met de uitspraak van de Afdeling en de Omgevingsverordening.

Het recht om de betreffende 89 recreatiewoningen te bewonen, betreft een objectgebonden overgangsrecht in de tot dusver geldende bestemmingsplannen. Dit is vast komen te staan in procedures tegen de tot dusver geldende bestemmingsplannen en is in de uitspraak over de reactieve aanwijzing (17 juli 2013) nogmaals door de Afdeling bevestigd: “Vast staat dat het gebruik van de 89 recreatiewoningen voor permanente bewoning is toegestaan op grond van objectgebonden gebruiksovergangsrecht in de tot dusver geldende bestemmingsplannen “Buitengebied Heino” uit 1987 en “Recreatieterrein Twentseweg e.o.” uit 1995.” (rechtsoverweging 3 van uitspraak d.d. 17 juli 2013)

Dat tot dusver een objectgebonden overgangsrecht geldt voor deze 89 recreatiewoningen is derhalve een vaststaand feit dat geen nadere motivering behoeft. Voor een uitgebreide beschrijving van het ontstaan van permanente bewoning in dit gebied wordt verwezen naar de Nota Zienswijzen van het basisplan. Wij volstaan hier met de opmerking dat permanente bewoning op deze adressen al wordt toegestaan sinds de peildatums 1 juli 1994 (voormalig gemeente Dalfsen) en 16 december 1987 (voormalig gemeente Heino) en dat uit inventarisaties uit die jaren blijkt dat de bewoning vaak al terug gaat tot de jaren '70 of '80.

Toets aan Omgevingsverordening Overijssel

Artikel 2.12.3, lid 3 van de Omgevingsverordening Overijssel bevat een uitzondering op het verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen. Permanente bewoning kan binnen een recreatieve bestemming worden toegestaan, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De recreatiewoningen moeten vóór of op 31 oktober 2003 permanent worden bewoond;
  • b. Dat gebruik moet sindsdien onafgebroken zijn voortgezet;
  • c. Er moet op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingsverordening sprake zijn van een geldend bestemmingsplan dat voorziet in een objectgebonden overgangsrecht op grond waarvan permanente bewoning is toegestaan.

Ad 1 en 2. De gemeente heeft de bewoningsgeschiedenis van de betreffende 89 recreatiewoningen vanaf de peildatum 31 oktober 2003 gecontroleerd in de gemeentelijke basisadministratie. Daaruit blijkt dat de betreffende 89 recreatiewoningen ruim vóór 31 oktober 2003 permanent werden bewoond en dat dit gebruik sindsdien onafgebroken (korte onderbrekingen buiten beschouwing gelaten) is voortgezet.

Ad 3. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 17 juli 2013 (201208551/1/R1) vastgesteld dat aan deze voorwaarde wordt voldaan. De planologische situatie is sindsdien niet gewijzigd.

Conclusie

Aan de criteria uit artikel 2.12.3, lid 3 van de Omgevingsverordening wordt voldaan. Dat maakt het mogelijk het bestaande recht op permanente bewoning te verankeren binnen een recreatieve bestemming. De gemeente Dalfsen heeft in een zeer vergelijkbare situatie een regeling ontworpen die ook goed toepasbaar is in Raalte. Het gaat om de specifieke gebruiksregel in artikel 6.5 van het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen'. De provincie Overijssel heeft aangegeven dat deze wijze van bestemmen in overeenstemming is met de Omgevingsverordening. De gemeente Raalte kiest er voor om de regeling van Dalfsen als vertrekpunt te nemen om het bestaande recht op bewoning door middel van een aanduiding en gebruiksregel binnen een recreatieve bestemming te regelen. Met deze wijze van bestemmen wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het oorspronkelijke raadsbesluit van 8 juni 2012, voor zover dat mogelijk is binnen de kaders van de Omgevingsverordening en de uitspraak van de Afdeling van 17 juli 2013.

Omschrijving wijziging

De 89 recreatiewoningen worden in voorliggende herziening voorzien van de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 inclusief de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning'. Tevens worden bijbehorende bouwregels en specifieke gebruiksregels opgenomen.

Bouwregels:

Uit het voorgaande volgt dat permanente bewoning mogelijk wordt gemaakt binnen een recreatieve bestemming.

Dit betekent dat de bouwregels voor recreatiewoningen het vertrekpunt blijven in deze nieuwe regeling (en niet de regels van een woonbestemming). Vanuit het streven om verstening van het buitengebied te voorkomen, de ligging in een bosgebied en het voorkomen van te grote verschillen met de overige recreatiewoningen in het gebied is terughoudendheid bij het toekennen van bouwmogelijkheden op zijn plaats.

De gemeente acht het evenwel redelijk om een kleine verruiming van de permanent bewoonde recreatiewoningen toe te staan. Het gebruik als permanente woonruimte is immers een feit en dit leidt tot een grotere ruimtebehoefte dan bij recreatief gebruik. Te denken valt aan ruimte voor opslag of een hobbyruimte: ruimten waaraan bij recreatief gebruik geen, of in mindere mate, behoefte bestaat. Deze kleine verruiming geeft de eigenaren bovendien de mogelijkheid de bewoonde recreatiewoningen aan te passen aan de eisen van deze tijd. Voor de gehanteerde inhoudsmaat van de recreatiewoningen is aangesloten bij het oorspronkelijke raadsbesluit van 8 juni 2012 (maximaal 350 m3). De oppervlakte van bijgebouwen is verruimd naar 50 m2. Met deze maatvoering wordt tussen de oppervlakte van de woning en de oppervlakte van het bijgebouw een vergelijkbare verhouding gehanteerd als bij een reguliere woonbestemming. Deze beperkte verruiming van bijgebouwen vermindert de kans op buitenopslag, hetgeen de ruimtelijke kwaliteit van het gebied ten goede komt. Permanent bewoonde recreatiewoningen kunnen immers ook geen gebruik maken van de wetgeving voor vergunningvrij bouwen. Daarnaast is de regeling zodanig aangepast dat bijgebouwen/bergingen niet ten koste gaan van de maximale inhoud van recreatiewoningen en dat de verplichte dakhelling voor bergingen vervalt. Met deze bouwregels is beoogd een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan uitbreidingsruimte enerzijds en het waarborgen van ruimtelijke kwaliteit anderzijds.

Gebruiksregels

Met een specifieke gebruiksregel wordt geregeld dat de 89 recreatiewoningen, die al decennialang permanent bewoond worden en op grond van rechterlijke uitspraken een objectgebonden overgangsrecht op permanente bewoning hebben verworven, de permanente bewoning mogen voortzetten binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2'.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

De 89 percelen waar de Uitspraak van de Raad van State d.d. 17 juli 2013 betrekking op heeft worden voorzien van de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 inclusief de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' en de maatvoeringsaanduiding 'maximum volume = 350 m3'.

Aanpassing regels:

  • In artikel 2.7 en 2.8 wordt de tekst 'de buitenzijde van de gevels' vervangen door 'de binnenzijde van de gevels'.
  • In lid 20.2 wordt een nieuw sub opgenomen, luidende:

met dien verstande dat: in afwijking van het bepaalde onder b de oppervlakte van bergingen bij recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' 50 m2 per recreatiewoning bedraagt en tevens het volgende geldt:

      • de goothoogte van de berging bedraagt ten hoogste 3 m;
      • de bouwhoogte van de berging bedraagt ten hoogste 6 m.

Dit is in een aparte regel opgenomen in de bouwtabel in artikel 20.2.

  • Punt 3 in artikel 20.2 onder c vervalt.
  • In lid 20.3 wordt een nieuw sub b toegevoegd, luidende: Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden overgangsrecht.
  • In artikel 47 wordt een nieuw sub c opgenomen luidende: 'In afwijking van het bepaalde onder c geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' permanente bewoning van de recreatiewoning op grond van een objectgebonden overgangsrecht wel is toegestaan.

2.2 Wijzigingen naar aanleiding van de Raad van State uitspraak d.d 18 december 2013

2.2.1 Perceel dagrecreatie ten oosten van de Twentseweg 122

Omschrijving wijziging

  • a. De gronden met de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' zijn ingevolge artikel 18, lid 18.1, aanhef en onder g, van de regels, gelezen in samenhang met lid 18.4, onder c, en artikel 1, lid 1.45, bestemd voor aan de bestemming ondergeschikte evenementen, die ten hoogste vijf dagen duren, een openbaar karakter hebben, gericht zijn op een groot publiek en betrekking hebben op kunst, sport, ontspanning en cultuur. De evenementen zijn voor de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' niet in aantal beperkt. Niet gebleken is dat de uitstraling van de voorziene evenementen is betrokken bij de vaststelling van het plandeel. Daarnaast is gebleken dat de eigenaar/initiatiefnemer de gronden niet voor evenementen wil gebruiken. De Raad van State heeft het besluit van de gemeente op dit onderdeel dan ook vernietigd. Dit wordt in deze herziening hersteld door evenementen op het perceel uit te sluiten.
  • b. De gronden kunnen ingevolge artikel 18, lid 18.1, aanhef en onder a, en f, van de regels gebruikt worden voor speelweiden, waterplassen, sport- en speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen. De Raad van State is van oordeel dat de gemeente onvoldoende heeft gemotiveerd dat dit gebruik niet leidt tot onevenredige gevolgen wat betreft het woon- en leefklimaat en de omgeving en of een op het gebruik toegesneden bestemming niet meer in de rede ligt. De Raad van State heeft het besluit van de gemeente op dit onderdeel vernietigd. Dit wordt in deze herziening hersteld door sport- en speelvoorzieningen op het perceel uit te sluiten.

Als gevolg van de wijziging is op het perceel uitsluitend dagrecreatief gebruik toegestaan. Tevens worden bijbehorende voorzieningen zoals paden, in- en uitritten, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water toegestaan. Deze voorzieningen worden in het gehele plangebied algemeen toegestaan. Van belang is tevens dat deze voorzieningen bij de hoofdbestemming behorende voorzieningen betreffen. Dit waarborgt de kleinschaligheid (parkeervoorzieningen bijvoorbeeld zijn toegestaan maar dit betekent niet dat het gehele perceel in gebruik genomen kan worden voor parkeren).

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • Op de verbeelding wordt aan het perceel ten oosten van de Twentseweg 122 de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' opgenomen;
  • Op de verbeelding wordt aan het perceel ten oosten van de Twentseweg 122 de specifieke bouwaanduiding 'geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde' verwijderd;

De betreffende enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

Aanpassing regels:

  • In lid 18.1 wordt een nieuw sub opgenomen luidende: 'ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - 1': uitsluitend dagrecreatief gebruik.
  • in lid 18.1 onder f wordt de volgende aanvulling toegevoegd: 'met dien verstande dat sport- en speelvoorzieningen niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1';
  • in lid 18.2 wordt een nieuwe sublid opgenomen, luidende:

'18.2.6 bouwregels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1'

      • a. op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
      • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m.
      • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

2.2.2 Stal 't Reelaer, Heinoseweg 10 te Raalte

Omschrijving wijziging

De Raad van State heeft in zijn uitspraak het beroep van stal 't Reelaer inzake het gebruik van de bij de manege behorende weilanden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' voor het houden van manegepaarden gegrond verklaard.

Het exploiteren van een manege valt niet onder de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de zin van artikel 1, lid 1.10, van de regels. Het houden van paarden in een manege is immers niet gericht op het voortbrengen van producten. Artikel 4, lid 4.1, aanhef en onder a, van de planregels voorziet derhalve niet in het gebruik van de weilanden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' voor het weiden van paarden ten behoeve van de manege en voor een deel van de weilanden tevens het lesgeven en het examineren, aldus de Raad van State. Het gebruik van de betreffende gronden voor manege-activiteiten wordt evenwel acceptabel geacht. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • De bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' wordt, ter plaatse van de gronden behorende bij de manege, gewijzigd in de bestemming 'Sport' met de aanduiding 'manege', met uitzondering van het achterste deel van het perceel. Uit overleg met de eigenaren van de manege blijkt dat dit deel niet door de manege wordt gepacht en dus ook niet voor manege-activiteiten wordt gebruikt. De bestemming 'Agrarisch met waarden – Landschapswaarden' is gelet op het agrarische gebruik door Landgoed 't Reelaer voor dit deel van het perceel wel op zijn plaats.

De betreffende dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen blijven ongewijzigd.

In paragraaf 2.4.25 is daarnaast beschreven dat de aanduiding 'specifieke vorm van sport – voormalige bedrijfsbebouwing' komt te vervallen.

2.2.3 Bungalowpark Old Heino, Zwolseweg 71a te Heino

Omschrijving wijziging

De Raad van State heeft in zijn uitspraak het beroep inzake de geurgevoelige bebouwing gegrond verklaard.

In het bestemmingsplan Buitengebied zijn op de gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 nieuwe geurgevoelige bebouwing in de vorm van o.a. recreatiewoningen mogelijk gemaakt. Om te voorkomen dat deze nieuwe geurgevoelige bebouwing gevolgen heeft voor het naastgelegen agrarische bedrijf was in het basisplan op een afstand van 50 m van het naastgelegen agrarische bedrijf aan de Zuthemerweg 1 de aanduiding 'bebouwing uitgesloten' opgenomen. De Afdeling heeft geoordeeld dat het plan, vanwege een overeenkomst waarin een afstand van 100 m is opgenomen, niet uitvoerbaar is. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • De gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1 gelegen op een afstand tot 100 m van het naastgelegen agrarische bouwvlak worden voorzien van de aanduiding 'bebouwing uitgesloten'.

De betreffende enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.3 Wijzigingen naar aanleiding van gemeenteraadsbehandeling 19 februari 2015

Op 19 februari 2015 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Buitengebied Raalte, 2e correctieve herziening gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen worden in de volgende paragrafen beschreven.

2.3.1 Vergroten oppervlak bijgebouwen bij permanent bewoonde recreatiewoningen

Omschrijving wijziging

De oppervlakte van bijgebouwen is op verzoek van de gemeenteraad verruimd naar 50 m2. Met deze maatvoering wordt tussen de oppervlakte van de woning en de oppervlakte van het bijgebouw een vergelijkbare verhouding gehanteerd als bij een reguliere woonbestemming. Deze beperkte verruiming van bijgebouwen vermindert de kans op buitenopslag, hetgeen de ruimtelijke kwaliteit van het gebied ten goede komt. Permanent bewoonde recreatiewoningen kunnen immers ook geen gebruik maken van de wetgeving voor vergunningvrij bouwen.

Juridische vertaling

In lid 20.2 wordt een nieuw sub c opgenomen, luidende:

met dien verstande dat: in afwijking van het bepaalde onder b de oppervlakte van bergingen bij recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' 50 m2 per recreatiewoning bedraagt en tevens het volgende geldt:

      • de goothoogte van de berging bedraagt ten hoogste 3 m;
      • de bouwhoogte van de berging bedraagt ten hoogste 6 m.

2.3.2 Afwijkingsregeling oprichten bergingen buiten bouwvlak binnen de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2

Omschrijving wijziging

Doordat de bestemmings- en bouwvlakken bij de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 (R-VR-2) beperkt van omvang zijn (in een aantal gevallen slechts 20 x 20 meter) is realisatie van bijgebouwen binnen het bouwvlak of het bestemmingsvlak niet altijd mogelijk. De geboden uitbreidingmogelijkheden worden dan denkbeeldig. De gemeenteraad heeft besloten een regeling aan het plan toe te voegen waarmee het college in voorkomende gevallen bergingen buiten het bouwvlak kan toestaan.

In de regels moet deze afwijkingsregeling op twee plaatsen worden geregeld:

  • c. een afwijkingsbepaling bij de bestemming R-VR-2 voor de verruiming die wel binnen het bestemmingsvlak past, maar niet binnen het bouwvlak;
  • d. een afwijkingsbepaling bij de aangrenzende bestemming Natuur voor overschrijding van de bestemmingsgrenzen R-VR-2 in combinatie met een aanpassing van de bestemmingsomschrijving binnen de bestemming Natuur (zodat de gronden rond/bij de berging of de overkapping ten behoeve van de recreatiewoning gebruikt mogen worden zoals bijvoorbeeld voor een toegangspad).

Juridische vertaling

Binnen artikel 20, Recreatie-Verblijfsrecreatie-2, wordt een nieuw lid opgenomen, luidende:

20.3 Ten behoeve van het overschrijden van een bouwvlak

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 onder a teneinde bergingen en overkappingen zoals bedoeld in lid 20.2 onder b en onder c buiten het bouwvlak te realiseren met inachtneming van het volgende:

  • a. overschrijding van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover binnen het bouwvlak redelijkerwijs geen ruimte te vinden is voor de berging of de overkapping of indien realisatie binnen het bouwvlak tot een onmogelijke of ongewenste erfinrichting leidt;
  • b. bergingen en overkappingen mogen uitsluitend in een zone van 10 meter rond het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • c. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien de omliggende percelen niet onevenredig in hun gebruik worden beperkt.

Het huidige artikel 20.3, Specifieke gebruiksregel, wordt vernummerd in 20.4.

Binnen artikel 16, Natuur, wordt onder lid 16.1 een nieuw sub k toegevoegd, luidende:

k verblijfsrecreatief gebruik van de gronden direct grenzend aan de bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie - 2 indien toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 16.3.2.

Het huidige artikel 16.1 sub k wordt vernummerd in sub l.

Artikel 16.3 wordt vernummerd naar artikel 16.3.1. Voor de afwijkingsbevoegdheid voor bouwen wordt een nieuw lid opgenomen, luidende:

16.3.2 Ten behoeve van het overschrijden van een bestemmingsvlak Recreatie –Verblijfsrecreatie – 2

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van de realisering van een berging en/of overkapping ten behoeve van de bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie - 2 op de gronden met de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:

  • a. de maximale oppervlaktematen zoals bepaald in artikel 20.2 onder b of c zijn van toepassing;
  • b. overschrijding van het bestemmingsvlak is alleen toelaatbaar voor zover binnen het bestemmingsvlak redelijkerwijs geen ruimte te vinden is voor de berging of de overkapping, of indien realisatie binnen het bestemmingsvlak tot een onmogelijke of ongewenste erfinrichting leidt;
  • c. bergingen en overkappingen mogen uitsluitend in een zone van 10 meter rond het bestemmingsvlak Recreatie –Verblijfsrecreatie - 2 worden gerealiseerd;
  • d. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien de omliggende percelen niet onevenredig in hun gebruik worden beperkt;
  • e. de ruimtelijke kwaliteit van het perceel moet per saldo gelijk blijven of toenemen;
  • f. medewerking aan een berging of overkapping binnen de bestemming Natuur wordt uitsluitend verleend indien eventueel te kappen bomen elders op het perceel worden gecompenseerd door middel van herplant.

2.4 Overige omissies en aanpassingen

2.4.1 Schoolbosweg 10 te Heino

Omschrijving wijziging

Op deze camping zijn 2 bedrijfswoningen aanwezig en vergund. In het bestemmingsplan vigerend voorafgaand aan het huidige vigerende bestemmingsplan zijn deze 2 woningen ook als zodanig bestemd. Per abuis is 1 van de woningen in het huidige vigerende bestemmingsplan, het bestemmingsplan Buitengebied wegbestemd. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Op het perceel Schoolbosweg 10 te Heino wordt de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden = 2' opgenomen.

De betreffende enkelbestemming, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.2 bouwverordening en parkeren

In het ontwerpplan werd voor de toetsing van de parkeerbehoefte in dit artikel 46 verwezen naar de gemeentelijke bouwverordening. Door de inwerkingtreding van de 'Reparatiewet BZK 2014' (Staatsblad 2014, 458) per 29 november 2014 is de bouwverordening voor dit bestemmingsplan niet meer van toepassing. De regeling van parkeerbepaling in de bouwverordening is daarom materieel overgenomen in dit bestemmingsplan in artikel 45.5. Een en ander leidt niet tot een inhoudelijke wijziging van de beoogde toetsing. Aan het Besluit ruimtelijke ordening is mede in verband met het intrekken van toetsing aan de bouwverordening de mogelijkheid opgenomen om voor de invulling van de eis van voldoende parkeren in concrete situaties gebruik te maken van beleidsregels (zie artikel 3.1.2 lid 2 onder a Bro), zoals dit ook onder de werking van de bouwverordening mogelijk was.

2.4.3 Bloemenkampsweg 15 te Luttenberg

Omschrijving wijziging

Met toepassing van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO is de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij aan dit adres vergund . In tegenstelling tot het moment van vaststelling van het basisplan is de vergunning thans onherroepelijk. Van de verleende vrijstelling is nog geen gebruik gemaakt. De locatie ligt in een vestigingsgebied voor nieuwvestiging in het landbouwontwikkelingsgebied Haarle. Dit betekent dat voor dit ontwikkelingsgebied nog sprake kan zijn van één nieuwvestiging voor een intensive veehouderij.

Juridische vertaling

Op de verbeelding wordt ter plaatse van de Bloemenkampsweg 15 een nieuw agrarisch bouwvlak toegekend. De oppervlakte van het bouwvlak bedraagt 1,5 ha en het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1. De bestemming Agrarisch met Waarden - Landschapswaarden en de (eventueel) aanwezige dubbelbestemmingen- en gebiedsaanduidingen wijzigen niet.

Op het perceel zijn de regels van het basisplan van toepassing. Deze regels worden naar aanleiding van deze wijziging niet aangepast.

2.4.4 Delmterweg 2 te Heino

Omschrijving wijziging

Op het perceel Delmterweg 2 te Heino is een bedrijfswoning aanwezig en vergund. Deze bedrijfswoning is ook als zodanig in het basisplan bestemd. Echter het bouwvlak in het basisplan is zodanig opgenomen dat de bedrijfswoning gedeeltelijk buiten het bouwvlak ligt. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • Het bouwvlak aan de Delmterweg 2 wordt vergroot zodat de bedrijfswoning binnen het bouwvlak komt te liggen.

De betreffende enkelbestemming, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.5 Pleegsterdijk 28a te Raalte

Omschrijving wijziging

Omdat het bouwvlak Pleegsterdijk 28a is gelegen in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) is het niet noodzakelijk dat de aanduiding 'intensieve veehouderij' opgenomen is. Daarnaast is de gebiedsaanduiding 'vestigingsgebied' overbodig aangezien hier al nieuwvestiging heeft plaatsgevonden. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • De aanduiding 'intensieve veehouderij op het perceel Pleegsterdijk 28a wordt verwijderd. Daarnaast wordt de gebiedsaanduiding 'vestigingsbied' rond om de Pleegsterdijk 28a ook verwijderd.

De betreffende enkelbestemming, dubbelbestemmingen, overige gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.6 Hogebroeksweg 25 te Raalte

Omschrijving wijziging

De situatie zoals opgenomen in het basisplan is gebaseerd op een oude situatie van het perceel Hogebroeksweg 25. De huidige ligging van het erf dient opgenomen te worden. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • Het bouwvlak wordt zodanig aangepast dat het nieuwe bouwvlak wordt vergroot. Daarnaast wordt het bouwvlak enkele meters in westelijke richting gesitueerd.

De betreffende dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.7 Hondemotsweg 40 te Raalte

Omschrijving wijziging

Op het perceel Hondemotsweg 40 is een 2e bedrijfswoning vergund. Deze is per abuis niet opgenomen in het basisplan. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • Op het perceel Hondemotsweg 40 te Raalte wordt de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden = 2' opgenomen.

De betreffende enkelbestemming, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.8 Perceel natuur aan Overkampsweg

Omschrijving wijziging

In de provinciale omgevingsvisie van de provincie zijn de gronden aan de Overkampsweg aangewezen als 'EHS - bestaande natuur'. Op basis van deze aanwijzing zijn de gronden in het basisplan voorzien van de bestemming Natuur. De aanwijzing als 'EHS - bestaande natuur' betreft een omissie, zo blijkt uit overleg met de provincie. De provincie past haar omgevingsvisie hierop aan. Deze omissie wordt eveneens in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • De bestemming natuur aan de Overkampsweg wordt gewijzigd in Agrarisch met waarden - Landschapswaarden, conform de wijze waarop deze gronden in het ontwerp van het basisplan waren bestemd.

De betreffende dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.9 Berghuisweg 1 te Heeten

Omschrijving wijziging

In opdracht van de gemeente heeft Het Oversticht in 2008 een inventarisatie van karakteristieke panden uitgevoerd. Het buitengebied is geïnventariseerd op basis van een samengestelde veldwerklijst, waarop het adres Berghuisweg 1 ontbrak. In vervolg hierop zijn enkele aanvullingen gedaan. De panden en erven zijn beoordeeld op basis van vooraf vastgestelde criteria. Op 22 april 2014 is Berghuisweg 1 bezocht door een adviseur erfgoed van Het Oversticht. Ondanks enkele aanpassingen is de bebouwing nog zeer herkenbaar en relatief gaaf bewaard gebleven. Om deze reden wordt het adres Berghuisweg als karakteristiek aangemerkt. Dit wordt in de herziening verwerkt.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • Op het perceel Berghuisweg 1 te Heeten wordt de aanduiding 'karakteristiek' opgenomen.

De betreffende enkelbestemming, dubbelbestemmingen, overige gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

Aanpassing regels:

  • Bijlage 10 van de regels wordt aangevuld met het toetsingsrapport voor het perceel Berghuisweg 1.

2.4.10 Stobbenbroekerweg 16 te Raalte

Omschrijving wijziging

Volgens de doeleindenomschrijving van bestemmingsplan Buitengebied Raalte, partiële herziening nr. 2004-1 Stobbenbroekerweg 16, vastgesteld bij besluit van de Raad op 20 oktober 2005, en grotendeels goedgekeurd  op 30 mei 2006, zijn de gronden op deze locatie met de bestemming 'groenstrook/aardenwal' bestemd voor afscheiding en landschappelijke inpassing van het daarbinnen gelegen terrein door middel van groenvoorzieningen en tevens voor een aarden wal van minimaal 6,5 meter hoog en maximaal 7,5 meter hoog ten behoeve van de geluidwering. In het basisplan is de geluidwal/groenstrook voorzien van de bestemming 'Groen'. Deze bestemming klopt niet, want juist de bestemming Groen-1 is toegespitst op dit soort situaties. Bovendien is de geluidwal niet beschermd. Dit wordt hersteld in deze herziening.

Juridische vertaling

Aanpassingen verbeelding:

  • Op de locatie Stobbenbroekerweg 16 wordt de bestemming Groen gewijzigd in de bestemming Groen-1. Tevens wordt de aanduiding 'geluidwal' opgenomen.

De betreffende dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

Aanpassing regels:

  • In artikel 10 lid 10.1 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 'ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal': een geluidwal.
  • In artikel 10 lid 10.3.1. een nieuw lid toegevoegd, luidende: 'het egaliseren en afgraven van gronden'
  • In artikel lid 10.3.3 wordt de zin aangevuld met de volgende zinsnede: en ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal': hiertegen uit hoofde van het waarborgen van een goed leefklimaat geen bezwaren bestaan, waarbij het bepaalde in de Wet geluidhinder als uitgangspunt wordt gehanteerd.

2.4.11 Veenweg 7/7a te Luttenberg

Omschrijving wijziging

In 1984 is vergunning verleend voor de verbouw van een bedrijfsruimte tot 2e woning. Deze vergunde en bestaande woning is per abuis niet bestemd. Dit wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • Op het perceel Veenweg 7/7a te Luttenberg wordt de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden = 2' en de aanduiding 'aaneengebouwd' opgenomen.

De betreffende enkelbestemming, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.12 Bebouwingsvrije zone machinefabriek, 't Zeegsveld 5 te Heino

Omschrijving wijziging

De bebouwingsvrije zone voor de machinefabriek aan 't Zeegsveld 5 te Heino is niet juist weer gegeven.

Het voorheen geldende bestemmingsplan Old Heino uit 1997 refereert aan de oude milieuvergunning van de machinefabriek (1995) en gaat uit van het feit dat de geluidbelasting van de fabriek op de woningen niet meer dan 45 dB(A) mag bedragen. Ook is gesteld dat de machinefabriek nog kon uitbreiden tot een afstand van 40 meter tot de woning aan de Zwolseweg 59. Op basis daarvan is vervolgens gesteld dat dit de minimum afstand moet zijn tussen de machinefabriek en de te realiseren recreatiewoningen.

Vervolgens is het bestemmingsplan herzien voor de uitbreiding van bedrijventerrein 't Zeegsveld en is de bestemmingsregeling in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie. Het bestemmingsplan 'Uitbreiding 't Zeegsveld' is vastgesteld op 22 november 2007 en onherroepelijk sinds 10 april 2008. Ten behoeve van het bestemmingsplan 't Zeegsveld is een akoestisch rapport opgesteld. Daaruit blijkt dat de machinefabriek inclusief de uitbreiding voldoet aan de geluidvoorwaarden zoals gesteld in de oude milieuvergunning.

Inmiddels is het bestemmingsplan Uitbreiding 't Zeegveld vervallen en overgenomen in bestemmingsplan Heino , vastgesteld bij besluit van de raad van 22-04-2010. In dit bestemmingsplan is voor 't Zeegsveld de milieuzoneringsbenadering toegepast. Voor de machinefabriek is gesteld dat dit een milieucategorie 4.1 bedrijf is en is specifiek bestemd (SB-1). Op de verbeelding is aangegeven dat tot en met milieucategorie 3.2 is toegestaan. Voor omgevingstype gemengd gebied moet een afstand van 50 meter worden aangehouden tot gevoelige bestemmingen. Op basis daarvan is het bouwvlak voor 't Zeegsveld geprojecteerd op 50 meter afstand uit de gevel van de woning aan de Zwolseweg 59.

De enige uitbreidingsmogelijkheid voor de fabriek is binnen het bouwvlak richting de recreatiewoningen. Uitgaande van het feit dat de woning aan de Zwolseweg 59 en de woningen aan de Molenweg de belemmerende factor zijn in de uitbreidingsmogelijkheden van de machinefabriek wordt geacht dat de afstand van 50 meter tussen het bouwvlak en de recreatiewoningen afdoende is als bebouwingsvrije zone om eventuele geluidhinder tegen te gaan.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • De specifieke bouwaanduiding- bebouwing uitgesloten wordt zodanig gewijzigd dat de bebouwingsvrije zone op 50 meter afstand evenwijdig aan het bouwvlak komt te liggen.

De betreffende enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen en overige aanduidingen blijven, indien in het basisplan aanwezig, ongewijzigd.

2.4.13 Milieuvoorwaarde regeling neven- en vervolgfuncties

Omschrijving wijziging

In de regeling voor neven- en vervolgfuncties is de voorwaarde gesteld dat bedrijven uit milieucategorie 3 of hoger van de Staat van bedrijfsactiviteiten niet zijn toegestaan. De praktijk laat zien dat in sommige gevallen door middel van onderzoek eventueel in combinatie met het nemen van maatregelen kan worden aangetoond dat een activiteit in een lagere categorie valt. Geluidsonderzoek kan bijvoorbeeld uitwijzen dat de betreffende geluidsbelasting vanwege geluidsarme machines en aangebrachte isolatie vergelijkbaar is met een categorie 2 functie. Indien ook de overige milieubelastingen vergelijkbaar zijn met categorie 2 functies ziet de gemeente geen aanleiding om deze functie niet toe te staan. Om deze reden is het gewenst dit onderdeel van de regeling te nuanceren, zodat ook medewerking kan worden verleend indien door middel van onderzoek en eventueel het nemen van maatregelen wordt aangetoond dat de bedrijfsactiviteit in milieucategorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten valt. Ten behoeve van de flexibiliteit wordt deze mogelijkheid niet alleen opgenomen voor neven- en vervolgfuncties maar ook voor bedrijven met de bestemming Bedrijf. Dit onderdeel wordt in deze herziening aangepast.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

In de regeling voor nevenfuncties zoals deze op diverse plaatsen in de regels is opgenomen wordt de voorwaarde 'bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan' aangevuld met een nieuwe zinsnede, luidende: 'tenzij uit onderzoek is gebleken dat de functie, eventueel na het nemen van maatregelen, qua invloed en milieubelasting gelijk te stellen is aan bedrijfsfuncties uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

In artikel 6 lid 6.5.1 wordt een nieuw sub toegevoegd, luidende: 'het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1 sub a om bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toe te laten mits uit onderzoek is gebleken dat de functie, eventueel na het nemen van maatregelen, qua invloed en milieubelasting gelijk te stellen is aan bedrijfsfuncties uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.'

2.4.14 Primaire watergebieden

Omschrijving wijziging

In de dubbelbestemming Waterstaat - Waterbergingsgebied zijn per abuis geen regels opgenomen voor aanlegactiviteiten waardoor bijvoorbeeld het ophogen van gronden en dempen van sloten op basis van de dubbelbestemming mogelijk is. Dergelijke werkzaamheden zijn vanwege de waterbergende functie van deze gronden (in extreme omstandigheden) niet gewenst, of pas na een toets door het Waterschap mogelijk. Dit wordt hersteld in deze herziening.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

In artikel 41 wordt een nieuw lid opgenomen die de volgende werken of werkzaamheden vergunningsplichtig maakt:

  • a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm (zoals diepploegen) en ontginnen;
  • b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, aanleggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van bestaande drainage.

2.4.15 Wijze van meten

Omschrijving wijziging

In het basisplan is de wijze van meten voor de inhoud van een bouwwerk en de inhoud van een recreatiewoning gebaseerd op de destijds geldende wettelijke standaarden. Als gevolg van deze standaarden gaan er door dikker wordende begane-grondvloeren (isolatie) en bijvoorbeeld rieten daken delen van de inhoud van de woning verloren. Een rieten dak en een dikke vloer telt namelijk mee voor de inhoudsbepaling. Omdat de standaarden inmiddels niet meer wettelijke zijn voorgeschreven, is het gewenst de wijze van meten voor deze twee onderdelen aan te passen. De gemeente vindt het uit duurzaamheidsoogpunt (isolatie) en ruimtelijke kwaliteit (rieten daken) wenselijk om de wijze van meten aan te passen. Deze aanpassing wordt in deze herziening opgenomen.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

  • In artikel 2 lid 2.7 wordt de wijze van meten aangepast. De nieuwe wijze van meten luidt als volgt: 'tussen de bovenkant van de begane grondvloer, de binnenzijde van de buitenmuren en/of scheidsmuren en de binnenzijde van daken en dakkapellen'.
  • In artikel 2 lid 2.8 wordt de wijze van meten aangepast. De nieuwe wijze van meten luidt als volgt: 'tussen de bovenkant van de begane grondvloer, de binnenzijde van de buitenmuren en/of scheidsmuren en de binnenzijde van daken en dakkapellen, met dien verstande dat wanneer er sprake is van een kelder gemeten dient te worden tussen de bovenkant van de vloer van de kelder, de binnenzijde van de buitenmuren (en/of het hart van de scheidsmuren) en de binnenzijde van daken en dakkapellen'.

2.4.16 Hobbyboer-regeling

Omschrijving wijziging

In het basisplan is een regeling opgenomen dat hobby-boeren die 1 ha grond in beheer hebben extra bouwmogelijkheden ten aanzien van bijgebouwen kunnen krijgen. De regeling voor extra bijgebouwen leidt in de praktijk tot de vraag wat er tot de 1 ha grond moet worden gerekend die in beheer moet zijn. De bedoeling van de regeling is om alleen extra bijgebouwen toe te staan indien dit ook bijdraagt aan instandhouding van het landschap. Om te voorkomen dat de extra bouwmogelijkheden worden geëffectueerd op percelen waarbij eigenlijk sprake is van een grote tuin/erf is het wenselijk de regeling aan te passen. Door op te nemen dat de 1 ha gronden buiten het bouwvlak moeten liggen worden de tuinen en erven binnen het bouwvlak niet meegerekend en kan de regeling toegepast worden op situaties waarvoor deze regeling bedoeld is. Deze aanpassing wordt in deze herziening opgenomen.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

  • De voorwaarde 'er ten minste 1 ha grond in beheer is' wordt gewijzigd in 'er ten minste 1 ha grond, gelegen buiten het bouwvlak, in beheer is;
  • De voorwaarde 'er dient ten minste 1 ha grond in beheer ten zijn' wordt gewijzigd in 'er dient ten minste 1 ha grond, gelegen buiten het bouwvlak, in beheer te zijn;

2.4.17 Plattelandskamers

Omschrijving wijziging

Tijdens het gebruik van het basisplan is gebleken dat de regeling voor plattelandskamers tot discussie leidt. Het woord 'kamer' leidt tot de vraag of het over de oppervlakte van de plattelandskamer gaat, of over een 'kamer' binnen de plattelandskamer. De formulering 'min of meer zelfstandig' in de begripsbepaling leidt tot de vraag wat 'min of meer zelfstandig' is. Om dit te verhelderen worden de regels aangepast. Deze aanpassing wordt in deze herziening opgenomen.

In de praktijk komt het voor dat verschillende plattelandskamers worden gerealiseerd waarbij een of meerdere voorzieningen in de vorm van een keuken, toilet of badkamer gedeeld worden. De regeling zoals opgenomen in het basisplan verzet zich hier niet tegen. Het delen van voorzieningen vergroot de kans dat er ter plaatse een zelfstandige wooneenheid ontstaat waarbij de verschillende plattelandskamers als verschillende vertrekken van de wooneenheid in gebruik worden genomen (bijvoorbeeld: plattelandskamer 1 wordt de woonkamer, plattelandskamer 2 wordt de slaapkamer en plattelandskamer 3 wordt de 2e slaapkamer). Dit is expliciet niet de bedoeling. De gemeente is van mening dat het acceptabel is dat er gezamenlijke voorzieningen worden gerealiseerd en wil dit niet verbieden. Het bestemmingsplan behoeft op dit punt geen aanpassing maar door middel van deze toelichting wil de gemeente nogmaals benadrukken dat de plattelandskamers zelfstandige kamers moeten blijven met een recreatief gebruik en dat de realisatie van een extra wooneenheid niet is toegestaan.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

  • In artikel 1 lid 1.93 word de zinsnede 'min of meer zelfstandig' verwijderd.
  • In de voorwaarde 'het aantal kamers....' wordt het woord kamers vervangen door plattelandskamers.

2.4.18 Bouwverbod

Omschrijving wijziging

In artikel 31 lid 31.2 sub g is opgenomen dat nieuwbouw in geen geval is toegestaan. Deze regeling geldt echter niet voor de voormalige bedrijfswoning, maar is gericht op bijgebouwen. In deze herziening wordt deze omissie hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

  • In lid 31.2 sub g wordt de voorwaarde onder nummer 2 verwijderd. Daarnaast worden 2 nieuwe voorwaarden opgenomen, luidende:
    • 1. nieuwbouw van gebouwen, uitgezonderd de voormalige bedrijfswoning, is in geen geval toegestaan;
    • 2. nieuwbouw van de voormalige bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan mits de nieuwbouw plaatsvindt op of binnen de bestaande funderingen.

2.4.19 Plattelandswoning

Omschrijving wijziging

Op 1 januari 2013 is de Wijziging Wet algemene bepalingen omgevingsrecht inzake de planologische

status van gronden alsmede aanpassingen van plattelandswoningen in werking getreden (hierna; Wet plattelandswoningen). De wet regelt dat:

  • 1. het planologische regime en niet langer het feitelijke gebruik bepalend wordt voor bescherming van een gebouw of een functie tegen negatieve milieueffecten;
  • 2. een bedrijfswoning behorend bij een agrarisch bedrijf door derden bewoond mag worden. (artikel 1.1a Wabo).

Aanleiding van de Wet plattelandswoningen

Door schaalvergroting in de landbouw komt het nogal eens voor dat het agrarische bedrijf wordt gesplitst van de agrarische bedrijfswoning. Indien deze agrarische bedrijfswoning vervolgens door een burger (een niet-agrariër) wordt bewoond, dan leidt dit feitelijk gebruik in de huidige situatie tot een hoger beschermingsniveau tegen nadelige milieueffecten. Dit is voor het nabijgelegen (oorspronkelijke) bedrijf ongunstig, nu haar bedrijfsvoering hierdoor kan worden beperkt. De Wet plattelandswoningen biedt een oplossing voor deze onwenselijke situatie. Ingevolge het nieuwe artikel 1.1a Wabo kan het bevoegd gezag van de gemeente bepalen dat een (voormalige) agrarische bedrijfswoning (tevens) door een niet-agrariër mag worden bewoond. Dat dit is toegestaan, moet duidelijk blijken uit de bestemmingsplanregels of de omgevingsvergunning waarmee van het bestemmingsplan wordt afgeweken. Deze 'plattelandswoningen' worden vervolgens op grond van artikel 1.1a Wabo van rechtswege beschouwd als een onderdeel van de nabijgelegen inrichting, zodat de woning niet wordt beschermd tegen milieugevolgen van die inrichting. Hoewel het feit dat het planologische regime bepalend wordt (het eerste deel van de wet) heeft de wetgever er bewust voor gekozen om de werking van de wet te beperken tot agrarische bedrijfswoningen (tweede deel van de wet). Het bevoegd gezag van de gemeente kan daarom bijvoorbeeld niet bepalen dat ook bedrijfswoningen op industrieterreinen door derden mogen worden bewoond.

Het is mogelijk om een voormalige agrarische bedrijfswoning aan te duiden als

plattelandswoning in het bestemmingsplan of via een omgevingsvergunning. Dit houdt in dat de

voormalige agrarische bedrijfswoning gebruikt mag worden voor burgerbewoning, maar dat de woning niet langer beschermd wordt tegen negatieve milieueffecten van het bijbehorende agrarische bedrijf inzake geur, fijnstof en geluid. De Wet plattelandswoning zorgt ervoor dat bestaande agrarische bedrijfswoningen, ook als deze woningen door derden worden bewoond, worden beschouwd als een onderdeel van het betreffende (agrarische) bedrijf waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd of een melding Activiteitenbesluit wordt ingediend. Bestaande bedrijfswoningen horen bij de inrichting en worden niet beschermd. Als ze niet meer als bedrijfswoning worden gebruikt dan zorgt de Wet plattelandswoning voor bescherming zoals die zou zijn van een bedrijfswoning. Voormalige agrarische bedrijfswoningen worden niet langer beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende agrarische bedrijf. Met de wet wordt dus het planologisch regime (de agrarische bestemming) bepalend voor de bescherming van de woning en niet langer het feitelijk gebruik als burgerwoning.

De wet gaat in op een 3-tal milieuaspecten:

  • 1. geurhinder;
  • 2. geluidhinder;
  • 3. fijnstof (luchtkwaliteit).

Deze aspecten zijn geregeld in de Wet geurhinder en veehouderij, Wet geluidhinder en Wet milieubeheer. De Wet past dan ook de Wet geurhinder en veehouderij, Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wabo aan.

Om de plattelandswoning mogelijk te maken in het buitengebied van de gemeente Raalte wordt dit onderdeel opgenomen in deze herziening.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

  • In artikel 1 wordt het volgende begrip opgenomen:

Plattelandswoning

een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, die niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf.

  • In artikel 3, 4 en 5 wordt de volgende afwijkingsbevoegdheid van de gebruiksregels opgenomen:

Ten behoeve van een plattelandswoning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1. ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande dat:

      • a. de bedrijfswoning in gebruik wordt genomen als burgerwoning en het bedrijf waartoe de bedrijfswoning behoort de bedrijfsactiviteiten niet heeft beëindigd;
      • b. het gebruik van de bedrijfswoning als plattelandswoning is niet toegestaan indien er sprake is van een intensieve veehouderij;
      • c. er sprake dient te zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
      • d. op het agrarisch bouwvlak de mogelijkheid voor een extra bedrijfswoning komt te vervallen;
      • e. het aantal woningen mag niet toenemen;
      • f. de bouwregels voor een bedrijfswoning zoals opgenomen in artikel 3.2 van toepassing blijven;
      • g. er geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven mogen optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreiding- en ontwikkelingsmogelijkheden).

2.4.20 Veldhoekerweg 9 te Heino

Omschrijving wijziging

Ten behoeve van de ontwikkeling aan de Veldhoekerweg 9 is een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan, 'Buitengebied Heino, Veldhoekerweg 9' is vastgesteld op 26 januari 2012 en verwerkt in het basisplan. Het gewijzigde bouwvlak is op een juiste wijze opgenomen in het basisplan maar per abuis is de natuurbestemming ten noorden van het bouwvlak niet als zodanig bestemd. Dit wordt in deze herziening hersteld. In deze herziening wordt deze omissie hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

  • De gronden ten noorden van het bouwvlak aan de Veldhoekerweg 9 worden conform het bestemmingsplan 'Buitengebied Heino, Veldhoekerweg 9' voorzien van de bestemming Natuur.

2.4.21 Bouwregels bedrijfswoning Recreatie - Dagrecreatie

Omschrijving wijziging

In lid 18.2.5 zijn de bouwregels ten aanzien van bedrijfswoningen binnen de bestemming Recreatie - Dagrecreatie opgenomen. Omdat in dit lid ook de bouwregels voor de bijgebouwen zijn opgenomen is het niet duidelijk of sub c en d betrekking hebben op de bouwregels voor de bedrijfswoning, de bouwregels voor de bijgebouwen of beide. In deze herziening wordt deze omissie hersteld.

Sub f wordt gewijzigd in 150 m2 aangezien in 2013 reeds een vergunning voor een bijgebouw van 150 m2 is afgegeven.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

  • In sub c, d en e wordt opgenomen dat het de bouwregels ten aanzien van de bedrijfswoning betreft.
  • Er worden twee nieuwe subleden opgenomen die de goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3,5 m en 6 m ten behoeve van bijgebouwen regelen.
  • In sub f wordt het oppervlak gewijzigd in 150 m2.

2.4.22 Overkappingen

Omschrijving wijziging

In verschillende artikelen is de oppervlaktemaat voor overkappingen niet gelimiteerd. Dit betekent dat het gehele bouwvlak volgebouwd kan worden met overkappingen. Omdat dit niet wenselijk is wordt deze omissie in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing regels:

In de artikelen Bedrijf, Detailhandel-Tuin, Gemengd, Horeca, Kantoor, Maatschappelijk en Sport wordt in de tabel met bouwregels naast bijgebouwen de term 'en overkappingen' opgenomen. Deze wijze van regelen sluit aan bij de systematiek van de overige artikelen.

2.4.23 Haarweg 18-20 te Heino

Omschrijving wijziging

Gebleken is dat per abuis de mogelijkheid voor de bouw van een recreatiewoning op een perceel nabij Haarweg 20 niet in het basisplan is opgenomen. Deze omissie wordt in deze herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

Op het perceel Haarweg 20 wordt in de zuidoosthoek van het perceel de bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatie – 2' opgenomen met een bouwvlak, conform het voorheen geldende bestemmingsplan 'Twentseweg e.o.'.

2.4.24 Veldschuur nabij Heuvelweg 54 te Luttenberg

Omschrijving wijziging

Op een perceel aan de Heuvelweg in Luttenberg, kadastraal bekend Raalte sectie R, nummer 1566, staat een veldschuur. Gebleken is dat de schuur zoals sinds 1962 aanwezig op het moment van ter inzage legging van het basisplan vergund is en in redelijke staat verkeerde. Een positieve bestemming van deze veldschuur was op zijn plaats geweest. Deze omissie wordt met voorliggende herziening hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding:

De veldschuur wordt positief bestemd door het opnemen van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur'.

2.4.25 Stal 't Reelaer. Heinoseweg 10 te Raalte

Omschrijving wijziging

De manege is tot op heden benaderd als een nieuwe functie in vrijkomende agrarische bebouwing. Gebleken is dat de manege inmiddels circa 20 jaar actief is op deze locatie. Omdat maneges aan het buitengebied gebonden zijn, de gemeente de vestiging van deze manege op deze locatie geaccepteerd heeft en omdat dit de enige manege is die nog als vervolgfunctie wordt benaderd, is het gerechtvaardigd de vervolgfunctie-benadering los te laten en het bedrijf als volwaardige manege te beschouwen.

Juridische vertaling

Aanpassing verbeelding

De aanduiding 'specifieke vorm van sport – voormalige bedrijfsbebouwing' wordt verwijderd.

In paragraaf 2.2.2 is de wijziging naar aanleiding van de Raad van State uitspraak beschreven.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Beleid en sectorale onderzoeken

Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Raalte. Deze herziening bestaat uit enkele aanpassingen van het bestemmingsplan Buitengebied die een beperkte ruimtelijke impact hebben. Het gaat om correcties van de verbeelding of de regels waarbij de beleidsmatige afweging, de toets aan relevant beleid en de sectorale onderzoeken al bij het opstellen van het basisplan hebben plaatsgevonden. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar de toelichting van het basisplan. Voor aanpassing inzake de regeling voor permanent bewoonde recreatiewoningen en de nieuwe regeling voor plattelandswoningen is in het basis plan nog geen beleid opgenomen. Deze onderdelen zijn getoetst aan het nieuwe beleid en geconcludeerd kan worden dat dit geen strijdigheden oplevert.

3.2 Economische uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

3.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

3.3.1 Inspraak & overleg

Gezien de beperkte impact van de wijzigingen die in deze herziening voorgesteld worden is besloten het voorontwerpbestemmingsplan niet beschikbaar te stellen voor inspraak. De contouren van de nieuwe regeling voor de permanent bewoonde recreatiewoningen zijn op 27 mei 2014 in een informatiebijeenkomst met de eigenaren/bewoners besproken. De uitkomsten uit die bijeenkomst zijn verwerkt in het bestemmingsplan, voor zover passend in gemeentelijk en provinciaal beleid.

De regelingen voor plattelandswoningen en permanent bewoonde recreatiewoningen zijn voorgelegd in het kader van het vooroverleg. Van de provincie Overijssel een vooroverlegreactie ontvangen (zie Bijlage 1). Hieronder is de reactie samengevat en beantwoord.

Plattelandswoningen

De provincie stemt in met de voorgestelde regeling voor plattelandswoningen.

Reactie gemeente:

Dit wordt voor kennisgeving aangenomen.

Nieuwe regeling permanent bewoonde recreatiewoningen

De regeling zoals opgenomen in de bestemming 'Recreatie – Verblijfsrecreatie 2' zoals opgenomen in voorliggend bestemmingsplan voldoet aan de eisen die de Omgevingsverordening daaraan stelt, mits de ononderbroken bewoning en het bestaande objectgebonden overgangsrecht kunnen worden aangetoond.

De voorgestelde vergroting naar 350 m3 levert naar verwachting nog geen spanning op met de provinciale sturing op ruimtelijke kwaliteit. In de Omgevingsverordening zijn geen (inhouds)maten opgenomen. Een verdere vergroting (naar bijvoorbeeld 400 m3) zou echter leiden tot uitbreidingsmogelijkheden die in de richting gaan van reguliere woningen. Dit is ongewenst omdat daarmee verder wordt afgeweken van de recreatieve doelstelling en dit heeft een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit, mede vanwege het grote aantal recreatiewoningen. Een vergroting boven de 350 m3 kan daarom hoogstwaarschijnlijk niet op instemming van de provincie rekenen.

Reactie gemeente:

De permanente bewoning van de betreffende 89 recreatiewoningen is na diverse juridische procedures vast komen te staan. De gemeente beschouwt het objectgebonden overgangsrecht dat in de procedures rond de voorheen geldende bestemmingsplannen (Twentseweg e.o. en Buitengebied Heino) is vast komen te staan (periode 1995 – 2004) als vaststaand feit.  Het bestaande objectgebonden recht is bovendien in de voorbereiding van het basisplan, noch in de reactieve aanwijzing en de daaropvolgende procedure bij de Raad van State door de provincie bestreden. De beschrijving van de voorgeschiedenis van deze situatie in de toelichting van voorliggend plan begint daarom met de reactieve aanwijzing van de provincie en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 17 juli 2013 daarover. Voor een uitgebreidere uiteenzetting van de juridische voorgeschiedenis (waaronder de totstandkoming van het objectgebonden overgangsrecht) verwijzen wij naar de Nota Zienswijzen van het basisplan.

De ononderbrokenheid van de bewoning is bij de vaststelling van het basisplan en ook voorafgaand aan de ter inzage legging van voorliggende herziening onderzocht door de gemeente in de gemeentelijke bevolkingsadministratie. De gemeente concludeert op basis van dit onderzoek en gelet op het bovenstaande dat deze nieuwe regeling voor de permanent bewoonde recreatiewoningen voldoet aan de Omgevingsverordening Overijssel.

3.3.2 Zienswijzen

Het ontwerp heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn zienswijzen ingediend. In de nota zienswijzen (zie bijlage 2) zijn deze reacties samengevat en beantwoord. In enkele gevallen hebben de zienswijzen tot aanpassing van het bestemmingsplan geleid, dit is in de nota zienswijzen beschreven.

3.4 Toelichting op de planregels

Permanente bewoning recreatiewoningen

De aanpassingen in de planregels die in deze gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Buitengebied worden doorgevoerd spreken grotendeels voor zich, of worden in hoofdstuk 2 van deze toelichting al voldoende toegelicht. Gedurende het planproces is gebleken dat wel behoefte bestaat aan een nadere uitleg van de regeling voor permanente bewoning van recreatiewoningen.

Artikel 20.3, onder b luidt als volgt:

20.3 Specifieke gebruiksregel

  • a. (…)
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden overgangsrecht.

In dit artikel is zowel de basisregel als de uitzondering geformuleerd. De basisregel, die ook in artikel 47 onder c. is opgenomen, is dat recreatiewoningen niet permanent mogen worden bewoond.

De uitzondering op deze regel is dat op de adressen die voorzien zijn van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' wel permanent mag worden gewoond. Deze aanduiding is gelegd op de 89 percelen met recreatiewoningen die al op grond van een objectgebonden overgangsrecht uit de tot dusver geldende bestemmingsplannen permanent bewoond mochten worden.

De redactie van deze bepaling sluit aan bij de eerder door de provincie Overijssel geaccepteerde regeling in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen' van de gemeente Dalfsen. De situatie in Dalfsen heeft een grotendeels gelijke ontstaansgeschiedenis en is goed vergelijkbaar met de Raalter situatie. De zinsnede “op grond van een objectgebonden overgangsrecht” in artikel 20.3 is bedoeld om de ontstaansgeschiedenis van dit recht aan te duiden en om de Omgevingsverordening Overijssel in acht te nemen. Uit de plaatsing van dit artikel in hoofdstuk 2 van de planregels blijkt dat deze bepaling als positieve gebruiksregel moet worden gelezen, analoog aan de regeling van Dalfsen.

Verhouding tot artikel 52.3

Tot slot blijkt dat enige toelichting bij artikel 52.3 op zijn plaats is. De redactie van dit artikel is ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan verbeterd. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op het object in bijlage 3 (Stoevenweg 31a te Heino). Deze locatie heeft een woonbestemming. Binnen deze woonbestemming is een recreatiewoning annex bijgebouw gelegen waar vanwege een specifieke ontstaansgeschiedenis bewoning is toegestaan. Deze regeling valt, in tegenstelling tot de 89 hiervoor genoemde gevallen, wel onder overgangsrecht. Dit valt ook af te leiden uit de plaatsing van dit artikel in hoofdstuk 4 van de planregels (Overgangs- en slotregels). Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de Stoevenweg 31a geen onderdeel was van de provinciale reactieve aanwijzing en het bestemmingsplan Buitengebied Raalte zoals vastgesteld op 8 juni 2012 op deze locatie het vigerende bestemmingsplan is. In deze herziening wordt slechts de redactie van artikel 52.3 gewijzigd.