direct naar inhoud van Artikel 6 Bos
Plan: Mariënheem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120011-0002

Artikel 6 Bos

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bos ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos/bebossing;
  • b. (infiltratie)groenvoorzieningen;
  • c. recreatief medegebruik;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - kapel", tevens voor een kapel;

met de daarbijbehorende:

  • e. erven en terreinen;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. wegen, straten en paden;
  • g. water.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluiten worden gebouwd:

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mag uitsluitend een gebouw in de vorm van een kapel worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - kapel";
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 meter;
  • e. de kapel moet voorzien zijn van een hellend dak, waarbij de dakhelling niet minder dan 25º en niet meer dan 50º mag bedragen.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het egaliseren, afgraven en ophogen van gronden;
  • b. het vellen en rooien van houtgewas op de gronden;
  • c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van boven- en ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van waterlopen en kolken op de gronden gelegen.

6.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, mits daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

6.4.3 Vergunningsverlening

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden ontstaat of kan ontstaan.