direct naar inhoud van Artikel 21 Leiding
Plan: Mariënheem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120011-0002

Artikel 21 Leiding

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Leiding ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemming, primair bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "hartlijn leiding - gas" voor een aardgastransportleiding;

met daarbijbehorende belemmeringenstrook.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Voorrangsregeling

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding' voorrang krijgt.

21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de voor ' Leiding' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Hiervoor geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de (basis)bestemming.

21.3.2 Toetsingscriteria

Een in 21.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad, geen kwetsbare objecten worden toegelaten en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. graafwerkzaamheden;
  • c. het in de grond drijven van voorwerpen;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • f. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • g. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • h. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het woelen, mengen en ontginnen van grond en het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • i. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.

21.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 21.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. het aanleggen van kabels door N.V. Nederlandse Gasunie betreffen;
  • c. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten betreffen;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, mits daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
  • e. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

21.4.3 Vergunningverlening

Een in 21.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. het behoud van een veilige ligging van de leiding en de continuïteit van de functie van de leiding zijn gewaarborgd;
  • b. met het oog op een zorgvuldige afweging door het bevoegd gezag schriftelijk advies is ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s).