Plan: | Buitensportcentrum Raalte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20120009-0003 |
Toetsingskader
Milieuzonering
Een buitensportcentrum is een (potentieel) milieuhinderlijke functie. Bij het mogelijk maken van dergelijke functies dient aandacht te worden besteed aan de afstemming met eventuele in de omgeving aanwezige milieugevoelige functies, zoals woningen. Uitgangspunt is dat er ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Bij de afstemming van bestaande en nieuwe functies wordt gebruik gemaakt van zogenaamde richtafstanden. Deze afstanden zijn gebaseerd op de publicatie Bedrijven en Milieuzonering van het VNG (herziene versie, 2009). Bij de richtafstanden wordt rekening gehouden met milieuaspecten als geur-, stof en geluidhinder. De afstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. Uit jurisprudentie en de genoemde VNG-publicatie blijkt dat in het geval van een afwijkende referentiesituatie kleinere richtafstanden gelden.
Besluit landbouw milieubeheer
Het Besluit landbouw milieubeheer (Blm) is van toepassing op melkrundveehouderijen, akkerbouw- en tuinbouwbedrijven met open grondteelt, gemechaniseerde loonbedrijven, paardenhouderijen, kinderboerderijen, kleinschalige veehouderijen, witloftrekkerijen, teeltbedrijven met eetbare paddenstoelen, spoelbassins en opslagen van vaste mest. Het Blm bevat voorwaarden die bepalen of een inrichting wel of niet onder het Blm valt. Deze voorwaarden hebben onder andere betrekking op het aantal dieren, de afstand tot een kwetsbaar gebied, de afstand tot gevoelige objecten en de aard en capaciteit van stoffen die worden op- en overgeslagen. Indien niet aan de minimale afstanden wordt voldaan, is het bedrijf Wm-vergunningplichtig. De minimale afstanden zijn weergegeven in de onderstaande tabellen. Naast de in de tabel genoemde afstanden, gelden minimale afstanden tot opslagen van mest, afgedragen gewassen en dergelijke.
Tabel 4.1 Minimale afstanden landbouwbedrijven
inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden | inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden | |
min. afstand tot objecten cat. I en II | 100 m | 50 m |
min. afstand tot objecten cat. III, IV en V | 50 m | 25 m |
Tabel 4.2 Indeling van objecten Besluit landbouw
object categorie | omschrijving |
I | bebouwde kom met stedelijk karakter; ziekenhuis, sanatorium, en internaat; objecten voor verblijfsrecreatie. |
II | bebouwde kom of aaneengesloten woonbebouwing van beperkte omvang in een overigens agrarische omgeving; objecten voor dagrecreatie. |
III | verspreid liggende niet-agrarische bebouwing die aan het betreffende buitengebied een overwegende woon- of recreatiefunctie verleent. |
IV | woning behorend bij een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn; verspreid liggende niet-agrarische bebouwing. |
V | woning, behorend bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn. |
Onderzoek en conclusie
Buitensportcentrum
Een buitensportcentrum is niet als specifieke activiteit opgenomen in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. Het bedrijf organiseert sport, spel- en teambuildingactiviteiten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om boogschieten, highlandgames, paintball en kleinere spellen. Gezien de aard en omvang van de activiteiten zouden deze kunnen worden vergeleken met een veldsportcomplex. Hiervoor geldt een richtafstand van 50 meter ten opzichte van gevoelige functies binnen het gebiedstype rustige woonwijk (categorie 3.1). De woningen in de omgeving liggen over het algemeen op meer dan 50 meter van het plangebied. Uitzondering vormt de woning op het perceel Raarhoeksweg 63. Aangezien dit een agrarische bedrijfswoning betreft, is het aanvaardbaar om voor deze woning de richtafstand voor een gemengd gebied aan te houden (30 meter). De (potentieel) milieuhinderlijke activiteiten binnen het plangebied vinden plaats op meer dan 30 meter vanaf deze woning. Op basis van deze afstanden (en de aard en omvang van de activiteiten) wordt geconcludeerd dat ter plaatse van de woningen in de omgeving geen sprake zal zijn van onaanvaardbare milieuhinder.
Omliggende agrarische bedrijven
In de omgeving van het plangebied zijn diverse agrarische bedrijven gelegen. Bebouwing die onderdeel is van recreatieve functies kan leiden tot beperkingen voor agrarische bedrijven. In dit geval zijn de minimale afstanden tussen de bebouwing binnen het plangebied en de omliggende agrarische bedrijven echter zodanig, dat omliggende bedrijven door het voorliggende bestemmingsplan niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt.