direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Buitensportcentrum Raalte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120009-0003

Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein': een terrein met voorzieningen voor paintball, zoals bosjes, struiken en netten alsmede de instandhouding van bos;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - clubgebouw': een gebouw ten behoeve van het buitensportcentrum;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - buitensportcentrum': een buitensportcentrum met voorzieningen voor outdoor-activiteiten, in de vorm van een open veld voor onder andere highlandgames;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend parkeerplaatsen ten dienste van het buitensportcentrum;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - brandtoren': een brandtoren voor recreatief gebruik;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, groenvoorzieningen, (ontsluitings)wegen, terras, nutsvoorzieningen en water, met dien verstande dat parkeervoorzieningen niet zijn toegestaan.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Bouwregels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein'
  • a. op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. op deze gronden is ten hoogste 1 gebouw toegestaan;
  • c. de goot- en bouwhoogte van het gebouw bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • d. de oppervlakte van het gebouw bedraagt ten hoogste 30 m²;
  • e. de hoogte van terreinverlichting bedraagt ten hoogste 1,5 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.2.2 Bouwregels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - clubgebouw'
  • a. op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. gebouwen buiten het bouwvlak niet zijn toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van het clubgebouw bedraagt ten hoogste 5 m;
  • d. de goothoogte van het clubgebouw bedraagt ten hoogste 2 m;
  • e. de oppervlakte van het clubgebouw bedraagt ten hoogste 600 m²;
  • f. de hoogte van terreinverlichting bedraagt ten hoogste 1,5 m;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.2.3 Bouwregels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - brandtoren'
  • a. op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van de brandtoren bedraagt ten hoogste 27 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.2.4 Bouwregels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - buitensportcentrum'
  • a. op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de hoogte van terreinverlichting bedraagt ten hoogste 1,5 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Op het buitensportcentrum en het paintballterrein zijn activiteiten uitsluitend toegestaan van zonsop- tot zonsondergang.
  • b. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
  • c. Horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de hoofdfunctie.
  • d. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de parkeerplaatsen in het bosperceel, die op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaan, verwijderd worden en die locatie ingericht wordt als bosrand met soorten als hazelaar en kardinaalsmuts, uitgevoerd en in stand gehouden wordt.
  • e. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft het paintballterrein, zoals dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaat, verwijderd wordt en die locatie ingericht wordt als bos, gericht op de verbetering van de kruid- en struiklaag, uitgevoerd en in stand gehouden wordt.
  • f. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de bomenrij, bestaande uit berken die tussen de weg en de parkeerweide aangeplant dient te worden, uitgevoerd en in stand gehouden wordt.
  • g. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de ruigtestrook, die tussen het highlandgamesveld en de parkeerweide gerealiseerd dient te worden, uitgevoerd en in stand gehouden wordt.
  • h. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de verlichting, waarbij lantaarnpalen die niet voorzien zijn van paalarmaturen met gerichte verlichting niet toegestaan zijn, uitgevoerd wordt.
  • i. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' voorzien van de functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de eisen aan kabels voor de netten en de netten zelf, waarbij een vrije ruimte tussen de netten en de bodem van minder dan 0,2 m niet is toegestaan, uitgevoerd en in stand gehouden wordt.
  • j. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' voorzien van de functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de afscherming van het terrein, die bestaat uit een fijnmazig net, waarbij een vrije ruimte tussen het net en de bodem van minder dan 0,5 m niet toegestaan is, uitgevoerd en in stand gehouden wordt.
  • k. Gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' voorzien van de functieaanduiding 'parkeerterrein' is uitsluitend toelaatbaar indien het bedrijfsnatuurplan, zoals opgenomen in Bijlage 1, wat betreft de parkeerplaatsen, die onverhard uitgevoerd dienen worden, uitgevoerd en in stand gehouden worden.

4.4 Afwijken gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van hetgeen bepaald is in lid 4.3 onder d tot en met k indien de realisering van de aldaar bedoelde verplichting binnen een periode van 1 jaar in voldoende mate is zekergesteld, voordat met de realisatie een aanvang wordt genomen.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Recreatie - Dagrecreatie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen van beplantingen welke dienen voor de landschappelijke inpassing van het terrein;
  • b. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.

4.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 4.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels in acht zijn genomen;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. binnen het bouwvlak plaatsvinden;
  • e. reeds moeten worden gemeld in het kader van de Boswet.

4.5.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. de beoogde landschappelijke inpassing van het terrein niet onevenredig geschaad wordt;
  • b. de bestaande natuur- en landschapswaarden van het ter plaatse aanwezige bos niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.