direct naar inhoud van 4.3 Milieu
Plan: Angeli Custodes
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20120007-0003

4.3 Milieu

4.3.1 Bodem

Nieuwbouwlocatie

Ter plaatse van de geplande nieuwbouw van de (zorg)appartementen is door van der Poel Milieu BV in juni 2011 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het rapport is opgenomen in bijlage 2. De onderzoeksstrategie is onverdacht op basis van het uitgevoerde historische onderzoek, dat in december 2010 is uitgevoerd voor de gehele locatie.

Bij het uitvoeren van het veldwerk zijn zintuiglijk wel kolengruisdeeltjes aangetoond.

In de bovengrond zijn plaatselijk licht verhoogde gehalten aangetoond aan arseen, kwik, lood en zink. Tevens zijn plaatselijk licht verhoogd gehalten aan PAK-totaal aanwezig. Deze verhoogde gehalten kunnen verklaard worden door de aanwezigheid van kolengruis. De aangetoonde gehalten zijn niet zodanig verhoogd dat er aanvullend onderzoek moet worden uitgevoerd.

In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aangetoond van de onderzochte parameters.

Het grondwater bevat licht verhoogde gehalten aan barium, nikkel en xylenen. Licht verhoogde gehalten aan zware metalen worden vaker waargenomen in het grondwater. De aangetoonde gehalten zijn niet zodanig verhoogd dat er nader onderzoek moet worden uitgevoerd.

Op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek, ter plaatse van de nieuwbouwlocatie, kan worden geconcludeerd dat er geen belemmeringen zijn voor de realisering van de (zorg)appartementen.

Wel merken we op dat de vrijkomende bovengrond niet onbeperkt kan worden hergebruikt. Er kunnen, in het kader van het Besluit bodemkwaliteit, aanvullende onderzoeksgegevens worden gevraagd als de grond van de locatie worden afgevoerd.

Overig terreindeel

Als er activiteiten op het overige deel van de locatie worden uitgevoerd zijn de gegevens van het bodemonderzoek van december 2010 van kracht welke eveneens is uitgevoerd door Van der Poel Milieu BV. In dit onderzoek zijn in de bovengrond plaatselijk licht verhoogde gehalten aan PAK-totaal aanwezig en enkele zware metalen zijn licht verhoogd aangetroffen. Zintuiglijk zijn sporen kolengruis en geringe puinmengingen waargenomen. Deze verklaren de licht verhoogde gehalten die zijn aangetoond.

In de ondergrond zijn verder geen verhoogde gehalten aangetoond van de onderzochte parameters.

Bij het verwijderen van de ondergrondse tank is de ontgravingsput aangevuld met puin. Als er wijzigingen op deze locatie plaatsvinden dient er aandacht te zijn voor het ontgraven van dit puin (bijv. afvoeren naar een erkende verwerker).

Conclusie: de grond is geschikt voor de geplande bestemming. Als er grond van de locatie wordt afgevoerd kunnen er aanvullende gegevens worden gevraagd in het kader van Besluit bodemkwaliteit. Tevens dient er aandacht te zijn voor het puin wat is gebruikt voor de ontgravingsput van de voormalige ondergrondse tank.

4.3.2 Externe veiligheid

Er is door Oranjewoud B.V. een quickscan Externe veiligheid uitgevoerd waarin de risicovolle bronnen geïnventariseerd zijn die van invloed kunnen zijn op het plangebied. Het rapport is opgenomen in bijlage 3.

Op basis van de inventarisatie is gebleken, dat in de omgeving van het plangebied meerdere risicobronnen aanwezig zijn, te weten een LPG-tankstation, de N348, de N35 en de spoorlijn Zwolle-Almelo. Van de beschouwde risicobronnen blijkt geen enkele risicobron relevant te zijn voor de ontwikkelingen in het plangebied vanwege de afstand tot het plangebied.

Dit betekent dat bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan geen randvoorwaarden worden gesteld door het aspect externe veiligheid.

4.3.3 Geluid

Er is akoestisch onderzoek uitgevoerd door Oranjewoud B.V. (zie bijlage 4)Het doel van het akoestisch onderzoek is vast te stellen wat de geluidbelasting vanwege omliggende verkeerswegen op het plan bedraagt, om vervolgens te bepalen of aan de wettelijke kaders uit de Wet geluidhinder wordt voldaan.

Het plangebied ligt binnen de, op grond van de Wet geluidhinder geldende zone van de Burgemeester Kerssemakersstraat. Daarnaast ligt direct ten oosten van het plangebied de Hofstedelaan waarop een maximaal toegestane rijsnelheid geldt van 30 km/uur. De Hofstedelaan is niet in het onderzoek meegenomen, omdat hiervoor op grond van de Wet geluidhinder geen geluidszone geldt. Bovendien is het gezien de beperkte verkeersintensiteit op deze weg (circa 500 mvt/etmaal en voornamelijk licht verkeer) voldoende aannemelijk dat door de Hofstedelaan geen relevante geluidbelasting op het plan optreedt.

Uit het akoestisch onderzoek blijkt, dat op het overgrote deel van het plan wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder. Alleen op de direct aan de Burgemeester Kerssenakersstraat liggende gevels van het bestaande zorggebouw is de geluidsbelasting Lden hoger dan de voorkeurgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder. De geluidbelasting bedraagt ten hoogste 50 dB.

Er zijn verschillende maatregelen overwogen om de geluidbelasting te reduceren. Geen van de bron-, overdrachtsmaatregelen of maatregelen aan de ontvanger is doelmatig. Gelet op de resterende overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB dient door b&w de volgende hogere grenswaarde te worden vastgesteld:

  • Lden 50 dB vanwege verkeer op de Burgemeester Kerssemakersstraat.
4.3.4 Geur

Het plangebied ligt nabij het buitengebied, waardoor de kans bestaat dat dicht bij het plangebied veehouderijen zijn gelegen. Vanuit de Wet geurhinder en veehouderij moeten bij ruimtelijke ontwikkelingen geurnormen in acht worden genomen. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. heeft voor de gemeente Raalte in het verleden een geuronderzoek uitgevoerd voor bedrijventerrein De Zegge (proj.nr. 195717) waarvan de gegevens bruikbaar zijn voor het plangebied van Angeli Custodes. Hieruit volgt dat aan de westzijde van het plangebied enkele agrarische bedrijven liggen, zowel rundvee- als varkenshouderijen. Het grootste bedrijf is een voormalig proefbedrijf. Uit het geurhinderonderzoek blijkt dat de bijbehorende hindercirkels niet de bebouwde komgrens overschrijden. Daarnaast moet getoetst worden of sprake is van een goed woon- en leefklimaat. De achtergrondbelasting (cumulatieve geur) zal niet dusdanig zijn dat een goed woon- en leefklimaat belemmerd wordt.

Het leefklimaat voldoet aan de wettelijke geurnorm en wordt acceptabel geacht. Het aspect geur vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.

4.3.5 Lucht

Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen opgenomen in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, titel 5.2 Wm). Dit hoofdstuk staat ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. De kern van de 'Wet luchtkwaliteit' bestaat uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. De EU heeft Nederland inmiddels derogatie (verlenging van de termijn om luchtkwaliteitseisen te realiseren) verleend. De maatregelen staan genoemd in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Op grond van art. 5.16 Wm moeten bestuursorganen nagaan of besluiten op grond van de Wro gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit.

In de algemene maatregel van bestuur "Niet in betekenende mate bijdragen" (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIMB (Regeling NIBM) zijn uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. In de regeling is een lijst met categorieën van gevallen opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden uitgevoerd. Projecten met minder dan 1.500 woningen vallen onder NIBM.

Het realiseren van 28 appartementen geschikt voor zorg wordt niet gezien als een ontwikkeling waarbij de luchtkwaliteit in het gedrang komt. Het project valt onder de regeling NIBM. Een verdere toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit is niet noodzakelijk.

4.3.6 Milieuzonering

Het dichtstbijzijnde hinderveroorzakend object is een school. Het schoolperceel ligt op circa 50 m van de gevel van de nieuw te ontwikkelen woningen. Op basis van de brochure Bedrijven en Milieuzonering (VNG, 2009) moet bij nieuwbouw van woningen ten opzichte van een school minimaal 30 meter afstand worden gehouden. Als aan die afstand wordt voldaan kan ervan worden uitgegaan dat er geen hinder optreedt. Aangezien de afstand tussen de school en de geprojecteerde nieuwbouw meer is dan 30 meter ondervindt de nieuwbouw geen hinder van de school en wordt de school ook niet door de (zorg)appartementen belemmerd in zijn bedrijfsvoering.

De huidige boerderij zal nieuwe functies krijgen. De huidige beheerderswoning wordt ook geschikt gemaakt voor dagbesteding, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel, lichte horeca, koffie-/theehuis, galerie/exposities/workshops en dienstverlening. Dit zijn lichte activiteiten ondergeschikt aan de (zorg)woningen die worden gerealiseerd. Gezien de kleinschaligheid en aard ervan wordt dit gebruik als passend in de omgeving beschouwd.

De nieuw te bouwen appartementen geschikt voor zorg zijn qua milieueffect gelijk te stellen met reguliere woningen. Reden hiervoor is de beperkte schaal en omvang van de ontwikkeling. Aangezien de ontwikkeling plaatsvindt in een bestaande woonwijk, is de ontwikkeling passend in zijn omgeving.