a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande hoogtematen en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat bestaande maten, die meer bedragen dan in artikel 4 en 5 voorgeschreven, als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
b. In geval van herbouw is lid a uitsluitend van toepassing indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.