direct naar inhoud van Artikel 8 Waarde - Archeologie
Plan: Heeten, IJsselgouwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110019-0002

Artikel 8 Waarde - Archeologie

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.

8.2.1 Uitzondering

Het bepaalde in artikel 8.2 is niet van toepassing op:

  • a. bouwprojecten met een grondbeslag van niet meer dan 100 m2;
  • b. activiteiten waarvoor geen omgevingsvergunning vereist is;
  • c. bouwprojecten waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend en waarbij een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2 en worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de andere daar voorkomende bestemmingen.

8.3.2 Toetsingscriteria

Een in artikel 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 8.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verzetten van grond (afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, diepploegen, diepwoelen) op een diepte van meer dan 0,3 m onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet;
  • b. de aanleg van drainage, ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van reeds bestaande drainage;
  • c. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • d. het aanbrengen van verhardingen en/of verharde oppervlakten anders dan een bouwwerk;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het beplanten van gronden met diepwortelende bomen en struiken.
8.4.2 Toetsingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1. mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor zover het betreft gronden als bedoeld in artikel 8.1. blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

8.4.3 Uitzonderingen op verbod

Het in artikel 8.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. waarin de Monumentenwet 1988 voorziet;
  • d. ten dienste van de in artikel 8.2.1 genoemde (bouw)werkzaamheden.
8.4.4 Vergunningverlening

Een in artikel 8.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen bezwaar of nadeel ontstaat voor de bescherming van de archeologische waarden, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld.