Plan: | Buitengebied Raalte, Veldhoekerweg 9, Heino |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20110007-0003 |
In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen – wat ecologie betreft – moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van Rijk, provincie en gemeente.
Huidige situatie
De planlocatie bestaat op dit moment uit opgaand groen, verhard terrein en intensief beheerd grasland.
Beoogde ontwikkelingen
Op de planlocatie zal een nieuwe ligboxenstal ten behoeve van melkvee worden gerealiseerd. Het plan voorziet tevens in landschappelijke inpassing door extra beplanting van eiken en beuken en in een natuurvriendelijke oever (300 m lang, 7 m breed) langs een watergang ten noorden van het bedrijf.
Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Toetsingskader
Beleid
De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS).
Normstelling
Flora- en faunawet
Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend.
Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de volgende interpretatie van artikel 11:
De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten:
Nesten die het hele jaar door zijn beschermd
Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen.
Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd
In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd.
De Ffw is voor dit bestemmingsplan van belang, omdat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Onderzoek
Gebiedsbescherming
Het plangebied vormt geen onderdeel van en is ook niet nabij een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals een staats- of beschermd natuurmonument of een speciale beschermingszone ingevolge de Vogel- of Habitatrichtlijn. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS). Gebiedsbescherming komt derhalve niet meer aan de orde.
Soortenbescherming
De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van foto's van het projectgebied, algemene ecologische kennis en regionale verspreidingsgegevens (onder andere waarneming.nl).
Planten
Gezien het intensieve beheer en verharding zijn er geen groeiplaatsen van beschermde soorten binnen het plangebied te verwachten.
Zoogdieren
Naar verwachting komen in en nabij het plangebied vleermuizen voor. De gebouwen en bomen kunnen mogelijk als vaste verblijfplaats voor vleermuizen dienen. Het plangebied biedt mogelijk ook foerageergebied en vliegroutes aan vleermuizen. Op basis van de Atlas van Nederlandse zoogdieren (Broekhuizen, 1992) en de voorkomende biotopen worden verder de volgende soorten in (de omgeving van) het projectgebied verwacht: egel, mol, huisspitsmuis, veldmuis en haas.
Vogels
Door het intensieve beheer en de ligging, is het plangebied ongeschikt als broedhabitat voor weidevogels. Wel wordt het plangebied waarschijnlijk gebruikt als onderdeel van het leefgebied van merel, spreeuw, koolmees, pimpelmees en roodborst. De gebouwen kunnen mogelijk vaste verblijfplaatsen bieden aan boerenzwaluw of huiszwaluw.
Amfibieën en vissen
De verwachting is dat algemene soorten als de bruine kikker, middelste groene kikker en gewone pad mogelijk gebruik kunnen maken van het plangebied. Zwaar beschermde amfibieën worden hier niet verwacht, gezien het intensieve beheer en de verspreidingsgegevens.
In de watergang is mogelijk de beschermde kleine modderkruiper aanwezig.
Insecten en overige soorten
Het gebied is ongeschikt voor reptielen en beschermde insecten. De beschikbare verspreidingsgegevens bevestigen dit beeld.
In de onderstaande tabel staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen de locatie (naar verwachting) voorkomen en onder welk beschermingsregime deze vallen.
Tabel B.1.1 Beschermde soorten binnen het plangebied en het beschermingsregime
vrijstellingsregeling Ffw | tabel 1 | mol, egel, haas, veldmuis en huisspitsmuis bruine kikker, gewone pad en de middelste groene kikker |
|
ontheffingsregeling Ffw | tabel 2 | kleine modderkruiper | |
tabel 3 | bijlage 1 AMvB | geen | |
bijlage IV HR | alle vleermuizen | ||
vogels | cat. 1 t/m 4 | huiszwaluw | |
cat. 5 | boerenzwaluw, koolmees, pimpelmees, spreeuw |
Toetsing en conclusie
Soortbescherming
Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Ffw niet optreden. De benodigde grondwerkzaamheden en bouwwerkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van alle aanwezige soorten; toetsing in het kader van de Ffw laat het volgende zien.
Indien bij de aanleg van de natuurvriendelijke oever volgens een goedgekeurde gedragscode Flora- en faunawet wordt gewerkt, zal deze wet de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staan. Gezien de te treffen natuurvriendelijke maatregelen (oever, extra opgaand groen) heeft het gehele plan bovendien een kleine ecologische meerwaarde.