direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijk beleidskader
Plan: Buitengebied Raalte, Veldhoekerweg 9, Heino
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20110007-0003

2.2 Ruimtelijk beleidskader

2.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte (2006)

Het ruimtelijk beleid is op rijksniveau vastgelegd in de Nota Ruimte (kabinetsstandpunt, april 2004). Hoofddoelstelling van deze Nota is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin vorm te geven. Specifieker richt het beleid zich onder meer op:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Doelstellingen voor het ruimtelijk beleid die van belang zijn voor het landelijk gebied (en derhalve voor het plangebied) zijn ontwikkeling van natuur- en cultuurhistorische waarden en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit. De vitaliteit van het platteland wil het Rijk versterken door ruimte te bieden voor hergebruik van bebouwing en nieuwbouw in het buitengebied, vergroting van toeristisch-recreatieve mogelijkheden en door een duurzame en vitale landbouw. Vitale landbouw betekent bundeling van niet-grondgebonden landbouw en meer mogelijkheden voor een bredere bedrijfsvoering.

De Nota Ruimte gaat meer dan voorheen uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren wordt ondersteund. Hiermee wordt meer verantwoordelijkheid gelegd bij de provincie en gemeenten om te sturen in de ruimtelijke ordening.

Agenda Vitaal Platteland

De Agenda Vitaal Platteland (AVP) is een integrale rijksvisie op het platteland. De nota is tegelijkertijd met de Nota Ruimte aan de Tweede Kamer aangeboden. Daar waar de Nota Ruimte het ruimtelijk beleid beschrijft, gaat de AVP uit van een integraal perspectief en gaat het in op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Aan de hand van de thema's verbreding van de landbouw, leefbaarheid, natuur en landschap en milieukwaliteit wordt de rijksvisie geformuleerd. In het algemeen wil het kabinet het beleid voor het landelijk gebied sturen op hoofdlijnen en niet meer regelen dan noodzakelijk is. Het Rijk voert alleen specifiek beleid op bepaalde terreinen zoals de Ecologische Hoofdstructuur en de twintig nationale landschappen. De gemeente Raalte ligt niet binnen een nationaal landschap. Integratie en uitvoering van het beleid dienen op gebiedsniveau plaats te vinden. De overheid wil ruimte scheppen voor investeringen in groen en groene diensten door vermindering van regelgeving.

Ten aanzien van natuur en landschap wil het kabinet de mogelijkheden verruimen om het platteland te beleven. Hiertoe dient de toegankelijkheid en de bereikbaarheid voor recreatie en toerisme in het agrarisch cultuurlandschap te worden verbeterd.

Ontwikkelingen in het landelijk gebied dienen zodanig te worden begeleid dat kwaliteit ontstaat, gebaseerd op een goed evenwicht tussen ecologische, economische en esthetische aspecten van het landschap. Het blijft de taak van de rijksoverheid om de Ecologische Hoofdstructuur te versterken.

2.2.2 Provinciaal en regionaal beleid

Omgevingsvisie Overijssel (september 2009)

De omgevingsvisie en de Omgevingsverordening Overijssel 2009 zijn op 1 september 2009 in werking getreden. In deze omgevingsvisie worden het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan met elkaar geïntegreerd zodat één beleidsplan ontstaat voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. In de omgevingsvisie benoemt de provincie de provinciale belangen en geeft ze aan hoe ze de maatschappelijke opgaven samen met de partners gaat realiseren. De omgevingsvisie is een structuurvisie in het kader van de nieuwe Wro.

Leidende thema's in de omgevingsvisie zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Duurzaamheid wordt volgens de omgevingsvisie gerealiseerd door een transparante en evenwichtige afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities.

Omgevingsverordening Overijssel (september 2009)

De omgevingsverordening geeft vanuit de ambities en doelstellingen die zijn neergelegd in de Omgevingsvisie richting aan de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving in Overijssel. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. Uitgangspunt daarbij is dat niet meer geregeld is dan strikt noodzakelijk is en dat dubbele regelgeving wordt voorkomen.

In de omgevingsverordening is door de provincie opgenomen dat dient te worden onderbouwd dat de nieuwe ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken en passen binnen het ontwikkelingsperspectief die in de omgevingsvisie is neergelegd.

Landschapsbeleid uit Omgevingsvisie

Het erf is gelegen op de overgang van de dekzandvlakte naar het beekdal (natte laagte). Nieuwe ontwikkelingen dragen bij aan de versterking van de kleinschaligheid, de versterking van het onderscheid tussen hoogteverschillen enerzijds (dekzandvlakte) en de versterking van het natte karakter anderzijds (beekdal). Ontwikkelingen in de beekdalen dragen bij aan extra ruimte voor de dynamiek van het watersysteem. Voor de erven is het behoud van het onderscheid in voor- en achter en de koppeling van het erf aan het landschap een voorwaarde.

Het gebied is bestemd als mixlandschap (veelzijdige gebruiksruimte).

Bij grootschalige uitbreidingen (meer dan 1,5 ha) is de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van toepassing. Deze regeling houdt in dat bij uitbreidingen een extra investering moet plaatsvinden in de ruimtelijke kwaliteit van het erf en het landschap. De kenmerken benoemd in de gebiedskarakteristieken vormen daarbij het uitgangspunt.

Reconstructieplan Salland-Twente

Op 1 april 2002 is de Reconstructiewet concentratiegebieden in werking getreden. Hoofddoel van de wet is het bevorderen van een goede ruimtelijke structuur van het concentratiegebied, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie en toerisme, water, milieu en infrastructuur, alsmede ter verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat en van de economische structuur. Eerste stap in de reconstructie van de concentratiegebieden was het opstellen van een reconstructieplan.

Het plangebied van dit bestemmingsplan is gelegen in de voormalige gemeente Heino. Dit gebied valt niet binnen de grenzen van het reconstructieplan. Derhalve hoeft geen rekening gehouden te worden met regels die hieruit voortkomen.

2.2.3 Gemeentelijke beleid

Strategische Visie gemeente Raalte: Samen vooruit Raalte 2020

Doelstelling van deze strategische visie (vastgesteld in de raadsvergadering van 28 mei 2008) is richting geven, kaders stellen en keuzes maken voor het langetermijnbeleid van de gemeente Raalte. In deze visie is een aantal ambities en doelstellingen verwoord. Voor het buitengebied zijn de ambities 'Raalte werkt!', 'Raalte zorgt!' en 'Raalte biedt ruimte!' relevant.

De ambitie 'Raalte werkt!' is dat in 2020 de gemeente Raalte een bruisende en vitale lokale economie heeft. De agrarische sector zal in 2020 ingrijpend veranderd zijn, maar nog steeds van vitaal belang voor Raalte. De ambitie wordt gerealiseerd door vrijkomende agrarische bebouwing onder voorwaarden te gebruiken voor (startende) ondernemingen, grootschaligheid in de landbouw (passend in een kleinschalig landschap en zorgen voor variatie in het landschap) mogelijk te maken, economische activiteit stimuleren op het platteland.

De ambitie 'Raalte zorgt!' houdt in dat in 2020 de gemeente Raalte zich op het gebied van zorg onderscheidt. Deze ambitie wordt onder andere gerealiseerd door realisatie van zorgboerderijen.

Nota van Uitgangspunten bestemmingsplannen Buitengebied Gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte (september 2008)

In het kader van een nieuw op te stellen bestemmingsplan Buitengebied hebben de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte gezamenlijk een Nota van Uitgangspunten (NvU) opgesteld. Deze Nota van Uitgangspunten is in september 2008 door de 3 gemeenteraden vastgesteld en is vertaald in het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 12 februari 2010 tot en met 25 maart 2010 ter inzage gelegen.

Uitgangspunt voor het opstellen van drie bestemmingsplannen die praktisch en direct toetsbaar zijn en die bijdragen aan de sociale en economische vitaliteit van het buitengebied van Salland. Bestemmingsplannen die (op onderdelen) ontwikkelingsgericht zijn en waarbij cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden worden behouden, en waar mogelijk worden versterkt. In de nieuw op te stellen bestemmingsplannen Buitengebied gaat het niet alleen om het al dan niet toestaan van functies, maar juist om de voorwaarden waaronder ontwikkelingen kunnen worden toegestaan. Op deze manier wordt enerzijds ruimte geboden aan ontwikkelingen en anderzijds tevens een kwaliteitsdoelstelling behaald. In de NvU en het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan is bepaald dat onder voorwaarden uitbreiding van bouwvlakken gelegen in dit plangebied tot ten hoogste 2 ha is toegestaan. Voor bouwvlakken groter dan 1,5 ha dient er een inrichtingsplan te worden overlegd waarin wordt aangetoond dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing en een toename van ruimtelijke kwaliteit van het gebied conform de richtlijnen uit het vastgestelde Landschapsontwikkelingsplan.

Landschapsvisie Landschapsontwikkelingsplan(LOP)

De locatie is gelegen in het weteringenlandschap. Bij nieuwe ontwikkelingen in het landschap en op de erven (opschaling en transformatie) vormt het zichtbaar maken van de verkaveling haaks op de wetering en het weteringensysteem (open en natte zones) een voorwaarde. Het accentueren van het 'natte karakter' door de aanplant van 'natte' soorten (zoals wilg, populier en els) en het ontwikkelen van plas-dras zones, ondersteunt hierin.

Het is niet wenselijk in deze zones nieuwvestiging te laten plaatsvinden. Groen-blauwe diensten kunnen ten behoeve van de realisatie van kwaliteit worden ingezet.