Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bredenhorstweg 1 en tussen 7 en 9
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0177.BP20110006-0002

Artikel 4 Wonen

 
4.1. Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het wonen daaronder begrepen kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;
  2. bed & breakfast;
  3. evenementen; met dien verstande dat:
  4. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en paardenbakken. met daaraan ondergeschikt:
  5. bed & breakfast;
  6. evenementen;
  7. de in tabel 4.1 vermelde nevenfuncties; 
Tabel 4.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
 
 
4.2. Bouwregels
 
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn en gebouwd worden;
  3. de afstand tussen de woning en het bijgebouw bedraagt ten hoogste 20 m;
  4. verder geldt het volgende:
   
4.3. Afwijken van de bouwregels
 
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 teneinde
het maximumoppervlak aan bijgebouwen te vergroten tot 250 m² met inachtneming van het volgende:
  1. afwijking wordt uitsluitend verleend indien de bouw van extra bijgebouwen noodzakelijk is voor het uitoefenen van hobbymatige agrarische of natuurgerichte activiteiten;
  2. afwijking wordt uitsluitend verleend indien de bouw van extra bijgebouwen noodzakelijk is voor werkzaamheden die bijdragen aan het behoud en de ontwikkeling van het karakteristieke landschap;
  3. er dient ten minste 1 ha grond in beheer te zijn;
  4. de extra bebouwing dient la inpasbaar te zijn en dient bij te dragen aan de ruimtelijke kwaliteit.
4.4. Specifieke gebruiksregel
  1. Bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen.
  2. Bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning.
  3. Het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten hoogste 10.
  4. Nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen bestaande bebouwing.
  5. Het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar.
  6. De vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan.
  7. Gebruik overeenkomstig met de bestemming ‘wonen’ is uitsluitend toelaatbaar indien het inrichtingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 wat betreft ligusterhaag, hoogstamfruitbomen, kleinfruit, walnoten, lindeboom, weiland, elsenhagen, hakhout, vogelbosje, kastanjebomen, rode esdoornen, beukenhagen, gras, beuken, eik, rode beuk wordt uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels
 
Ten behoeve van nevenfuncties
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.1
ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties, anders dan bij recht
toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:
  1. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing';
  2. in afwijking van het bepaalde onder a zijn de nevenfuncties kleinschalig kamperen en plattelandskamers ook toegestaan op gronden zonder de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing';
  3. de nevenfunctie dient plaats te vinden binnen de bestaande bebouwing;
  4. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat (het gedeelte van) nevenfuncties waarvoor geen bebouwing nodig is, tevens zijn toegestaan op gronden buiten het bouwvlak, mits grenzend aan het bouwvlak;
  5. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  6. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  7. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  8. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  9. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  10. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
  11. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
  12. het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten mag niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 250 m²;
  13. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  14. ten behoeve van de nevenfunctie niet-agrarische bedrijven geldt tevens het volgende:
    1. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan;
    2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  15. ten behoeve van de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
    1. de nevenfunctie is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    2. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
    3. uitsluitend mobiele kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, zijn toegestaan;
    4. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;
    5. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
    6. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;
  16. ten behoeve van de nevenfunctie plattelandskamers geldt tevens het volgende:
    1. het aantal kamers op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' bedraagt ten hoogste 5, met dien verstande dat de oppervlakte per kamer ten hoogste 50 m² bedraagt;
    2. het aantal kamers op overige gronden bedraagt ten hoogste 1, met dien verstande dat de oppervlakte ten hoogste 50% bedraagt van het oppervlak van het bijgebouw met een maximum van 50 m²;
    3. de afstand tussen de plattelandskamers en het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 25 m;
  17. ten behoeve van gevoelige functies waar langdurig kinderen verblijven geldt het volgende:
    1. deze functies zijn niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;
    2. het bepaalde onder 1 is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen.
  18. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van hetgeen bepaald in lid 4.4 onder G indien de realisering van de aldaar bedoelde voorziening binnen een periode van 1 jaar, in voldoende mate is zeker gesteld, voordat met de bouw een aanvang wordt genomen.