5.1 bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een beroep en/of bedrijf aan huis ter plaatse van de aanduidingen:
- 'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen;
- 'gestapeld' gestapelde woningen dan wel gestapelde zorgwoningen;
met dien verstande dat het aantal gestapelde woningen dan wel gestapelde zorgwoningen maximaal 48 bedraagt en het aantal aaneengebouwde woningen 12 bedraagt;
-
b. aan- en bijgebouwen en uitbouwen;
met de daarbij behorende: tuinen, erven en terreinen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 bouwregels
5.2.1
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte.
5.2.2
Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen en uitbouwen gelden de volgende regels:
-
a. aan- en bijgebouwen en uitbouwen mogen binnen de bestemming Wonen - 3 worden gerealiseerd;
-
b. aan- en bijgebouwen en uitbouwen dienen ten minste 3,00 meter achter de bouwgrens ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd;
-
c. aan- en bijgebouwen en uitbouwen dienen in, dan wel ten minste 1,00 meter uit de bouwperceelgrens te worden gebouwd;
-
d. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en bijgebouwen en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 75 m2 bedragen, met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan 50%;
-
e. de goothoogte van aan- en bijgebouwen bedraagt maximaal 3,00 m;
-
f. de bouwhoogte van aan- en bijgebouwen bedraagt maximaal 5,50 m;
-
g. bij toepassing van een hellend dak bedraagt de dakhelling van aan- en bijgebouwen minimaal 25° en maximaal 50°;
-
h. in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 onder f mag de bouwhoogte van aangebouwde bijgebouwen en uitbouwen tot 3,00 meter achter de achterste bouwgrens maximaal 6,50 meter bedragen met een maximum van 75% van het hoofdgebouw;
-
i. bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van de aan– en bijgebouwen en uitbouwen blijven buiten beschouwing: (gedeelten van) gebouwen gelegen binnen het bouwvlak meer dan 3,00 meter van de zijdelingse perceelsgrens aan de niet aangebouwde zijde(n) van het hoofdgebouw.
5.2.3
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 meter bedragen;
-
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,70 meter bedragen.
5.6 afwijken van de gebruiksregels
5.6.1
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. het bepaalde in 5.5.2 onder d en e voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning);
-
b. het bepaalde in lid 5.5.2 onder e voor het bewonen van een aangebouwd bijgebouw meer dan 3,00 meter achter de achterste bouwgrens.
5.6.2
De in lid 5.6.1 vermelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
-
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
-
c. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
-
d. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben; het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
-
e. maximaal 75 m2 van hoofdgebouw en/of bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.
5.6.3
De in lid 5.6.1 vermelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien in de woning een voorziening gerealiseerd moet worden die op medische indicatie noodzakelijk is (bijvoorbeeld een slaapkamer of badkamer op de begane grond), waardoor voor andere (bestaande) noodzakelijke woonfunctie geen ruimte meer is in de woning of de bijbehorende bijgebouwen.