Plan: | Kerkslagen 5/Gravenweg 14 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20110001-0002 |
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreƫren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen:
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.
Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype rustige woonwijk:
Hiernaast gelden ten aanzien van bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, deze Wet en haar uitvoeringsbesluiten als toetsingskader voor de toegestane bedrijfshinder.
Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie. De feitelijke situatie betreft de realisatie van een tweetal compensatiekavels (tevens burgerwoningen) aan de Kerkslagen en aan de Gravenweg en de hervestiging van een agrarisch bedrijf aan de Lierderholthuisweg 55.
Omdat de woning aan de Kerkslagen wordt gebouwd op een kavel die op de datum van inwerkingtreding van de regeling (19 maart 2000) tot een veehouderij behoorde geldt een vaste afstandseis van een veehouderij en de nieuwe woning, ten minste 100 meter indien de woning binnen de bebouwde kom is gelegen en ten minste 50 meter indien de woning buiten de bebouwde kom is gelegen. De nieuw te bouwen woning aan de Gravenweg 14 wordt gebouwd op een kavel welke voor 19 maart 2000 niet meer tot een veehouderij behoorde. Voor deze locatie moet het geuraspect worden beoordeeld.
Gravenweg 15 en 11 zijn geen inrichtingen meer. De inrichtingen aan de Gravenweg 12 en 13 zijn in werking als rundveehouderij. Hiervoor geldt een minimale afstand van 50 meter vanaf de rand van het bouwblok tot de nieuw te realiseren woning. Aan de Gravenweg 9 worden 100 schapen gehouden. Voor schapen is een geurfactor vastgesteld en zou dus een berekening moeten worden gemaakt. Hiervoor is uitgegaan van de vergunde situatie op de rand van het bouwblok. Hieronder wordt een berekening weergegeven. Uit deze berekening blijkt dat ruimschoots aan de geurnorm van 8 odour kan worden voldaan.
Ook aan de vaste afstanden van de nabijgelegen rundveehouderijen (Gravenweg 12 en 13) wordt voldaan. Geconcludeerd kan worden dat vanuit het geuraspect er geen belemmeringen zijn voor deze zoeklocatie. Aanvullend onderzoek is daarom niet nodig.
De hervestiging van het agrarische bedrijf aan de Lierderholthuisweg levert ook geen hinder op. De dichtstbijzijnde burgerwoning ligt op 150 meter afstand en het dichtstbijzijnde agrarische bedrijf ligt op meer dan 250 meter afstand.
Er zijn dan ook geen belemmeringen voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling.