Dit hoofdstuk bestaat uit een korte planbeschrijving. Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het ‘Inrichtingsplan Rood voor Rood, Neppelenbroekerdijk’ (bijlage 1). Het inrichtingsplan is als bijlage bij de toelichting gevoegd.
3.2.1 Sloop voormalige agrarische bebouwing
Het erf aan de Pleegsterdijk bestaat uit een boerderij met achterhuis en een aantal voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. De boerderij met achterhuis zal op deze locatie behouden blijven. De agrarische gebouwen (613 m2) zullen worden gesloopt.
Erf aan de Pleegsterdijk 18
Ook op het erf aan de Neppelenbroekerdijk wordt landschapontsierende bebouwing gesloopt (322 m2). De bestaande woning blijft gehandhaafd. In totaal wordt daarmee 935 m2 gesloopt. De compensatiewoning wordt op het erf aan de Neppelenbroekerdijk gerealiseerd.
Erf aan de Neppelenbroekerdijk 9
3.2.2 Inrichtingsschetsen
Op het erf aan de Pleegsterdijk wordt een belangrijke kwaliteitsslag gemaakt. Hierna is de voorgestelde inrichting weergegeven.
Inrichtingsschets Pleegsterdijk 18
Sloop opstallen en verhardingen
Door de sloop van de opstallen en het verwijderen van de verhardingen wordt het erf eenvoudiger van opzet. Het sluit hierdoor beter aan bij de kenmerken van het jong ontginningslandschap.
Aanleg stevig landschappelijk kader
Door de aanleg van een stevig landschappelijk kader op het achtererf, wordt beter aangesloten bij de lineaire structuur en schaal van het landschap. Het erf wordt als ruimtelijk blok herkenbaar in het landschap en vormt onderdeel van het lint van erven die als blokken gekoppeld zijn aan de Pleegsterdijk. Daarnaast wordt door de plaatsing van de singel op het achtererf het verschil in ruimtelijke inrichting tussen voor- en achtererf beter herkenbaar. Het achtererf wordt besloten en functioneel ingericht. De tuin op het voorerf blijft behouden. De zijde naar het open agrarische landschap aan de noordzijde van de Pleegsterdijk (voormalige natte weiden) blijft open.
Het kader bestaat uit een nieuwe brede houtsingel van 5 - 10 meter breed aan de achterkant van het erf. De nieuwe singel dient te bestaan uit beplantingssoorten die aansluiten bij het omliggende landschap. Deze singel zal bestaan uit een menging van beplantingssoorten die verwijzen naar de heide en het broek. Voorbeelden zijn ruwe berk, zachte berk, vuilboom, zomereik, els, geoorde wilg, populier.
Verwijderen kleinschalige beplantingen
De nieuwe singel moet een scherpe overgang vormen tussen erf en open landschap. Hiertoe moet geïnventariseerd worden welke bestaande beplantingen het realiseren van deze scherpe overgang belemmeren. Deze kleinschalige beplantingen kunnen dan beter worden verwijderd.
Handhaven bomen rondom boerderij
Om het golfplatendak van de boerderij aan het zicht te onttrekken, zullen bestaande bomen rondom de boerderij gehandhaafd blijven.
Erf aan de Neppelenbroekerdijk
Ook op het erf aan de Neppelenbroekerdijk verbetert de ruimtelijke kwaliteit. Op de volgende afbeelding is de voorgestelde inrichting weergegeven.
Inrichtingsschets Neppelenbroekerdijk 9
Sloop opstallen en positie nieuwe gebouwen
Door de sloop van de verschillende oude opstallen en de orthogonale rangschikking van de nieuwe woning en bijgebouwen wordt de hoofdstructuur van het erf duidelijker en eenvoudiger van opzet.
Gebouwen in landgoedstijl
Het landgoedkarakter van het erf wordt versterkt doordat de nieuwe woning en de bijgebouwen in de stijl van het landgoed worden gebouwd. Deze woning maakt onderdeel uit van het landgoed. Ook de kwaliteit van de bestaande bebouwing neemt toe doordat de boerderij voorzien wordt van een nieuwe rieten kap en doordat de oude luiken worden vervangen in de stijl van het landgoed.
Het huidige bos verkeerd in een zeer slechte staat van onderhoud. Al het achterstallig onderhoud in het bos wordt uitgevoerd. Hierbij wordt dood hout verwijderd en worden bomen vrijgemaakt, zodanig dat zij zich goed kunnen ontwikkelen. De onderbegroeiing wordt zodanig geklepeld dat er een nieuwe opgroei kan ontstaan die past bij het karakter van het bos. Het bos zal verder worden aangevuld zodat er een naadloze overgang zal ontstaan van het oude bestaande landgoed naar het nieuw bosje, zonder dat daarbij het doorzicht van het bosje ongedaan wordt gemaakt. Langs de weg worden er op bij het landgoed passende wijze rododendrons aangeplant.
Het bestaande bos wordt versterkt, waardoor de erven ruimtelijk gekoppeld worden aan het landgoed en neemt de samenhang met het landgoed toe. De besloten ligging aan de bosrand wordt hierdoor versterkt. Bovendien wordt aangesloten bij het afwisselende landgoedkarakter van open ruimten en bos. Er wordt een menging van beplantingssoorten gebruikt die verwijzen naar de heide en het broek en die ook op het landgoed voorkomen. Voorbeelden zijn ruwe berk, zachte berk, vuilboom, zomereik, beuk, els, geoorde wilg, populier.
De historische opbouw van voor- en achtererf blijft behouden. De nieuwe woning wordt met de voorzijde richting open veld geplaatst. De nieuwe bijgebouwen komen op de locaties van de oude opstallen aan de zijde van het landgoed. Beide woningen hebben hierdoor hun uitzicht gericht op het open veld. De erven hebben aan de voorzijde een meer open karakter. Aan de achterzijde zijn ze gekoppeld aan het bos. Om voldoende privacy te waarborgen worden de kavels van elkaar gescheiden door een nieuwe rechte singel of haag. Daarnaast zal op de erven een aantal solitaire bomen (linde, kastanje, eik of beuk) worden geplaatst. De aan te planten locaties worden in het veld bepaald.
De toegang naar de erven wordt met een gescheiden pad door het bos aangelegd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande open structuren in het bos, zodat het bos niet wordt aangetast. Op deze wijze zijn beide erven apart bereikbaar.