direct naar inhoud van 4.2 Bodem
Plan: Raalte Kern, omgeving hoek Stationsstraat - Molenweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20100008-0003

4.2 Bodem

Historisch onderzoek

Indien de bestemming van een locatie wijzigt dient vastgesteld te worden dat de bodemkwaliteit geschikt is voor het beoogde doel. De minimale eis is het uitvoeren van een historisch onderzoek (conform NEN 5725).

In 1999 heeft er een bodemonderzoek plaatsgevonden. Het perceel waar de logopediepraktijk gerealiseerd wordt maakte deel uit van het onderzoek. Destijds zijn zowel in de vaste bodem als in het grondwater maximaal licht verhoogde gehalten zware metalen, PAK en/of naftaleen aangetoond. De geldigheid van dit onderzoek is inmiddels verlopen. Na globale toetsing van de milieuvergunning ter plaatse blijkt dat er een horecabedrijf op de locatie heeft gezeten.

Op de onderzoekslocatie hebben voor zover bekend in het verleden verder geen calamiteiten en of activiteiten plaatsgevonden die de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en het grondwater nadelig kunnen hebben beïnvloed.

Verkennend bodemonderzoek

Ter plaatse van de nieuwbouw, waarin mensen verblijven en waarvoor een bouwvergunning aangevraagd moet worden, moet de kwaliteit van de bodem middels een verkennend bodemonderzoek (NEN 5740) vastgelegd worden. Dit geldt dus voor de logopediepraktijk. Naar aanleiding van de nieuwbouw van de logopediepraktijk is door Tauw een verkennend bodemonderzoek NEN5740 uitgevoerd op de locatie aan Stationsstraat 5 te Raalte.

Zintuiglijk (boring 2) zijn kooldeeltjes waargenomen. Zintuiglijk is er geen asbestverdacht materiaal op of in de bodem aangetroffen. In de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan PAK, kobalt en lood aangetoond. In de ondergrond zijn licht verhoogde gehalten aan kobalt en PAK aangetoond. De gehalten overschrijden de achtergrondwaarden, maar blijven beneden de toetsingswaarden voor nader onderzoek. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte aan koper aangetoond. De pH (6,3) kan als normaal worden beschouwd.

In afwachting van het onderzoek van het RIVM worden voor barium tijdelijk geen normen gehanteerd voor situaties waarin met zekerheid kan worden vastgesteld dat het niet om een antropogene bodemverontreiniging gaat.

Op basis van deze gegevens worden geen belemmeringen verwacht voor het wijzigen van de bestemming van de locatie.