direct naar inhoud van 5.3 Regels
Plan: Koe in de Kost, verblijfsrecreatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20100002-0003

5.3 Regels

5.3.1 Algemeen

De regels geven inhoud aan de op de verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden. Bij de opzet van de regels is getracht het aantal zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, dat werkelijk noodzakelijk is.

5.3.2 Flexibiliteitbepalingen

Het kan in een concrete situatie voorkomen dat afwijking van de gestelde normen gewenst is. Hiertoe zijn in het bestemmingsplan flexibiliteitbepalingen opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht afwijken van verschillende regels in dit plan.

De bevoegdheid om door middel van een omgevingvergunning af te wijken van verschillende regels van dit plan is gebaseerd op artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening. De uitvoering ervan berust bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Deze flexibiliteitbepaling maakt afwijkingen van geringe aard mogelijk, waarbij de aan de grond toegekende bestemming gehandhaafd blijft.

5.3.3 Structuur

De regels zijn onderverdeeld in de volgende vier hoofdstukken.

  • 1. Inleidende regels.
  • 2. Bestemmingsregels.
  • 3. Algemene regels.
  • 4. Overgangs- en slotregels.

In hoofdstuk 1 worden enkele in de voorschriften gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten.

Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingen met per bestemming een beschrijving van de toegestane gebruiksvormen en bebouwing. Eventueel zijn ook afwijkingsregels opgenomen.

De hoofdstukken 3 en 4 bevatten de algemene, slot- en overgangsregels.

We onderscheiden in de regels twee bestemmingen. 'Agrarisch' en 'Recreatie-verblijfsrecreatie'. De gronden in de eerste bestemming zijn bedoeld voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf, recreatief medegebruik, watergangen ten behoeve van de waterhuishouding en groen en beplanting. De gronden binnen de tweede bestemming maken onder meer de grondulows mogelijk. Er is gekozen voor het gebruik van de term grondulow omdat er medewerking wordt verleend aan dit plan vanwege het innovatieve concept. Door het op deze manier te bestemmen wordt middels de planregels afgedwongen dat een innovatief concept wordt gerealiseerd. Daarnaast biedt deze bestemming plek voor een parkeerterreintje (zie artikel 4.lid 1 in de regels). Via een aanduiding wordt afgedwongen dat alleen op deze locatie een parkeerplaats kan komen en dus niet overal in het gebied auto's komen te staan.