direct naar inhoud van 2.3 De toekomstige situatie
Plan: Koe in de Kost, verblijfsrecreatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20100002-0003

2.3 De toekomstige situatie

Bij de planvorming van Koe in de Kost heeft als belangrijk uitgangspunt gediend dat het plan een positieve bijdrage levert aan natuur en landschap. Ook is het plan opgezet vanuit een cultuurhistorische context. Het nieuw te bouwen gebouwenensemble speelt hierbij een rol van betekenis. De grondulows zijn niet landschapseigen in het gebied. De grondulows worden derhalve zorgvuldig ingepast in het gebied. Hierbij wordt ingespeeld op de landschappelijke karakteristieken en de gebiedskenmerken. Daarnaast worden extra investeringen in ruimtelijke kwaliteit gedaan, deze zijn nader uitgewerkt in het landschapsplan en in paragraaf 3.2.1 van deze plantoelichting. Hieronder wordt kort ingegaan op het plan en de diverse onderdelen waaruit het plan bestaat.

2.3.1 Planconcept en landschapsplan

Planconcept

Iedereen is tegenwoordig druk, druk, druk. De maatschappij droomt van een plek weg van thuis en de dagelijkse beslommeringen. Een (t)huis waar men zich eens lekker kan ontspannen en op een bewuste manier van het platteland kan genieten. Koe in de Kost hecht waarde aan de natuur, het platteland en de producten die er ontstaan.

Er heeft zich de afgelopen jaren een verschuiving voltrokken in de perceptie van wat het platteland is en waarvoor het dient. Volgens de helft van de Nederlanders is de belangrijkste functie niet langer de voedselproductie, maar het 'bieden van rust, ruimte en recreatie'.

Koe in de Kost wil de consument graag de rust en ruimte bieden, om te voorkomen dat de maatschappij belangstelling verliest en dat het draagvlak voor natuurbehoud vermindert. Om de consument te verbinden met deze natuur, moet de natuur toegankelijk en bruikbaar zijn, zonder aan identiteit te verliezen. De koeien (samen met andere dieren) zijn in dit geval bindmiddel tussen consument en natuur, en hebben behalve een intrinsieke waarde, ook belevingswaarde.

Het boeren van 'toen' is niet meer het boeren van 'nu'. Er is een keuze ontstaan tussen opschaling van een intensieve veehouderij of verbrede agrarische activiteiten. De keuze voor agrodiversificatie is een grensverleggende keuze geweest. De boerderij geeft passie, persoonlijke beleving en aandacht door aan de consument die komt genieten van rust, ruimte en recreatie.

Door aandacht te geven aan de verschillende kernwaarden werkt Koe in de Kost aan een innovatief en creatief concept waarbij ruimtelijke inpassing, kwaliteit van leven, landschap en ecologie en duurzaamheid steekwoorden zijn (de bijdrage aan onder meer ruimtelijke kwaliteit wordt beschreven in paragraaf 3.2.1).

Landschapsplan

Het huidige landschap heeft een agrarisch en open karakter. De randen van het plangebied zijn belangrijk en interessant voor de beleving van de recreant. Oostelijk en westelijk van het plangebied ligt een aantal groenelementen (bosschages, singels en wegbeplantingen) die het beeld bepalen. In zuidelijke richting is het beeld afwisselend en bepalen met name de beplanting en woningen langs de Zonnenbergerdijk het beeld.

Richting het noorden is het gebied het meest open en valt een aantal agrarische erven in het oog. Het agrarische aspect is de drager van het concept en ook beelddrager voor het omringende landschap. Dit gegeven heeft, samen met de wens de openheid te bewaren, geleid tot het erfconcept voor de situering van de recreatieverblijven. Dit erfconcept refereert aan de agrarische erven in de omgeving en realiseert een nieuw recreatie-erf in het landschap dat een aanvulling is op het bestaande boerenerf waar de initiatiefnemer woont. De grondulows worden zodanig gepositioneerd dat een erfbeeld ontstaat. Dit beeld refereert aan de boerenerven die in de omgeving nog steeds aanwezig zijn. Deze opzet doet recht aan de structuur van het gebied, behoudt deels het open karakter van het gebied en biedt op deze manier een optimale agrarische beleving voor de recreant. Deze gaat zich op zijn eigen erf onderdeel voelen van het boerenbedrijf.

Resultaat van deze insteek is een inrichtingsschets. Deze inrichtingsschets is vervolgens uitgewerkt naar een landschapsplan met een meer gedetailleerde invulling van de landschappelijke inpassing en de beplantingen. Reden hiervoor zijn de overleggen die tussen de initiatiefnemer en de gemeente Raalte hebben plaatsgevonden (zie hiervoor tevens hoofdstuk 6). Figuur 2.4 geeft de uiteindelijke ligging van de grondulows en de invulling van het landschapsplan weer. In de bijlage is het landschapsplan opgenomen. In dit plan gaan we in op landschappelijke inpassing van het gebied in de omgeving, de bijbehorende beplantingssoorten en de diverse bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit welke het plan levert.

afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20100002-0003_0005.jpg"

Figuur 2.4 Landschapsplan Koe in de Kost en plangebied (bron: Grontmij en VAB, 2010)

2.3.2 Bebouwing

De huidige bebouwing op de locatie aan de westzijde van de Stokvisweg zal blijven bestaan. Ten westen van deze bebouwing zal één recreatie-erf worden gerealiseerd. Op dit erf zal een achttiental grondulows worden gebouwd. Grondulows zijn ecologische recreatieverblijven met glooiende grasdaken die geïntegreerd zijn in het landschap en bijdragen aan duurzaamheid en de natuur.

De grondulows zijn zo ontworpen dat er een minimale uitstraling is van kunstlicht naar het buitengebied. De daglichttoetreding vindt plaats via een insnede in de grondulow vanuit het erf. Deze insnede verzorgt de entree tot de grondulow en daglichttoetreding voor de slaapvertrekken. Het leefgedeelte bevindt zich aan de kant van het buitengebied, waar rust, privacy en contact met het prachtige landschap gewaarborgd zijn. Aan deze zijde wordt het grasdak enigszins doorgetrokken om de lichtuitstraling te beperken en een gedeelte van het terras te overdekken. Dit leefgedeelte bevindt zich gedeeltelijk onder het peil (maaiveld), dit om het leefgedeelte genoeg breedte te kunnen geven en toch de woning zo laag mogelijk te houden.

Voor ieder recreatieverblijf is een eigen koe om te verzorgen en te beleven. Er worden twee typen grondulows gerealiseerd. Zes grondulows hebben een inhoud van circa 300 m³ en bieden plaats aan zes tot acht personen. De overige twaalf grondulows bieden plek aan vijf bezoekers en hebben een inhoud van circa 250 m³. Een impressie van de geplande grondulows is weergeven in figuur 2.5.

Veiligheid speelt een belangrijke rol in het plan. Omdat de daken van de grondulows oplopen vanaf het maaiveld, wordt hier rekening gehouden met de veiligheid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20100002-0003_0006.jpg"

Figuur 2.5 referentiebeelden grondulows (bron: VAB-rijssen, 2009)

2.3.3 Ontsluiting en parkeren

De grondulows worden ontsloten via een weg over het boerenerf van de initiatiefnemer. Het erf blijft ontsloten op de Stokvisweg. De grondulows worden ontsloten via een weg (het zogenaamde koepad) aan de binnenzijde van het recreatie-erf. Op deze manier wordt een goede ruimtelijke en functionele samenhang tussen het huidige boerenerf en het nieuwe recreatie-erf binnen de grondulows gerealiseerd. Het koepad bewerkstelligt de combinatie van het boerenleven op de boerderij en de grondulows. Parkeren vindt niet plaats bij de grondulows zelf. Om het landschap en de groene omgeving niet te verstoren met auto's wordt geparkeerd op een locatie op het boerenerf van de initiatiefnemer. Deze parkeergelegenheid wordt gerealiseerd in een agrarische 'voerkuil' en wordt daarnaast omgeven door een haag om de auto's aan het zicht te onttrekken. Figuur 2.6 geeft een principeschets voor deze oplossing aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0177.BP20100002-0003_0007.jpg"

Figuur 2.6 Koepad en parkeren (figuur is uitsnede van figuur 2.4)