direct naar inhoud van 5.5 Water
Plan: Raarhoeksweg 34 (IVOOR)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0177.BP20090611-0004

5.5 Water

Sinds 1 november 2003 is het verplicht plannen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te 'toetsen op water', de zogenaamde watertoets. De watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Waterhuishoudkundige doelstellingen worden daarbij expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing genomen binnen deze ruimtelijke plannen en besluiten. Het watersysteem wordt hierbij op een integrale wijze benaderd. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater worden dus (in samenhang) in beschouwing genomen. Daarbij gaat het naast de kwantiteit ook om de kwaliteit. De integrale benadering van het watersysteem betekent ook dat het watersysteem wordt benaderd in samenhang met andere beleidsvelden. De watertoets is een instrument om deze integrale benadering vorm te geven en om het watersysteem gezamenlijk op orde te krijgen. De belangrijkste beleidsdocumenten waarin de waterhuishoudkundige doelstellingen zijn beschreven zijn 4e Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Beleidslijn Grote Rivieren en de Nota Ruimte.

In het Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het op orde krijgen van het watersysteem benadrukt. De driestapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren wordt hierin onderschreven. De verantwoordelijkheid voor het treffen van de waterhuishoudkundige maatregelen ligt bij het waterschap. De verantwoordelijkheid voor de integrale afweging ligt bij de provincie en de gemeente. Zij leggen deze vast in provinciale plannen en streekplannen en in gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen.

Door de provincie Overijssel zijn in 2006 binnen de 'Partiële herziening Ruimte en Water' van het Streekplan en Waterhuishoudingsplan Overijssel 2000+ gebieden aangewezen die bij hevige neerslagsituaties als eerste inunderen en fungeren als natuurlijke waterberging. Het gaat hierbij om de primaire watergebieden en de aandachtsgebieden wateroverlast. Deze gebieden moeten gevrijwaard blijven van kapitaalintensieve functies. Als deze gebieden toch in aanmerking komen voor bebouwing / stedelijke uitbreiding moet de verloren gegane ruimte voor waterberging worden gecompenseerd. Op deze wijze wordt door de provincie richting gegeven aan de ruimtelijke ontwikkeling.

Binnen de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is regelgeving opgenomen ter bescherming van waterlichamen door middel van het stellen van chemische en ecologische doelstellingen die in 2015 gehaald moeten worden. De uitvoering van de KRW vraagt een inspanning van vele partijen op internationaal, nationaal en regionaal niveau.

Het Waterschap Groot Salland hanteert de driestapsstrategiëen 'vasthouden-bergen-afvoeren' (kwantiteit) en 'schoonhouden-scheiden-zuiveren' (kwaliteit). Een afname van de aanwezige ruimte voor waterberging ten gevolge van de uitvoering van ruimtelijke maatregelen moet worden gecompenseerd. In eerste instantie moet deze compensatie binnen het plangebied worden gerealiseerd. Ook moet binnen nieuwe stedelijke gebieden worden voldaan aan de stedelijk wateropgave. Hierom moet binnen (nieuw) stedelijk gebied voldoende oppervlaktewater worden gecreëerd en de afvoer van overtollig hemelwater worden begrensd op de landbouwkundige afvoer. Bij het vasthouden van hemelwater hanteert het Waterschap Groot Salland infiltreren in de bodem als uitgangspunt. Oppervlakkige afvoer naar de infiltratievoorziening en oppervlakkige infiltratie via wadi's geniet daarbij de voorkeur. Als oppervlakkige infiltratie niet mogelijk is, is ondergrondse infiltratie door middel van bijvoorbeeld een infiltratieriool (IT-riool) een optie. Als infiltratie niet mogelijk is kan water (in eerste instantie via een bodempassage) worden geloosd op oppervlaktewater. Bij het infiltreren van hemelwater is speciale aandacht vereist voor de kwaliteit van het afstromende hemelwater. Duurzaam bouwen en het voorkomen van verontreinigende activiteiten zijn daarbij belangrijk. Als de kwaliteit van het afstromende hemelwater infiltreren niet toestaat, moet het aangesloten worden op het vuilwater-stelsel.

Overig beleid van het Waterschap Groot Salland staat beschreven in het Waterbeheersplan 2006-2009.

Watersysteem / waterkeringen

Het plangebied is gesitueerd in het buitengebied aan de Raarhoeksweg 34 te Raalte. Het gebied maakt waterhuishoudkundig deel uit van het bemalingsgebied Soestwetering. Het zomerpeil in het gebied bedraagt 3.55 m + NAP en het winterpeil 3.45 m + NAP (Normaal Amsterdams Peil). De afwatering van het gebied vindt plaats via de SW 55.132 naar Raalterwetering en uiteindelijk de Soestwetering.

Binnen het plangebied zijn twee bodemtypes aanwezig: het noordelijke deel bestaat uit laarpodzolgronden (leemarm en zwak lemig fijn zand) en het zuidelijke deel bestaat uit beekeerdgronden (lemig fijn zand). Ook zijn er twee grondwatertrappen te onderscheiden binnen het plangebied: grondwatertrap III* (hoogste grondwaterstand ligt tussen de 25 en de 40 centimeter en de laagste grondwaterstand ligt tussen de 80 en de 120 centimeter) en grondwatertrap V* (hoogste grondwaterstand ligt tussen de 25 en de 40 centimeter en de laagste grondwaterstand ligt dieper dan 120 centimeter).

Voor de aanleghoogte van de gebouwen (vloerpeil) wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 100 centimeter ten opzichte van de Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand (GHG), bij het bouwen met kruipruimtes. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Om een goed inzicht te krijgen in het grondwatersysteem wordt geadviseerd om, in overleg met het Waterschap Groot Salland, zo spoedig mogelijk te starten met een grondwateronderzoek. Dit kan op basis van bestaande peilbuizen binnen of in de omgeving van het plangebied of door het plaatsen van nieuwe peilbuizen.

Bij de aanleg van kelderconstructies dient aandacht te worden geschonken aan grondwaterneutraal bouwen. Dit betekent dat een kelder voorzien moet zijn van een waterdichte constructie.

Rioleringssysteem / waterketen

Er bestaat nog geen rioleringssysteem binnen het plangebied. Al het hemelwater wordt ter plaatse geïnfiltreerd in de bodem. Als infiltratie in de bodem niet mogelijk is, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst. Hier wordt binnen dit bestemmingsplan niet van afgeweken. Speciale aandacht wordt besteed aan duurzaam bouwen en een duurzaam gebruik van de openbare ruimte om de kwaliteit van het afgekoppelde hemelwater te garanderen.

Het plan bevat een rioleringscomponent, want er wordt een nieuw rioleringsstelsel aangelegd. Door de uitvoering van het bestemmingsplan neemt de belasting van het bestaande rioleringsstelsel van Het Overstigt toe. Dit levert geen problemen op ten aanzien van de capaciteit van het rioleringsstelsel.

Waterhuishouding

Het plangebied is niet gesitueerd binnen een primair watergebied of aandachtsgebied wateroverlast, zoals beschreven in de 'Partiële herziening Ruimte en Water' van het Waterhuishoudingsplan en Streekplan Overijssel 2000+ (2006). Binnen het plangebied is geen (grond)wateroverlast. De toename van verhard oppervlak bedraagt 0,3 ha. Hierdoor is het niet noodzakelijk om binnen het bestemmingsplan extra waterberging te creëren.

Watertoetsproces

De gemeente Raalte heeft het Waterschap Groot Salland ingelicht over dit bestemmingsplan. Het Waterschap Groot Salland heeft gemeente Raalte op de hoogte gesteld van de waterhuishoudkundige aspecten binnen dit bestemmingsplan. Er wordt rekening gehouden met de bestaande regel- en wetgeving op het gebied van het watersysteem. Het Waterschap Groot Salland heeft ingestemd met de binnen dit bestemmingsplan opgenomen maatregelen.