Plan: | Raarhoeksweg 34 (IVOOR) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0177.BP20090611-0004 |
Elke ruimtelijke ontwikkeling of inrichting dient in het kader van de Flora- en faunawet te worden getoetst op de aanwezigheid van beschermde dieren- en plantensoorten. Eelerwoude heeft deze toetsing voor de locatie aan de Raarhoeksweg 34 uitgevoerd in opdracht van de heer Groote Wolthaar. Het onderzoek heeft bestaan uit een visuele inspectie van de panden en het raadplegen van vrij beschikbare verspreidingsgegevens van beschermde dieren- en plantensoorten.
Op maandag 16 februari 2009 zijn de panden en de nabije omgeving ervan (het erf) visueel geïnspecteerd door ing. F.J. Koop van Eelerwoude.
De panden zijn zowel van binnen als van buiten geïnspecteerd. Ook zolders zijn, indien aanwezig, meegenomen. In het bijzonder is hierbij aandacht geschonken aan de aanwezigheid van uilen (kerkuil of steenuil), steenmarters en vleermuizen. Geschikte verblijfplaatsen voor vleermuizen in de schuren zijn gezien het ontbreken van spouwmuren, pannendaken en vorst- en tochtvrije plaatsen niet of nauwelijks aanwezig.
Soorten als steenuil en kerkuil hebben hun verblijfplaatsen vaak in boerenschuren. In de panden zijn echter geen uilen waargenomen en evenmin zijn aanwijzingen gevonden die duiden op de aanwezigheid van uilen (bijvoorbeeld braakballen).
Na realisatie van het plan zullen kasten worden opgehangen voor uilen en/of vleermuizen. Zo worden mogelijke verblijfplaatsen voor deze dieren gemaakt en vormt het tevens een onderdeel van de educatie voor de cliënten van de verschillende organisaties.
Op de locatie zijn geen beschermde plantensoorten aangetroffen. Voor de soortgroepen amfibieën, reptielen, libellen, dagvlinders en overige ongewervelden hebben de panden nauwelijks tot geen functie.
Op basis van bovenstaande gegevens wordt vastgesteld dat het voornemen niet in strijd is met de Flora- en faunawet. Er worden geen negatieve effecten verwacht op (strikt) beschermde soorten. Het voornemen heeft gezien het karakter en de zeer geringe omvang, geen negatief effect op populaties van beschermde soorten.
Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Wel blijft de zorgplicht van de Flora- en faunawet van toepassing.
Omdat niet op voorhand kan worden uitgesloten dat er in het oude schuurtje (gelegen tussen de kippenschuren) vogels gaan nestelen en broedende vogels niet verstoord mogen worden volgens de Flora- en faunawet, wordt aanbevolen om dit schuurtje buiten het broedseizoen te slopen.
Dit betekent dat de schuur vóór maart gesloopt moet worden of ná medio juli. Indien men dit oude schuurtje alsnog wil slopen in het broedseizoen (maart – medio juli), dan dient de schuur eerst geïnspecteerd te worden op de mogelijke aanwezigheid van broedende vogels. Indien broedende vogels aanwezig zijn, moet gewacht worden met de sloop totdat de vogels zijn uitgebroed.
Nader onderzoek is niet nodig en de beoogde ontwikkeling is vanuit het aspect ecologie dan ook mogelijk.
Zie Bijlage 4 voor de gehele rapportage.